Test: Audi Q4 e-tron - Meer voor hetzelfde
Technisch stevig aangepakt, uiterlijk ongewijzigd
116 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Na de Skoda Enyaq en de Volkswagens ID4 en ID5 ondergaat de technisch grotendeels identieke Audi Q4 van verbeteringen aan de aandrijflijn. Veel meer vermogen betekent een nieuw typeplaatje, terwijl de Audi-ingenieurs bovendien nog eens goed naar het onderstel keken.
Wat is er precies veranderd aan de Audi Q4?
Datgene wat de genoemde Volkswagens, Skoda en Audi samenbindt, heet het MEB-platform. De ‘Modularer E-Antriebs Baukasten’-basis is voor het merk Volkswagen de spil waarop de elektrificatie drijft, maar geldt voor Audi slechts als één van de vier (!) elektrische platformen in het aanbod. Wel een heel belangrijke, evengoed, want de relatief compacte Q4 is met afstand de populairste EV in het aanbod. De Q4 trad in 2021 aan, na de ID4 en Enyaq. Audi vindt het nog te vroeg voor een facelift, maar reken maar dat die binnen afzienbare tijd alsnog komt. Tot het zover is, is de technisch stevig aangepakte Q4 niet te onderscheiden van de oude. Daarop is één uitzondering: het typeplaatje. De Q4 40 e-tron maakt plaats voor de Q4 45 e-tron en de Q4 50 e-tron wordt vervangen door de Q4 55 e-tron. Wie weet dat het tweecijferige getal een plaats op de vermogensladder aangeeft, kan uitdokteren wat dat betekent: beide versies krijgen er kracht bij.
Hoeveel vermogen heeft de Q4 nu?
Een stevig aangepakte elektromotor met sterkere magneten stuwt de achterwielaangedreven 45 naar 286 pk, tegen 204 voor de ‘oude’ 40. Het koppel profiteert mee en gaat van 310 naar 545 Nm. De 55 heeft vierwielaandrijving, profiteert van dezelfde gewijzigde motor achter en brengt 340 pk op de been, tegenover 299 voor de 50 die hem voorging. Tussen deze smaken in zit ook nog een 45 quattro, die de vierwielaandrijving van de 55 combineert met het vermogen van de lagere variant. Daarmee is deze versie ook wat krachtiger dan zijn directe voorganger (265 pk), maar genoeg voor een naamsverandering is dat bij de 45 quattro niet. Basisversie 35 is met zijn kleinere accu even verdwenen, maar keert binnenkort in nauwelijks gewijzigde vorm terug.
Hoe zit het met het opladen?
Voordat het zover is, gaan wij graag met de 45 op pad. Als de minst dure manier om met de grote accu thuis te komen, is dit eigenlijk de interessantste van de reeks. Het verschil in vermogen is direct merkbaar. Niet dat de 40 loom of traag was, maar met maar liefst 2.145 kg wagengewicht is wat extra nooit weg. De Q4 is nu zelfs in deze achterwielaangedreven vorm serieus vlot, met een 0-100 tijd van 6,7 seconden. Belangrijker is wellicht dat de nieuwe motor ook efficiënter is dan de oude. Dat levert bij een ongewijzigde accucapaciteit van 77 kWh zo’n 15 kilometer meer actieradius op, voor een totaal van 539 WLTP-kilometers. Ook het opladen gaat sneller volgens Audi, maar niet wezenlijk. De piek ligt aan de snellader als vanouds op 135 kW, maar door een beter temperatuurmanagement moet die hoge snelheid nu wel over een langere periode benaderd kunnen worden. Saillant detail: de quattro-versies hebben eveneens 77 kWh, maar pieken op 175 kW. De reden is onverwacht: de vierwielaandrijvers hebben een accupakket van LG, mindere versies doen het met een wat anders samengesteld pakket van het Chinese CATL.
Zijn er verder nog wijzigingen?
Voor meer onderscheid met Volkswagen en Skoda is de besturing aangepakt, net als het onderstel. Dat is er in drie varianten: een standaard onderstel, een iets verlaagd sportonderstel en een versie met adaptieve dempers. Wij rijden de adaptieve variant en hoewel het verschil tussen de hardste en de zachtste stand voelbaar is, geldt dat maar heel beperkt voor het verschil tussen de nieuwe en de ‘oude’ Q4. Nog steeds dribbelt de auto op wat ongemakkelijke wijze over korte oneffenheden heen, wat gezien het hoge gewicht en de dito koets ook weer niet heel verwonderlijk is. Pluspunten zijn de zeer kleine draaicirkel, de goede bouwkwaliteit, het relatief speels vormgegeven interieur en de geweldige zitpositie. Zeker ten opzichte van de ID-modellen van Volkswagen is de ergonomie in de Q4 een enorm voordeel, met losse knoppen voor onder meer klimaatregeling en stoelverwarming. Dat laatste is standaard en dat geldt sinds de update ook voor bijvoorbeeld de elektrische achterklep, terwijl het tijdelijk verdwenen panoramadak nu weer gewoon als optie verkrijgbaar is. Met die extra uitrusting, een subtiel bijgewerkte veiligheidsuitrusting én de vrij significante aandrijflijn-upgrade biedt de Q4 meer waar voor zijn geld dan voorheen, want de vanafprijs ligt met net geen 55 mille op hetzelfde niveau.
Lezersreacties (116) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.