Blits Bezit: Suzuki Alto Works (1995)
Blij ei
- Dennis van Loenhout
- Blits bezit
Bestond er een verkiezing voor lulligste huisvouwenauto aller tijden, dan won de Suzuki Alto die titel met glans. Onverdiend, want wie de Alto door bril van de Japanse kei-regelgeving bekijkt ziet een veelzijdig kleintje, en wie de Suzuki Alto Works kent ziet een dappere strijder die z’n uiterste best doet om een combinatie te zijn van een Subaru Impreza en een Porsche 911. Wat een blij ei.
Is dit een Alto? We horen het je denken en geven alvast het antwoord. Ja, dit is een Suzuki Alto, van bouwjaar 1995. De Alto is alweer veertig jaar oud, en dit exemplaar is er een van de vierde generatie, de HA11 voor intimi. Die werd in 1994 voorgesteld als de Alto die Suzuki weer terug naar de basis moest brengen. De basis, dat is goudeerlijk en doodsimpel vervoer, zonder fratsen. De exportmarkten, wij dus, werden afgescheept met een tot Alto omgedoopte versie van de Indiase Maruti Zen. Met zijn lieve, afgeronde vormpjes bleek die Indiase Suzuki – Suzuki is meerderheidsaandelhouder van Maruti – hier trouwens een flink schot in de roos, maar een échte Alto is het dus niet. De Alto HA11 was niet bedoeld voor export, en werd op de Japanse markt ook flink uitgekleed ten opzichte van zijn voorganger. Van de HA11 kwamen er geen vrachtversies of luxevarianten. Er kwam alleen een Works.
De Suzuki Alto is niet voor niets een klein autootje. Japan is dichtbevolkt en de grote steden kampen er al decennialang met ruimtegebrek. Dus bedacht de Japanse overheid in 1949 de Keijidosha, oftewel de Kei-cars. Kleine autootjes, waarvan de bezitters in aanmerking komen voor belastingvoordelen en vooral worden vrijgesteld van de verplichting aan te tonen dat ze over parkeerruimte beschikken. Ten tijde van de Suzuki Alto HA11 waren Kei-cars onderhevig aan wetgeving die in op 1 maart 1990 inging en die bepaalde dat de auto’s maximaal 3,30 meter lang, 1,40 meter breed en twee meter hoog mochten zijn.
Op motorisch vlak werd de limiet bepaald op 660 cc en 63 pk. Die regels zien als een beperking, dat was Suzuki’s eer te na. Op dat moment stond de Suzuki Alto Works, die voor het eerst werd geïntroduceerd in 1987, al bekend als de ultieme Kei-car, en de HA11 was vastbesloten om die lijn door te trekken.
HOOGSTANDJE
Welke generatie van de Suzuki Alto Works je ook bekijkt, het zijn stuk voor stuk technische hoogstandjes. Suzuki had geen keuze; het wenste zich niet te laten intimideren door de concurrentie, die links, rechts, voor en achter ontdekte dat de Kei-regels een ideale kapstok vormden om een vederlicht bommetje op te baseren. Toen de Alto in 1979 werd voorgesteld ging hij in Japan meteen als warme broodjes over de toonbank, in die mate dat de Alto wordt gezien als de stamvader van de Japanse markt voor microcars. Dus viel Suzuki aan met alle vuurkracht die het uit zijn engineers kon persen. De eerste Alto Works zag het levenslicht in 1987 en perste meteen het hoogste Kei-carvermogen aller tijden uit zijn 550 cc turboblokje, met op dat moment een behoorlijk vooruitstrevende elektronische injectie. Dat geheel schopt het tot maar liefst 64 pk.
