Volkswagen Caddy Cargo - Eerste rijtest
Fingerspitzengefühl vereist
De vijfde generatie van de Volkswagen Caddy heeft voortaan de achternaam Cargo, zodat er geen verwarring ontstaat met de personenversie. Alleen komt die laatste niet op de Nederlandse markt. Daarom: een verslag van de eerste kilometers met de bestelauto, die we natuurlijk gewoon Caddy noemen, zonder Cargo.
Ditmaal is de Caddy echt helemaal nieuw, benadrukt Volkswagen. Het merk wil het gemor dat jaren geleden de kop opstak bij de introducties van zowel de huidige Caddy als de Transporter T6 in de kiem smoren. Die auto’s hadden allebei wat al te veel van hun respectieve voorgangers overgenomen. Op zich was dat niet erg, maar de auto’s werden destijds wel als nieuw betiteld. Nu, zeventien jaar na de gecombineerde derde en vierde generaties van de Caddy, is de constructie in elk geval zoals nooit tevoren, want de nieuwe staat op het MQB-platform à la Golf VIII, met dien verstande dat er net als bij de vorige Caddy een starre achteras is toegepast. Wel hebben de bladveren plaatsgemaakt voor schroefveren, met het oog op meer comfort, zo luidt de verklaring. De keuze wordt verder verdedigd door zo’n as de beste mogelijkheid te noemen als een maximum aan laadvermogen en aan afstand tussen de wielkasten worden nagestreefd. Bij de statische presentatie in februari tekenden we uit de mond van een techneut bovendien op dat je de Caddy met een onafhankelijke as niet tot knielen zou kunnen bewegen, wat essentieel is voor rolstoelers die de achterzijde van de auto als entree gebruiken. Maar goed, die kopersgroep moet in ons land sowieso omzien naar een alternatief, net als taxibedrijven die thans de Caddy-metramen-en-banken in gebruik hebben. De concurrentie staat handenwrijvend klaar.
Met de adoptie van het nieuwe platform zijn alle denkbare veiligheidsen assistentiesystemen beschikbaar gekomen voor de Caddy-koper, die zich hier niet de mindere hoeft te voelen van een Golfbestuurder. Daarnaast is de compacte bestelauto ook op het gebied van con nectiviteit bij de tijd. De fabrikant noemt de Caddy nu een smartphone op wielen.
EUROPALLET
De totale afmetingen zijn allemaal iets toegenomen, zowel van exterieur als interieur: 93 mm langer, 73 mm meer wielbasis, 62 mm hoger, laadruimte plus 50 mm, tussen de wielkasten plus 60 mm en een met 51 mm verbrede doorgang achter. Daardoor moet er nu een europallet overdwars achterin te parkeren zijn. De Caddy Maxi heeft een met 215 mm toegenomen wiel basis, die geheel ten goede komt aan de laadlengte. De lengtematen zijn voortaan 4.501 en 4.853 mm en de laadvolumes 3,1 en 3,7 kubieke meter. Met die laatste waarden zijn beide versies een gevoelig slagje kleiner dan de Berlingo en consorten. Goed is dat de schuifdeur van de Caddy Maxi breed genoeg is voor een europallet, een aspect waarop de genoemde Fransman jammerlijk tekortschiet.
De motoren zijn de bekende, maar voor de gelegenheid vernieuwde 2.0 TDI’s met 75, 102 en 122 pk, een 1.5 TGI (aardgas) met 130 pk en zelfs een 1.5 TSI benzine van 114 pk. Standaard is een zesbak, maar de 122-pk sterke versie komt er ook met een DSG7-automaat; optioneel is er een 4Motion met zesbak. En een elektrische Caddy? Nee, want die rol wordt vanaf 2022 gespeeld door de ID. Buzz. Voor je agenda: de Transporter T7 staat voor volgend jaar gepland en de geheel nieuwe, in samenwerking met Ford te bouwen middenklasse-bestelauto voor 2024. Over twee jaar keert bovendien de Amarok terug.
INSTAPPEN
En wegwezen? Ja, dat had best gekund, ware het niet dat de verslaggever van dienst zichzelf eerst even vertrouwd moest maken met de belangrijkste navigatieen klimaatfuncties van het 6,5-inch display, dat in alle Caddy’s standaard wordt geleverd. Het is dezelfde unit als in de ID.3, waarvoor automatisch alle mooie en lelijke opmerkingen gelden die er eerder over de bediening zijn gezegd en geschreven. Om kort te gaan: de algehele gebruiksvriendelijkheid is ver te zoeken. Bij een ID.3 kun je bewust voor zo’n systeem kiezen, maar niet bij een bestelauto die je van je baas krijgt. Gebruiksgemak wordt bij bedrijfsauto’s dubbel en dwars op de proef gesteld. Instappen, een gedachteloze draai aan de verwarmingsknop, een tik op de knop voor de radio en gáán … maar dat is er in de nieuwe Caddy pas na enig oefenen bij. Je moet dealen met gevoelloze tiptoetsen voor het hoofdmenu en ondefinieerbare temperatuurschuifjes.
Je moet je handschoenen ervoor uittrekken en waarschijnlijk eerst de spachtelputz, verfspatten of tuinaarde van je vinger toppen schrapen om de verwarming wat hoger te krijgen. Op het beeldscherm bedien je al snel onbedoeld de ventilator en het radiovolume tegelijk. Een misser, dat vereiste finger spitzengefühl.
Rijden doet de Caddy, als contrast met het bovenstaande, bijzonder gemakkelijk. Je blaast het stuur zowat heen en weer en zelfs met een gekneusde pink tik je de zesbak trefzeker heen en weer. Er is voldoende opbergen aflegruimte voor grote en kleine zaken, ook aan het plafond. De grote vakken bovenop het dashboard zijn nuttig, maar ook heel glad, zodat spullen er gaan schuiven. De testauto had de 102 pk sterke motor en die voelt bijzonder levendig aan.
Op nat asfalt is wielspin wel heel gemakkelijk op te roepen (terwijl de laadbak leeg was) en op snelheid gaat de Caddy er zonder meer als een haas vandoor. De 2.0 TDI is ook stil genoeg; alleen wanneer je een beetje vermogen vraagt, is er in de verte wat geruis waarneembaar. En die achteras? Die voelt gewoon aan als de starre unit die het nu eenmaal is. Dus: overwegend is er voldoende comfort, met op korte hobbels alsnog een tik in je rug. De Caddy staat rond deze tijd bij de dealers, de Caddy Maxi volgt in het voorjaar. De prijzen starten bij € 14.700 exclusief bpm en btw.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.