Volkswagen Eos 3.2 V6
Coupécabriocruiser
- Stéphan Vermeulen
- Eerste rijtest
De Volkswagen Eos is niet zo maar een cabrio, nee, het is een coupécabriolet die zijn eigen plek in het gamma inneemt tussen de Jetta en de Passat. Noem je het een cabriolet op basis van de Golf dan roepen ze bij Volkswagen meteen, dat de Eos onderhuids net zo veel componenten deelt met de Passat als met de Golf. De Eos moet dan ook de vergelijking aan met auto's als de Volvo C70 en dus biedt VW nu ook de dikke 3.2 V6 aan in de coupécabriolet. En laten we nu net tijdens ons bezoek aan de Los Angeles Autoshow kennis kunnen maken met deze ideale cruiser met smeuïge zespitter. Da's cruisen met de hoofdletter C! Hollywood Boulevard: here we come! Bij het eerste de beste verkeerslicht maken de gillende voorbanden duidelijk waarom deze motor normaliter aan vierwielaandrijving gekoppeld wordt. De Eos is de enige Volkswagen met de 250 pk sterke V6 die het met voorwielaandrijving moet doen, en dat hoor en voel je. Vanuit stilstand optrekken, gaat vaker dan je lief is gepaard met kermend rubber van de 17-inchwielen. De aan de stabiliteitsregeling gekoppelde tractiecontrole regelt zich suf om al die voorwaartste drang te beteugelen. Maar om de Eos nu speciaal van vierwielaandrijving te voorzien van de 4Motion vierwielaandrijving vond Volkswagen wat ver gaan. Bovendien is de auto door de ingewikkelde constructie al aan de zware kant (ruim 1.600 kilo) en bovendien neemt de aandrijving de nodige ruimte in.
Standaard automaat
Natuurlijk rijden we open in LA, waar een uiterst felle decemberzon zijn licht over het interieur en de inzittenden laat schijnen. Ook al zijn de inwoners van de miljoenenstad best wat gewend, zelfs op Hollywood Boulevard oogt de Eos bewonderende blikken. Dus zelfs zonder die gillende voorbanden weet de convertible de ogen op zich gericht. De aan de V6 gekoppelde DSG-automaat past zich aan het cruisen aan, en dat betekent dat de bak na een tijdje rustig rijden zo veel mogelijk in een hoge versnelling blijft staan. Pas als je krachtig het gaspedaal intrapt, schakelt de bak terug. Wanneer je de 3.2 constant flink op z'n huid zit, verandert de DSG-transmissie van karakter, en zorgt hij ervoor dat de V6 constant bij de pinken is. En als je de automaat dan nog altijd te lui vindt reageren op het gaspedaal dan kun je 'm altijd nog zelf bedienen met flippers bij het stuur of met de pook. De klanken van de 3.2 V6 die ook de Golf R32 aandrijft zijn fraai. Hij klinkt in de Eos echter niet zo luid als in de hete hatchback, en dat heeft mede te maken met de andere uitlaat. In de Eos wordt het geluid via een bescheiden dubbele uitlaat de wereld ingestuurd, bij de R32 zijn het twee dikke kanonnen. Omdat de topversie zijn inzittenden maximaal moet verwennen, beschikt de V6 standaard over klimaatregeling. Geen overbodige luxe, want heb je het dak dicht, dan kan het door de zon toch nog knap heet worden aan boord doordat elke Eos over een groot glazen paneel in het dak beschikt. Een radio-/cd-speler is eveneens standaard aan boord van de dikste Eos. En omdat de 3.2 zich ook qua uiterlijk moet onderscheiden, zet Volkswagen de zescilinder standaard op 17-inch lichtmetalen wielen. Het platte rubber geeft oneffenheden wel erg hard door, wat misschien even slikken zal zijn voor de op comfortbeluste kopers die de Eos 3.2 V6 moet aanspreken. Een Eos V6 kost minstens 49.350 euro en dat scheelt dik 5 mille met de Eos 2.0 T FSI met DSG-transmissie. En da's evenmin een stakker met zijn 200 pk sterke 2.0 turbomotor uit de Golf GTI. Zonder DSG maar met handgeschakelde zesbak kost de Eos 2.0 T FSI 40.535 euro. De Eos met V6 zal dan ook een exclusief buitenbeentje blijven, die op vermogen de Volvo C70 T5 aftroeft en zelfs als alternatief kan dienen voor zijn concerngenoot, de A4 Cabrio die ook met V6 geleverd wordt, maar het met een stoffen kap moet doen.