Golf

Volkswagen Golf
Daar staat hij dan, in de laatste AutoWeek; de Golf VI. Mijn eerste gedachte: wéér mis. In het huidige model, de V, was ik ook al zo teleurgesteld. De koplampen, de kont - te vet, allemaal uit balans. En vooral: doorsnee op de verkeerde manier. Het profiel van GTI en R32 is door de cosmetische aanpassingen iets krachtiger, maar dan zit je nog steeds met dat totaal mislukte dashboard. In de wandelgangen hoorde ik ooit dat er bij Volkswagen spannender ontwerpen op de tekentafel lagen, maar dat die door de bobo's werden afgevlagd uit angst dat een gedurfde Golf verkeerd zou kunnen vallen.
Om alle misverstanden weg te nemen: ik hoef geen spannende Golf. Maar ik wil wel een Golf zonder compromissen.
In AW lees ik dat de introductie van de VI naar voren is gehaald om bijtijds het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende concurrentie, met name van Japanse zijde. Verder, dat de nieuwe VW-baas Winterkorn zo ontevreden was met het definitieve ontwerp dat hij het na zijn aantreden liet bijpunten door Walter de' Silva. Als dat klopt, en als de Golf in AutoWeek het resultaat was, dan zie je waar gemarchandeer met een ontwerp toe leidt. Het lijkt nu al een auto waar door teveel mensen aan gerommeld is, geen auto uit één stuk. Nog steeds dat fatale gebrek aan karakter. Alweer zo'n hopeloze poging van een Golf een hebbeding te maken. Dit is de zoveelste compacte middenklasser met die verschrikkelijke scheef kijkende ogen en zo'n modieus gestylede grille. Die achterlichtpartijen: veel te barok. Als je dat straks op straat ziet, rollen de ogen uit je kassen van de schrik.
Twee Golfs zijn precies zoals ze moeten zijn. Nummer één, en nummer vier. Strakke, nuchtere, onverwoestbaar ogende auto's. Tijdloos in de zin dat hun ontwerp volledig irritatie-proof is: geen hoek, geen boog teveel, niks overbodigs. De één werd getekend door Giugiaro, de vierde kwam tot stand onder regie van Hartmut Warkuss, de laatste Volkswagen-designchef die ontwierp volgens de Bauhaus-formule: form follows function. Die filosofie leverde de Golf IV, de Phaeton en de Touareg, de vorige Passat op. Je mag ze saai vinden, maar hoe je het ook wendt of keert: ze staan perfect symbool voor de kernwaarden van het merk VW. Degelijk, nuchter, duurzaam. Daarom zijn ze gek genoeg ook mooi. Wat functioneel is, is namelijk bijna altijd mooi. Bij alle bewondering voor Volkswagen-designchef Murat Günak begin ik te geloven dat VW qua penvoering de weg kwijt is. De huidige Passat is een fantastisch rijdende middenklasser, maar een verschrikking om te zien. Ik geloof, kortom, dat Winterkorn nog veel harder moet worden.

Lezersreacties (44)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.