Test: Mercedes-Benz CLE Coupé - De CLK is terug

Twee modellen vervangen door één: wat is dat voor gekkigheid?

Niets nieuws onder de zon. Ooit was er de CLK, die in feite weinig anders was dan een saus E op een bedje C. Feitelijk was die CLK dus ook al C- en E-klasse Coupé ineen, alleen was de manier waarop beide modellen met elkaar waren versmolten anders. Waar de CLK uiterlijk vooral op de toenmalige E was geënt en onderhuids eigenlijk een C was, zit de nieuwe CLE Coupé wat betreft design veel meer in het midden. De technische spagaat is ook een stuk minder uitdagend dankzij het modulaire MRA2-platform waarop zowel de C als de E zijn opgetrokken.

Eigenlijk de wederopstanding van de CLK.

Hoe zit het dan met de maatvoering?

De CLE is anderhalve centimeter langer dan de E-klasse, wat automatisch betekent dat hij ten opzichte van de C-klasse een enorme groeispurt van maar liefst 164 mm heeft doorgemaakt. De wielbasis kromp iets (8 mm) ten opzichte van de E, maar groeide met 25 mm ten opzichte van de C. Hoewel de wielbasis ten opzichte van de E net iets kleiner werd, maar de koets iets langer, kun je slechts concluderen dat de verhoudingen alsnog kloppen. Van opzij is de CLE een sierlijke, gestrekte coupé zoals je die vandaag de dag nog maar weinig ziet. En we durven te wedden dat niemand dat lelijke spijltje zal missen dat bij de E Coupé vlak voor de C-stijl zat. Op het gebied van interieurmaten is de CLE voor C Coupé-rijders uitsluitend winst. Wie uit de E Coupé stapt, krijgt weliswaar wat meer beenruimte vóór, maar minder been- en hoofdruimte achter. De interieurbreedte op de achterbank is wél gegroeid.

Meer ruimte in de breedte achterin.

En het dashboard? C of E?

Dat is bijna één op één van de C-klasse sedan overgenomen. Hier dus geen hyper- of zelfs maar superscreen, maar twee separate schermen, waarvan het centrale deel verticaal staat en iets naar de bestuurder is gedraaid. Wel aan boord is het nieuwe, derde generatie MBUX-systeem dat eerder in de E-klasse debuteerde. Het bevat veel nieuwe handigheden en connectiviteit. Muziek is er op drie niveaus, waarbij de echte fijnproever kiest voor Burmester, met zeventien speakers, waaronder enkele in de hoofdsteunen, en Dolby Atmos, dat voor een 360 graden-ervaring moet zorgen.

Verder nog technisch nieuws?

Een meesturende achteras als optie maakt de auto op hoge snelheid rustiger en stapvoets een stuk wendbaarder. Ten opzichte van een CLE zonder vierwielsturing is de draaicirkel een halve meter korter. Daarmee is de CLE in die versie zelfs nog een stuk wendbaarder dan de kleinere C-klasse Coupé. Alle motorversies zijn uitgerust met 48V mild hybrid-systeem, ISG. Ten opzichte van eerdere versies heeft het in de CLE een nieuwe accu, waardoor het elektrische vermogen van 15 naar 17 kW steeg. Het levert 205 Nm extra koppel. Die extra boost kan worden ingezet bij wegrijden vanuit stilstand en om bij een constante snelheid met stilstaande verbrandingsmotor te ‘zeilen’, zodat het verbruik wordt gedrukt.

Het dashboard komt uit de C-klasse.

Hoe rijdt dat?

De zescilinder is heerlijk soepel, mede dankzij af en toe wat hulp van de mild hybrid-techniek die mogelijke gaatjes in de vermogensafgifte nagenoeg naadloos dicht plamuurt. Dit zorgt er ook voor dat we op snelheid bij uitrollen ‘zeilen’. Dat is natuurlijk voornamelijk om het verbruik omlaag te brengen, want aan de rust aan boord draagt het uitschakelen van de zescilinder amper bij – zo stil is hij nu eenmaal. Het comfort is ruim binnen de kaders van wat je van een Mercedes verwacht. Hij laat amper schokken door en de besturing plukt zijn vruchten van het progressieve karakter en de meesturende achterwielen. Het is allemaal erg rustgevend op snelheid. Dat doet niets af aan het feit dat de assistentiesystemen zich te nadrukkelijk met je rijstijl bemoeien. Zelfs wanneer je maar net boven de snelheidslimiet komt, ramt de dwerg op zijn gong, zodat je hem al gauw onbeleefde dingen naar het hoofd slingert. Op de meanderende bergwegen gedraagt de CLE zich voornamelijk onderkoeld en vergevingsgezind. Hij gaat hard, maar als je de stoere jongen wilt uithangen, koop je maar een pure sportwagen.

Comfort en rust, ook op binnenwegen.

Welke motoren komen er?

De instapper wordt de CLE 200 met 150 kW en 320 Nm. Dezelfde tweeliter viercilinder is er ook met 190 kW en 400 Nm, dan heet hij CLE 300 4Matic. Inderdaad, standaard met 4WD, wat op de 200 een optie is. De zes-in-lijn die wij reden, heet CLE 450 4Matic en heeft 280 kW en 500 Nm. Alle hebben standaard de 9G-Tronic-automaat. Een plug-in hybride staat voor volgend jaar op de agenda en datzelfde gaat op voor de CLE Cabriolet. De Coupé komt in november naar Europa.