De HA11 Works gaat daar niet overheen, maar voegt er wel veel aan toe. Dat speciaal voor de Works ontwikkeld front met ronde koplampen bijvoorbeeld, dat met de intrede van de tweede generatie Works, in 1990, gemeengoed werd. Uniek voor de HA11, die in 1995 op de markt kwam, is een volledig nieuw ontwikkeld aluminium motorblok, dat niet alleen vederlicht is, maar bovendien kettingaandrijving heeft, die een distributieriem overbodig maakt. Het dappere miniblokje kan bovendien moeiteloos hoge toeren draaien, en krijgt daardoor ineens een vracht charisma die je nooit van een driecilinder zou verwachten. In 1995 wist Japan al hoe leuk downsizing kan zijn.
LUCHTHAPPERTJE
En ook het uiterlijk van de Works is bijzonder. Op de sideskirt staat met trotse letters het motto van de Works-modellen: We offer the ultimate Works to those who really appreciate performance. Keep on moving. Die sideskirts staan de Alto verrassend goed, net als de spoiler en de aftermarketvelgen, die gelukkig subtiel genoeg zijn om niet hinderlijk te worden.
Ronduit aandoenlijk is het luchthappertje op de motorkap. De Suzuki Alto Works heeft duidelijk geen Calimero-complex, hij staat stevig in zijn schoenen en weet wat-ie wil: plezier maken. En dat is maar goed ook, want als je de Suzuki Alto HA11 op zich bekijkt zou je denken dat wij misschien nog niet zo slecht bediend waren met die Maruti Zen. De HA11 is één brok kleurloze ellende: hij is getekend met een liniaal én een grote aversie tegen onderscheidende kenmerken, zoals ook de Daihatsu Cuore uit die tijd. Dit ontwerptechnische treur toneel leert je echter het belang van verder kijken dan je neus lang is: als Works heeft de Alto HA11 een gouden hart.
Als je achter het stuur van de Alto Works gaat zitten zie je niet heel veel opwindends. Het driespaaks stuur heeft misschien in de verte iets sportiefs, en dat de toerenteller pas stopt bij 10 is zeker opvallend. De A/C-knop op de middenconsole zie je makkelijk over het hoofd, en elektrische ramen zijn ook niet meteen reden tot een feestje. Als je de motor start hoor je een iel startmotortje een brommerige driecilinder tot leven wekken. En als je dan de pook in D zet en plankgas geeft lijkt het ineens alsof je in een Porsche 911 Turbo zit. Echt! Natuurlijk gaat hij lang niet zo hard als een Porsche, maar het brullen en snuiven van de motor, het windgeruis en de snelheidsbeleving zijn bijna hetzelfde. Tot je op de snelheidsmeter kijkt, want als je door al het geweld denkt dat die op zo ongeveer 200 moet staan blijk je hooguit 90 te rijden.
In de bocht is de Alto Works vooral een dartel ding. Het aluminium blokje in de neus weegt nauwelijks iets, dus voor je gevoel zou je evengoed met een auto met middenmotor onderweg kunnen zijn. Zeggen dat de Alto zich “als een kart” laat plaatsen is cliché en weinig fantasievol, behalve als je bedenkt dat een Alto Works ook niet veel meer ís dan een kart met een koetswerkje erop. Oké, hij helt wat over, maar dat maakt de lol juist groter. In enthousiast genomen bochtjes tilt hij zelfs een achterwieltje op. Laat je gas los, dan slaakt de turbo een luide zucht. We bedoelen maar: hoeveel racewagen heb je nodig?
