Lincoln van niks
Kijk even naar foto 1. Drie keer raden wat dit is. Een Ford? Een Chevrolet? Een Buick? Wat? Ik zou het ook niet hebben geweten, als ik de foto niet had gemaakt. Dit kan van alles zijn. Van de gemiddelde Amerikaan gaan er tegenwoordig tweeduizend in een dozijn. Maar het is dus een Lincoln.
Ik heb daar eerlijk gezegd een beetje verdriet van. In 1975, toen ik als jongetje van tien de godganse dag auto's tekende en folders verzamelde, was ik in de ban van de grote Amerikaan. Die hadden de grootste motoren, de spectaculairste koetsen en de meeste luxe.
Op een dag kreeg mijn vader een oom op bezoek, die in Amerika als ingenieur bij Pratt & Whitney werkte. Ik herinner me een grote, dikke racist met een roodaangelopen kop, die over niets anders dan geweren en revolvers praatte. Toen ik later Archie Bunker in de serie All in the family zag, dacht ik dat hij het was. Maar het was wel de oom die me inspireerde tot mijn eerste grensoverschrijdende initiatief op autogebied. Met de staart tussen de benen vroeg ik hem of hij me wat folders van grote Amerikanen wilde sturen. Dat zou in orde komen, brulde oom.
Een maand later stond de postbode met een loodzware verhuisdoos voor de deur. Oom had woord gehouden. De hufter had zijn best voor me gedaan. Alles wat op dat moment in Amerika te koop was zat erbij, in magisch fullcolour. De AMC Pacer. De Buick Skylark. De Cadillac Eldorado. De Oldsmobile Cutlass. De Pontiac Grand Am. De Ford Thunderbird. En, klap op de vuurpijl, de Lincoln Continental Mark IV. Een helse mastodont met een 7.5 liter V8, onvoorstelbaar prachtige opklapbare koplampen, en een interieur als een balzaal. Het was de tijd waarin een lengte van vijf meter voor een fullsize Amerikaan de absolute ondergrens was en interieurs een Hilton-achtige allure hadden. Van het Engels in de wervende teksten begreep ik niet veel. Wat airconditioning was, of wat power steering betekende – ik had geen idee. Wat ik wel wist, was dat auto's een deel van mijn leven zouden worden. Amerikanen, dat waren auto's zoals wij ze in Europa niet durfden bouwen. De Lincoln was in alle opzichten een droomauto. Vinyl dak! Die ovalen patrijspoorten in de C-stijl! Meer Vegas kon een limo echt niet worden.
En nu zit ik op de terminal van Detroit Metropolitan Airport naar die waardeloze nep-Europeaan te kijken. Zelfs zijn naam ben ik meteen vergeten. Het was iets met letters. Dit had zelfs een Mondeo kunnen zijn.
Zie foto twee. A glorious past. Lincoln is dood. De grote Amerikaan is niet meer.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.