De laatste plee van honecker
Pauzeren langs de snelweg is in Duitsland vaak een onverwacht genoegen. Je eet er goed, de parkeergelegenheid is optimaal, espressobars rijzen als paddestoelen uit de grond. Bijna zou je de Duitsers, meer dan zestig jaar nadat ze ophielden er zelf in te geloven, tot het uitverkoren volk willen uitroepen. Helemaal sinds ze voor de sanitaire stop de toegangspoortjes hebben ingevoerd.
Hun systeem is even simpel als perfect: je komt de toiletten alleen in door vijftig cent in een automaat te gooien. Van dat geld betalen ze een ijverige schoonmaker die de boel zo goed bijhoudt dat je er bijna van de vloer zou durven likken – een paradijs in vergelijking met de smerigheid die je in Nederland, Frankrijk en België vaak aantreft. Heb je betaald, dan spuugt de automaat een voucher uit waarmee je aan de bar een halve euro korting krijgt op een kop koffie. Slim bedacht: wat ze je cadeau doen vangen ze qua omzet dubbel terug.
Sinds gisteren weet ik dat er in het voormalige Oost-Duitsland op het gebied van openbare hygiene nog een lange weg te gaan is. Ik kom uit Dresden; na tien kilometer file meren de fotograaf en ik aan bij een pompstation waar de tijd sinds het failliet van het marxistische regime heeft stilgestaan. In de benauwende kiosk geen restaurant, geen Segafredo-tap. Aan de inrichting is dertig jaar niks meer gedaan; net een museum. Wel gezellig, evengoed.
Dat geldt niet voor de toiletten. Die bevinden zich in een noodgebouwtje aan de overkant van het parkeerterrein. Als ik binnenstap, walmt een ziekmakende abattoirgeur me tegemoet. Dit hok heeft sinds de val van Erich Honecker geen schoonmaker meer gezien. Maar dat is niet eens het ergste. Boven de dampende urinoirs praalt een prehistorische condoomautomaat met seksbeleving uit het stenen tijdperk: Ramses Wild Banana, Lustring mit Perlnoppen. Dit is drama, dit is treurigheid; dit moeten ze een dag nadat de muur viel aan de muur hebben geschroefd – eindelijk vrijheid. Maar wie in deze stinkbarak nog opwinding kan voelen, is een reddeloos verloren mens. De aanblik voert me in gedachten naar een wanhopig universum van losgeslagen vrachtwagenchauffeurs en treurige hoeren, van oud zweet en verschraald bier, van vale seks en uitzichtloos geweld; dit moet de laatste Duitse plee van voor de Wende zijn. Zwaar aangeslagen geef ik gas, om pas bij Osnabrück weer op de rem te trappen voor de eerste Segafredo.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.