Volkswagen Passat

De Phaeton was natuurlijk de meest ultieme poging, maar ook met de Passat probeert Volkswagen al tijden om in te breken in het premium-segment. Steeds met de bedoeling dat de Passat de D-segmenters van BMW, Mercedes-Benz en concern­genoot Audi het vuur na aan de schenen legt. Maar het is moeilijk. De Phaeton kon zich op kwalitatief vlak prima meten met de concurrentie, maar de X-factor ontbrak en dan kom je gewoon tekort. Bij de Passat ging het nog verder dan dat: wellicht dat hij net tegen een ­premium-instapmodel op kon, maar bij een vergelijk tussen de vorige ­Passat en bijvoorbeeld een gelijke Audi A4 werd keer op keer duidelijk dat er meer verschillen zijn dan alleen het logo. Binnen het D-segment wist de Passat zich echter prima staande te houden tegen auto's als de Ford Mondeo en de Peugeots 407 en 508. En vergis je niet, in Nederland zijn de Passat-verkopen wel iets teruggelopen door alle bijtellings- en CO2-perikelen, maar wereldwijd is de D-segmenter het best verkochte model van de Volkswagen Groep.

Nu probeert Volkswagen de Passat ­opnieuw naar grotere hoogten te tillen. Veel luxe en veiligheidsgadgets moeten van de auto een serieuzere concurrent maken voor alle modellen uit Midden- en Zuid-Duitsland. Op papier klinkt dat heel goed, maar hoe werkt de praktijk?

Blokje om

Bij een officieus event krijgt AutoWeek de mogelijkheid om als allereerste ­Nederlandse medium met de nieuwe Passat te rijden. Wel staat meteen het topmodel voor ons klaar. Deze Passat 2.0 TDI met twee turbo's heeft niet minder dan 240 pk en 500 Nm, boven­dien wordt die auto standaard met vierwielaandrijving geleverd, zodat je nooit last hebt van tractieproblemen. Zodra we achter 't stuur plaatsnemen, voelt het bekend: de wat vlakke zit­positie doet denken aan die van de Golf. Je wordt niet 'ingekapseld' zoals in een Audi A4 of BMW 3-serie. Het scheelt ook dat het multimediasysteem met touchscreen lager geplaatst is dan bij de (beoogde) concurrentie. Erg mooi én goedwerkend is het tft-scherm voor je neus in plaats van ­analoge klokken. Het scherm biedt wel de illusie van analoge klokken, die van grootte kunnen veranderen als je er bijvoorbeeld een navigatiekaart tussen wilt zien. Met wat hout en chroom­strips ziet de auto er voornaam en netjes uit, maar verwacht niet het ­niveau van een Mercedes C-klasse. De afwerking is wel uitstekend, geen kiertje of scherp randje te bekennen. Maar dat krijgt Volkswagen in de Golf natuurlijk ook al voor elkaar. Het oogt braaf en goed, en in deze meest luxe versie is de ­Passat ook gewoon mooier dan een karig uitgeruste BMW 3-serie. Ga je achterin zitten, dan blijkt de beenruimte overdadig. In dit segment is alleen de Skoda Superb nóg ruimer. Wel zullen langere mensen last kunnen hebben van de aflopende daklijn.

Behoorlijk lichter

De nieuwe Passat staat op het MQB-platform van de Volkswagen Groep, net als alle nieuwe C-segmenters van de fabrikant. Daardoor is de Passat maar liefst 90 kilo afgevallen en dat merk je. De auto is erg lichtvoetig en weet een opvallend comfortabel rij­gedrag te combineren met een bijna schokkend gebrek aan onderstuur. Geen zware neus die doorduwt, en ­ dat terwijl Volkswagen zeker niet puur een sportief rijdende auto heeft willen bouwen. Sterker nog, de nieuwe Passat is ­zowel stil als soepel, ­zeker met de rijmodus in comfort. Zet je hem in sport dan wordt de koets strakker, wat fijn kan zijn op een bergweg, maar verder zouden we gewoon de comfortstand kiezen. De auto helt dan niet noemenswaardig over en biedt rust en souplesse.

Koppelkoning

De nieuwe dieselmotor is zonder meer fabelachtig. Het koppel is zalig, zodat je eigenlijk nooit boven de 2.500 tpm hoeft te komen. Iets waar de DSG-bak je mee helpt. Alle drie de letters TDI in het rood, zoals bij deze BiTDI is voor veel leaserijders nog altijd een droom en met deze motor kunnen ze hun lol op. De vraag is evenwel hoe belangrijk deze superdiesel wordt op de Nederlandse markt. De instapmotoren die we binnenkort ­kunnen proberen, zullen het vast ­beter doen, om nog maar te zwijgen van de geplande Passat GTE, een plug-inhybride. Het MQB-platform bewijst zich opnieuw en dan vooral in de wijze waarop het comfort en dynamiek combineert. Bovendien zorgt het voor gewichtsbesparing. De kwaliteiten van de Passat staan dus buiten kijf, maar desondanks is de nog geen premiumauto. Mooi interieur of niet. Gevoelsmatig plaatst hij zichzelf weer tussen auto's als de Mazda 6 en Renault Laguna aan de ene kant en de Mercedes C-klasse aan de andere kant. Een beetje zoals de Volvo S60 dat ook doet. Heel hard roepen dat je premium bent, betekent nog niet dat het inderdaad zo is. Dat heeft concurrent Opel met de ­Insignia ook al gemerkt. Daar komt bij dat de Peugeot 508 tegenwoordig eveneens een bijzonder fraai interieur heeft én er is een gloednieuwe Ford Mondeo op komst. Pas als de ­Passat bewezen heeft dat hij definitief afstand heeft genomen van die modellen, kan hij het vizier voorzichtig verder naar ­boven richten.