Eigen keuken

Volvo vijfcilinder

Na twee dagen zweten op die altijd weer wanstaltig hete autobeurs van Parijs is de belangrijkste conclusie dat automerken hun eigen signatuur steeds meer verliezen. Je ziet een Dodge met een VW-TDI. Je ziet Fords met Volvo-vijfcilinders. Saabs op Opel-platforms. Audi's op Gallardo-basis. De Chrysler 300C is een oude E-klasse, de Opel Antara een verbouwde Chevrolet Captiva. Dat krijg je, nu autoconcerns zijn veranderd in reusachtige autowarenhuizen die hun huismerken vooral lijken te beschouwen als onderdelenleveranciers voor de grote smeltkroesoperatie die zich in de industrie voltrekt. Volvo is van Ford, Bentley van Volkswagen, Opel van GM. Dus komen Phaeton-dashboards in Bentley's terecht en wordt de ooit zo chique Saab 9-3 een Zweed op Vectra-leest. Zo verandert elke rashond in een vuilnisbak.

Is dat erg?

Dat is heel erg. Een merknaam wordt een loze huls. Een Volvo is pas echt als hij compleet uit eigen keuken komt. Motor, platform, koets, dashboard en stoelen. Dan weet je wat je koopt; iets authentieks. Toen mijn 850 R gebouwd werd, hoorde je dat prachtige vijfcilindergeluid nergens anders. Niet dat ik Ford die schitterende Volvo-vijfpitter misgun, waar nu behalve V50's en V70's ook Focussen en S-Maxen mee worden aangedreven. Maar die motor hoort in een Volvo. Door zo'n blok in een Focus te lepelen, verkwanselt Ford het Volvogevoel. En volgens mij is dat ook commercieel een stomme zet, omdat hij bijdraagt aan de uitholling van de merkidentiteit waar uitgerekend nu de industrie de mond zo vol van heeft.

Wat me erg aan het denken heeft gezet, is de Seat Altea uit het AW-duurtestpark waarmee ik naar Parijs reed. Objectief bezien is dat een voortreffelijke auto. De tweeliter FSI-motor trekt goed, het ding stuurt lekker en het ziet er appetijtelijk uit. Maar wat maakt die Seat tot een Seat? Volkswagen. De motor is VW, de bedieningselementen zijn VW, het onderstel is VW en de bak is VW. Je zit in een gecamoufleerde Golf. Het Seat-logo is alleen maar buitenkant. Eigenlijk bestaat dat merk helemaal niet. Het voelt niet echt. En echtheid, dat is toch waar iedere autoliefhebber naar op zoek is. Op de VAG- en de GM-stands in Parijs is het net alsof je naar Invasion of the body snatchers zit te kijken. Het is er met de auto's net als met de mensen in die filmklassieker. Aan de buitenkant zie je niks; een Saab lijkt een Saab en een Seat een Seat. Maar binnenin zijn ze leeg gevreten door Koning Eenheidsworst, en even inwisselbaar als gloeilampen of batterijen.

Lezersreacties (37)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.