Hittegolf

Niki Lauda
Door de hittegolf zijn we de afgelopen tijd aardig aan warmte gewend geraakt, maar het is helemaal niets vergeleken met wat er vandaag 30 jaar geleden op de Nürburgring gebeurde: de vuurzee-crash van wereldkampioen Formule 1 Niki Lauda, een van de meest indrukwekkende F1-drama's ooit.
Dat was pas warm.
Zondag 1 augustus 1976. Midden in de heetste zomer van de vorige eeuw. De Grand Prix van Duitsland. Lauda, leider in de stand om de wereldtitel, vertrekt vanaf de 2e startpositie. Met tegenzin. Want het is geen geheim dat Lauda een hekel heeft aan de Ring. Het circuit van bijna 23 kilometer lang is simpelweg nooit optimaal te beveiligen, is zijn mening. Dat levert een anti-stemming op bij het Duitse publiek dat een haat-liefde verhouding heeft met de eigenwijze Oostenrijker.
In de tweede ronde (van de 14) gaat het goed mis. Lauda is net binnen geweest voor een bandenwissel. Een deel van de Ring is namelijk nat, een deel droog.
Even na Bergwerk, achterin het circuit, een snelle linkerbocht. Het linkerachterwiel van Lauda's Ferrari raakt ter hoogte van het clipping point de kerbstones. Iets te scherp ingestuurd? Een schok door de auto, die stabiliseert zich echter om vervolgens plotseling 90 graden rechtsaf te slaan en keihard met de linkerkant tegen de vangrails te klappen. Een enorme impact, een explosie, een vernielde, vleugellamme Ferrari midden op de baan en...  toen liep het pas echt uit de hand. Want twee andere auto's rammen de Ferrari, schuiven hem verder over de baan en splijten meteen de brandstoftank. De vlammenzee is angstaanjagend, de rookontwikkeling ongezond. Lauda is bij kennis, schreeuwt het uit, is zijn helm verloren door de klappen en kan zichzelf niet losmaken uit de gordel. Dat doen een aantal collega coureurs voor hem die noodgewongen of vrijwillig zijn gestopt. Lauda, professioneel taai, overleeft op het nippertje na dagen van levensgevaar. Naast zware brandwonden (hoofd, handen, armen) die hem voor het leven tekenen en die vele operaties met zich meebrachten, zijn ook zijn longen en ogen aangetast door de vuurzee.
Evengoed zit Lauda zes weken later weer in zijn Ferrari voor de Grand Prix van Italië. Want McLaren-coureur James Hunt is de achterstand in de strijd om de wereldtitel vlot aan het inlopen. Lauda eindigt zijn come-back als vierde en dat wordt op Monza gevierd als een overwinning.
Het blijkt niet genoeg. In de laatste race van seizoen 1976 (Japan, Fuji) komt Hunt door een derde plaats uiteindelijk met een punt voorsprong langszij en pakt de wereldtitel.
En Lauda dan in die race? Die geeft in de tweede ronde op omdat het hard regent. Zo hard, dat Lauda het niet verantwoord vindt om door te rijden. "Mijn leven is me meer waard dan een wereldtitel," verklaart hij zijn opgeven. Een fascinerende en ongehoord moedige beslissing. Alleen werd dat dertig jaar geleden ietwat anders opgevat.
Met zijn opgeven schreef Lauda zichzelf in een keer af. Zette het stempel 'bangerik' op zijn gehavende voorhoofd en stelde ook zijn team Ferrari zwaar teleur.
Maar ook daaraan was iets voorafgegaan. Het was namelijk Lauda zelf die na de crash erg teleurgesteld was in het team Ferrari. Waar men op de dag na de crash al andere coureurs polste voor een eventuele opvolging en vanaf het begin alles deed om de oorzaak van de crash, een mankement aan de Ferrari-wielophanging, te verbloemen.
Lauda kwam professioneel terug in 1977, pakte opnieuw de wereldtitel F1 ("Ondanks het gebrek aan medewerking van het team van Ferrari," schreef hij daar later zelf over) mede door het winnen van de Grand Prix van Nederland op het circuit van Zandvoort eind augustus dat jaar.
Daar was ik bij. Ik zag Lauda zondagmorgen richting circuit gereden worden. Hij zat achterin een Fiat 131 Mirafiori en liet zich stapvoets rollen over de weg tussen de toegangshekken en de pits. Vanaf Bos Uit volgde ik de wedstrijd 's middags. Koplopers Hunt en Andretti hielpen elkaars kansen om zeep bij het uitkomen van de Tarzan, daarna werd de krijsende Ligier-Matra van Jacques Lafffite heel clean uitgeremd voor –opnieuw- de Tarzanbocht door mijn jeugdheld Niki. Buit binnen. In zijn uitloopronde bedankte Lauda –altijd wars van uitbundigheid- publiek en baanhulpen middels het simpel opsteken van een wijsvingertje. Die ene bij Bos Uit was voor mij bedoeld, zeker weten!

Lezersreacties (9)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.