Test: SsangYong Tivoli e-XDi160

In eigen land Zuid-Korea staat SsangYong op de vierde plaats, maar bij ons speelt het merk al jaren een achterhoedegevecht. En dan ook nog vooral in het grijskentekencircuit. Dat had ook alles te maken met de ontwerpen; de Koreanen deden geen enkele moeite om hun ontwerpen aan onze smaak te toetsen, met creaties als de Actyon en Rodius als resultaat. Met de best leuk getekende Korando wilde SsangYong het tij keren en de ­Tivoli is een tweede stap in die richting. Ook die heeft een eigenzinnig ­uiterlijk, maar dan op een positieve manier. In AutoWeek 27 vergeleken we hem met de Mazda CX-3 en de Nissan Juke. Dat bleek nog wat hoog gegrepen voor de nieuw­komer, maar al met al bracht de Tivoli het er best goed vanaf en als het op binnenruimte aankomt, is de Ssang­Yong misschien zelfs wel de royaalste in zijn klasse. De hoekige koets geeft hem niet alleen een eigen smoel, die betaalt zich ook uit in centimeters hoofd- en beenruimte. Bovendien geeft hij met zijn 423 liter kofferruimte ook veel auto's van een klasse hoger nog klop.

De Tivoli-motoren zijn in Oostenrijk ontwikkeld en worden in Zuid-Korea gebouwd. De handgeschakelde trans­missie is geleend van Hyundai. We rijden de 115 pk sterke diesel met voor­wielaandrijving en handbak – een verrassend aangename combinatie.

De motor is qua vermogen redelijk bescheiden, maar het koppel is royaal en over een breed toerengebied aanwezig. Daardoor is hij lekker soepel en vlot. Bij de benzine­versie hadden we wat moeite met het doseren van de nogal gevoelloze koppeling, maar dankzij het hogere koppel van de diesel hebben we daar nu geen last van. De besturing is naar bekend Koreaans gebruik erg licht en gevoelloos en daar kan de in drie standen instelbare ­bekrachtiging nauwelijks iets aan verbeteren. Desondanks laat de Tivoli zich mooi secuur besturen. Op de snel­weg voelt hij rustig aan, maar op slecht asfalt valt de achteras een beetje door de mand; hobbels en gaten worden nogal moeizaam verwerkt. Het dashboard zit netjes in elkaar, maar oogt wel wat bedaagd en de materialen zijn niet op het niveau van de meeste concurrenten. Daar heeft SsangYong dus nog wat huiswerk te doen. Was de Tivoli een prijsknaller geweest, dan had je hem die tekort­komingen vergeven. Maar de auto ís geen koopje. Ook bij onze zuider­buren speelt dat probleem en de ­Belgische importeur denkt daarom na over een instapversie die al voor minder dan 20 mille wordt aangeboden. Op dit moment ben je nog minstens € 21.950 kwijt voor een Tivoli. Er is dus nog wat werk te verzetten, maar de importeur is zich daarvan ­bewust en de Tivoli is, zeker met deze motor, een grote stap in de goede richting. Bovendien is de diesel die wij reden dit jaar nog goed voor 20 procent bijtelling. Ten slotte biedt Ssang­Yong ook nog een zeer royale garantie (5 jaar tot een maximum van 100.000 kilometer) en daarmee hebben andere Koreanen veel groei weten te realiseren. Onze zegen hebben ze.