AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het
Jaguar-offer
Van de week reed ik naar Loosdrecht om een sportwagentje uit de vroege jaren zestig op te halen voor een verhaal. Het garagebedrijf waar die auto stond had wel meer klassiekers, sommigen klaar voor de verkoop, anderen nog volop in restauratie. De vierwieler die mij het meest in het oog sprong was een enorme Jaguar mk VII uit 1952. Een slee met een even hoog Dagobert Duck-gehalte als Rolls-Royce's Silver Wraith.
De Jag leek een restauratieproject. Roest overwoekerde op sommige plekken de vale lak; hout en leer waren uitgedroogd. De bekende zescilinder zweefde bovendien een meter boven de enorme motorruimte aan een takel. Maar van restaureren bleek geen sprake. De machtige 3.4 zou worden gebruikt voor de restauratie van een andere Jaguar: een XK120. De rest ging naar de sloop. Slik. Het is dat ik amper ruimte heb voor mijn eigen auto's; anders had ik deze gezellige lobbes onmiddellijk geadopteerd.
Ik heb even gebeld met Henk van den Berg, die binnen de Jaguar Daimler Club het register voert voor deze limousines. Henk wist me te vertellen dat er nog 15 mk VII's bekend zijn in Nederland; eerlijk gezegd nog meer dan ik verwacht had. "Het heeft alles te maken met marktwaarde", vervolgde hij. Een gerestaureerde XK120 brengt zomaar drie keer zoveel op als een mk VII. Ik vind het alleen zo jammer dat ik een XK120 nu bij wijze van spreken op iedere hoek van de straat kan tegenkomen. In tegenstelling tot een mk VII.
Ik geloof dat alle mensen die ze nu slopen zich over tien jaar voor het hoofd gaan slaan. Op Goodwood is zo'n grote saloon nu al dé auto om mee te worden gezien, dat bewijst Rowan Atkinson die een mk VII racet.
Plaats een reactie