Een beetje respect voor de verbrandingsmotor

Grappige vergissing. Even denk ik de Lexus LC500 Cabriolet op ongekende zuinigheid te betrappen. Ik zie in kleine cijfertjes een acht in het display en neem aan dat dat volgens de gangbare verbruiksweergave staat voor acht liter op 100 kilometer, 1 op 12,5. Dat zou vrij bijzonder zijn voor een V8 met 466 pk.
Foutje, bedankt. De Lexus-boordcomputer meldt het aantal gereden kilometers per liter. Er staat dus 1 op 8. Zo’n drinkgelag heeft bijna iets ontroerends. Zulke ouderwetse zuiplappen kom je niet meer tegen. Bijna alle nieuwe auto’s met verbrandingsmotor zijn namelijk relatief tot onvoorstelbaar zuinig, zelfs de niet-hybrides en de grote jongens. In de loop van mijn niet eens zo lange autotestcarrière zag ik de brandstofrekeningen ongeacht de prijzen per jaar dalen, en nu we allemaal honderd rijden is het helemaal feest. De enige auto’s waarmee ik de afgelopen jaren met geen mogelijkheid beter dan 1 op 8 scoorde waren dikke achtcilinders als de BMW X6M en de LC500, die sowieso op uitsterven staan. Met een recente 911 haalde ik al eens 1 op 11, met de tweeliter turboversie van de nieuwe Mercedes E-klasse coupé 1 op 16. Volkswagens TSI-motoren zijn bijna geheelonthouders. Met de meest recente Skoda Octavia 1.5 TSI reed ik ruim 1 op 22. Bijna alle nieuwe kleintjes halen 1 op 20. Een enkele uitzondering als Volvo daargelaten durf ik te stellen dat het gros van de auto’s met verbrandingsmotor zo’n twintig tot dertig procent zuiniger is geworden, ondanks een stevige gewichtstoename in de laatste decennia en de achterlijke suv-mode die de behaalde winst deels ongedaan maakt. De diesels breken helemaal alle records. In mijn logboeken kom ik de ongelooflijkste cijfers tegen: 1 op 25,6 voor de Mercedes e200d, 1 op 22,7 voor de nieuwe BMW 530d. Bovendien zijn ze onwaarschijnlijk schoon.
Als eigenaar van vier youngtimers heb ik goed vergelijkingsmateriaal. De 850 Estate twintigklepper draait op zijn best 1 op 12. Het antieke VW-benzineblokje komt in de toch vederlichte Audi A2 nooit verder dan 1 op 17, de turbodriecilindertjes in een moderne Koreaan of VW Polo maken gehakt van hem. De andere Volvo en de bejaarde Mercedes doen tussen de 1 op 10 en 1 op 12. Twintig jaar geleden waren dat voor brave middenklassers normale gemiddelden. Bij de koude start ruiken mijn fossiele hebbedingen nostalgisch naar uitlaatgassen en benzine. Moderne auto’s zijn geurloos.
Intussen is de verbrandingsmotor een stevig maatschappelijk taboe geworden. De elektrificatie kan politieke partijen niet hard genoeg gaan. GroenLinks en D66 willen getuige hun concept-verkiezingsprogramma’s binnen tien jaar alleen emissievrije auto’s op de weg, de PvdA al in 2025 – hoe dan, Lodewijk Asscher? Politici testen geen auto’s, die lezen geen autobladen; die zien de auto als de aartsvijand van moeder aarde, de ICE als de gifbelt van het grootkapitaal. Zij weten niet hoeveel er al ten goede is veranderd. En was dat wel zo, dan zouden ze het nooit aan de grote klok hangen. Relativering van het probleem is politieke zelfmoord.
CEO’s zijn er ook achter dat ze hun aandeel in de klimaatcrisis vooral niet onder stoelen of banken moeten steken. Opportunistisch spelen ze de tijdgeest in de kaart door schuldbewust de koppen in de strop te steken. Voor de bühne snijden ze maar al te graag in eigen vlees. Heus, we bouwen geen diesels meer. Sorry voor de overlast, we gaan zo snel mogelijk elektrisch. Het enige redelijke tegengeluid kwam uitgerekend van Polestars CEO Thomas Ingenlath, die zijn branchegenoten opriep ook eens eerlijk te zijn over de ecologische voetafdruk van elektrische auto’s. Slimme marketing, die biecht-pr, maar hij had een punt. Ga nou niet doen alsof de industrie er een totale teringzooi van heeft gemaakt, al ben ik het sjoemeldieselschandaal heus niet vergeten. Een beetje respect voor de geweldige evolutie van de verbrandingsmotor lijkt me niet misplaatst. Een beetje veel respect voor die V8 van Lexus trouwens evenmin. Wat een beest van een blok. Even de schaamte voorbij, heerlijk.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.
Lees ook

Weblog Bas - De SUV deugt niet. Maar wat dan?

Weblog Bas - Techniek maakt ons weerloos

Weblog Bas - De angst voor de zeemeeuw

Weblog Bas - Waarom de aartsvijand geen vriend mag worden

Weblog Joost - Je hebt op het platteland gewoon een auto nodig
