en nog veel meer..
Om te kunnen inloggen op Mijn AutoWeek moet u akkoord gaan met onze privacy voorwaarden.
Dat je geen 500 pk nodig hebt om rijplezier te beleven, maakt de Toyota GT86 op indrukwekkende wijze duidelijk. Maar hoe verhoudt zijn kleine broertje Yaris GRMN zich tot de achterwielaangedreven coupé. Weet die wellicht een nog grotere grijns op je gezicht te toveren?
Hoe definieer je rijplezier? Dat is een lastige vraag. Het is niet domweg een kwestie van vermogen. Sterker nog, het valt helemaal niet mee om met een 500 pk sterke sportwagen lol te hebben op een bochtig landweggetje. De grens is immers snel overschreden en dan wordt het vooral een kwestie van zelfbeheersing. Deze gedachten kunnen zo maar bij je opkomen als je met een Toyota GT86 enthousiast over het genoemde landweggetje rijdt. Ook met de 200 pk sterke boxerbolide zijn de wettelijke grenzen
snel overschreden als je het gaspedaal flink intrapt. Waar je met een krachtig gemotoriseerde sportwagen eigenlijk aan de goden bent overgeleverd gezien de hoge snelheden, laat de onschuldige GT86 met zijn levendige achterzijde en raspende boxergeluid echter weten dat hij altijd zin heeft om een potje te stoeien. En dat al bij snelheden die absoluut legaal zijn.
Je bent niet alleen toeschouwer in de GT86, en evenmin in zijn broertje Yaris GRMN, je bent echt de dirigent. En dan te bedenken dat Toyota bij het afscheid van de Celica in 2005 zei dat het zijn pijlen op verstandige modellen met hybride aandrijving ging richten en de sportief ingestelde modellen aan andere merken zou overlaten. Gelukkig bedachten de Japanners zich. Met de samen met Subaru ontwikkelde GT86 liet het merk in 2012 zien dat het nog altijd wist hoe het een sportieveling moest bouwen. Met zijn 200 pk, achterwielaandrijving, sperdifferentieel en de bewust weinig grip biedende achterbanden weet de GT86 ook na bijna zeven jaar nog te overtuigen.
Lezersreacties (1) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.