ELLENLANGE VERZETTEN
Het is heus niet allemaal hosanna in de Alto. Bijvoorbeeld over de veiligheid kun je maar beter niet nadenken, want die stond op de optielijst onder het kopje ‘afwezig’. De zitpositie is niet fantastisch en de stoelen bieden ongeveer evenveel steun. En hoeveel lol de Works ook heeft op provinciale wegen, op de snelweg voelt hij zich niet echt thuis. Dat is voor een groot deel te wijten aan de automaat, die slechts drie ellenlange verzetten heeft. De 130 haalt de Alto Works nog binnen afzienbare tijd, maar dan draait de motor al wel zesduizend toeren en is het windgeruis bijna oorverdovend. Dat leed kun je iets verzachten met de duimpjes van Audien BMWrijders, die zich verbazen over het feit dat dat witte koekblik ze überhaupt kan bijhouden. Dat je vaak bij de pomp staat zou je ook een nadeel kunnen noemen, maar mocht je daar naast zo’n BMW-rijder belanden, dan lach je nog steeds het laatst. Die BMW staat daar namelijk omdat hij grote dorst heeft, de Alto omdat zijn tankje zo klein is. Hoe hard je ook scheurt, in een Alto Works moet je keihard werken om het verbruik onder de 1 op 16 te krijgen. Toch weer lollig.
In Japan is de Suzuki Alto Works een cultauto. Hele volksstammen jonge Japanners tuneden het koekblikje tot haast onherkenbare vormen, en geloof het of niet, in de Japanse rallykampioenschappen was de Suzuki Alto Works jarenlang haast even gevreesd als hier in Europa de legendarische Lancia Delta. Hoewel wij het in Nederland zonder Alto Works moesten stellen is het model toch een beroemdheid, zeker onder jongeren. In de beroemde Playstation-racegame Gran Turismo is het één van de eerste auto’s die je als speler kunt kopen, voor een luttel bedragje, om je racecarrière te lanceren. Een Alto Works over de virtuele Nordschleife jagen is iets wat je ooit gedaan moet hebben.
Voor wie weleens met de Works gereden heeft – virtueel of echt – is de Suzuki Alto nooit meer hetzelfde. De Works is een dappere strijder die ook hier een cultstatus verdient. Maar het is vooral een blij ei, zelfs in virtual reality.
BLITSE BEZITTER
“Ik ben een liefhebber van kleine autootjes.” Met die binnenkomer verklaart de 38-jarige Marco Deusing in één klap zijn keuze voor de Suzuki Alto Works. “Hiervoor had ik drie keer een Daihatsu Cuore. Daar was ik helemaal lyrisch over. Dat is karten op de openbare weg, en doordat zo’n autootje niet zo snel is hoef je bijna nooit echt te remmen voor een bocht. Zo’n kleine auto is een genot.
Hoe ik aan die liefhebberij kom? Geen idee, dat zit volgens mij in je. Ik hoef geen Evo of Nissan Skyline, dan voel ik me zo’n patser. Een kleine auto is lekker handig en ik heb een zwak voor de underdog. Misschien kun je het zelfs een vorm van humor noemen. Met mijn baas, die gek is van Japanse auto’s, struin ik na werktijd bijna dagelijks de websites af op zoek naar pareltjes. Daar kwam ik deze Alto Works tegen, die ik altijd al eens wilde hebben. Hij had de ideale kleurstelling, mooie wielen en – voor ons techneuten heel belangrijk – een koets en bodem die op de foto in elk geval eruitzagen als nieuw. De dagen erop zag ik de prijs steeds iets zakken. Ik werd er gek van, ik lag er zelfs wakker van, terwijl ik thuis eigenlijk nooit zo veel met auto’s bezig ben. Op een gegeven moment kon ik niet anders en moest ik hem wel kopen.
De boot waarop hij stond kwam langs mijn woonplaats, ik ben op de dijk gaan kijken. Toen hij er eenmaal was wist ik dat ik de goede beslissing had genomen, hij is bijna perfect. Dit is de enige Alto Works van deze generatie in Nederland. Ik heb altijd al eens een zeldzame auto willen hebben, dat is een bijzonder gevoel.
De motor is een technisch kunststukje. Weet je dat ik echt van driecilinders houd? Zeker dit extreme aluminium blokje met turbo is kicken, rijden is een groot feest. Hij brult en sist als een gek, het is alsof je in een Ferrari zit. Je geniet je kapot. En dat met een Suzuki Alto!”
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.