Die van jou kan hard, hè
In het volgende nummer van Autoweek serveren we een triotest met de Range Rover Sport 4.2 V8 Supercharged, de VW Touareg 4.2 V8 FSI en de Porsche Cayenne S. Dat dit auto's zijn die met hun spierballen indruk maken, staat buiten kijf. Dat geldt evenzeer voor de nieuwe Porsche 911 Turbo Cabrio die ik onlangs kon beproeven. Maar toch bekruipt mij achter het stuur van deze krachtpatsers iedere keer het gevoel dat ze minstens zo nutteloos als vermakelijk zijn. Althans op het Nederlandse wegennet. Dat je binnen de bebouwde kom de teugels van een dergelijk snelle rakker niet kunt laten vieren, is niet zonder gevaar en dus begrijpelijk, Maar ook op buiten- en snelwegen mag de machtige krachtbron van potente vierwielers niet optimaal ademhalen. Daarvoor is niet alleen de knellende wetgeving verantwoordelijk; je mag dankbaar zijn als er – vooral in de alsmaar groeiende randstad – enkele honderden meters vrij asfalt of een bocht zonder verkeer voor je neus opduiken waarop je je sportauto even de sporen kunt geven en kunt ruiken aan het potentieel van de allesbehalve modale vierwieler die je in je knuisten hebt. Veelal is het gewoon aansluiten in de rij met je Porsche of andere exoot. Niets nieuws, dat is waar, maar aan de honderden pk's die zich schuilhouden onder de motorkap, en die voor het grootste deel werkloos onderuit hangen, vergeefs wachtend op actie, beleef je maar bar weinig lol. Ze maken de talrijke files alleen nóg maar frustrerender. Een medeweggebruiker die traag naast je voort kruipt langs de vangrail, z'n portierraam laat zakken en je enthousiast toeschreeuwt: "Hé, die van jou kan hard, hè", maakt dan je dag; de gebeurtenis geeft je ongeveer de grootste kick die je met een sportauto op het vaderlandse asfalt kunt ervaren. Hoewel, als je zo'n opmerking enkele tellen op je laat inwerken, kom je tot de conclusie dat je eigenlijk gewoon voor schut zit.