'Normaal onderhoud'

'En, doet die Jet Cars-bak het nog?' Het is een vraag die ik opvallend vaak krijg na een eerder schrijfsel over de bij de beruchte Rotterdamse handelaar aangeschafte BMW 120d van mevrouw Lemkes. Het antwoord is ja, al ben ik na dit weekend iets minder enthousiast over de gang van zaken dan voorheen. Bij aanschaf van de auto, met destijds dik 296.000 km op de klok, was in ieder geval duidelijk dat er van enig onderhoud in de laatste maanden geen sprake was. De eerste stap was dan ook om de gebruikelijke vloeistoffen en filters te laten wisselen bij de universele 'huisgarage' die verder gelukkig weinig op- en aanmerkingen had bij mijn rijdende risico. De kilometers die volgden, waaronder een impulsief retourtje Praag, verliepen probleemloos en het verbruik ligt consequent rond de 1 op 16.

Zorgeloos kilometers vreten dus, al is er één dingetje dat blijft knagen: wervelkleppen. De M47-diesel in onze compacte compagnon beschikt over die voorziening in het inlaatspruitstuk, wat in theorie voor een iets betere verbranding zorgt. In de praktijk blijkt het effect daarvan echter minimaal en leveren de 'swirl flaps' –E46-eigenaars sidderen nu – vooral een groot potentieel probleem op. Hoewel de kans daarop bij de latere generatie diesels wat minder groot is dan bij vroege exemplaren, kunnen de kleppen namelijk afbreken. Dat laat zo'n grote ravage achter dat een auto als de onze daarmee in één klap aan zijn einde zou komen.

Gelukkig is dat probleem eenvoudig te voorkomen door de wervelkleppen simpelweg te verwijderen, een operatie die zo'n 250 euro kost. Dat is niet duur voor zoveel gemoedsrust, dus ging ik zaterdag vol goede moed op weg naar een BMW-specialist in het midden van het land. Bedrijven als deze varen opvallend wel bij hun specialisme, wat net zoveel zegt over de BMW's zelf als over hun eigenaren. In deze auto's wordt grof geïnvesteerd. Dat ik daar vrolijk aan mee zou gaan doen werd snel duidelijk. Om te beginnen deed een storing in de gasklep de meter 300 euro verder uitslaan. Dan is er de automaatbak, die in de afgelopen maanden toch af en toe een 'hikje' had. Een spoeling is de oplossing en bleek 'maar' 285 euro te kosten. Samen met de reeds geplande oliewissel en een interieurfilter leverde dat een bedrag op van net geen 1.000 euro, ofwel viermaal wat ik van plan was te spenderen.

Was de 1-serie daarmee een miskoop? Dat niet, want de genoemde zaken kunnen ook bij een exemplaar met minder kilometers voorkomen. Wel toont zo'n alledaagse onderhoudsronde aan dat een diesel, zelfs een dertien jaar oud exemplaar, een complex stuk techniek is waar een heleboel aan te verspijkeren valt. Een garantie op een probleemloos bestaan is de geldinjectie namelijk allerminst. De turbo kan bijvoorbeeld ieder moment ellende gaan geven en het vervangen van lekkende injectoren, een veelvoorkomend probleem, kost een vermogen. De definitie van 'normaal onderhoud' is dan ook weer eens opgerekt, en dat terwijl ik er altijd prat op ging dat autobezit niet duur hoeft te zijn.

Als we de brandstof even vergeten, is de achtcilinder cabriolet in het wagenpark tot nu toe minder veeleisend dan het bescheiden dieseltje. Daar komt echter binnenkort verandering in, want na wat draagarmen is het nu tijd om de distributieriem te vervangen. Ook is de uitlaat aan z'n einde, dus de pinpas kan zich weer schrap zetten.