smart roadster
Smartlappen
Als de roadster straks bij de dealer staat, ga dan eens langs voor een proefrit en probeer u vervolgens onopvallend een weg door het verkeer te banen. We kunnen u verzekeren: dat lukt niet. De reden daarvoor ligt voor de hand; met zo'n uitgesproken uiterlijk als deze twee smarts kijkt werkelijk iederéén om. Geen ontkomen aan. Verlegen aangelegde types raden we deze auto's dan ook ernstig af. Zonder gekheid: smart zet met de roadster en roadster-coupé twee unieke tweezitters neer die de tijden van kleine open tweezittertjes als de MG Midget en de Honda S800 doen herleven. Ze raken je in het hart, als een authentieke goudeerlijke smartlap. Eén blik en je valt als een blok voor ze. Als je niet van steen bent tenminste, maar we kunnen ons bijna niet voorstellen dat iemand dit geen leuke karretjes vindt.
Oké, even genoeg emotie voor nu, laten we ze eens iets nuchterder gaan bekijken. Voor de goede orde: het verschil tussen de roadster en de roadster-coupé zit aan de achterzijde. De laatste heeft een glazen kap en de eerste niet, daar komt het eigenlijk op neer. Behalve dat de coupé daardoor iets zwaarder (lees: minder licht) wordt, levert het 'm wel een grotere (lees: minder kleine) bagageruimte op. Want klein is deze: 59 liter voorin en 86 (roadster) en 189 (coupé) liter achterin houdt niet over. En dat is als je het dak erop laat zitten. Verwijder je dat, blijft er alleen nog plek over voor een paar rugzakjes. Want de twee dakstijlen gaan voorin en het dakje zelf berg je in twee delen achterin op. Maar daarover later meer. Deze karretjes zijn gemaakt om te rijden en een hele berg plezier mee te beleven en niet voor de boodschappen, zoveel is wel duidelijk.
Pretkar pur sang
Om terug te komen op het dak: daarvoor heeft smart een ingenieus systeem bedacht. Eerst haal je de twee dakpanelen los die je vervolgens keurig in de 'kofferbak' opbergt. Houd je een groot open dak over, dat je eventueel, op elke snelheid, weer af kunt sluiten met de elektrisch te bedienen softtop. Hard- én softtop zijn overigens een optie; normaal kies je voor één van de twee. Maar we willen écht open rijden, dus gaan ook de dakstijlen met een simpele hendelbeweging los. Deze twee gaan in de bergruimte voorin. Raampjes naar beneden en je hebt een pretkar pur sang. De instap vergt soepele ledematen, maar zit je eenmaal, dan zit je ook goed. En laag bovendien. De stoelen zouden wel wat meer zijdelingse steun mogen bieden voor de rug. Het forse stuurwiel staat praktisch loodrecht voor je neus en is helaas niet verstelbaar. Opbergruimte is er niet, op een minuscuul dashboardkastje en mini-kaartenvakken na. De automatische sequentiële zesversnellingsbak, die eventueel ook met flippers achter het stuur is te bedienen, is een iets snellere versie van de bak die we kennen uit de city-coupé. Echt vlot is 'ie echter nog steeds niet; in de city-coupé kunnen we daar nog net mee leven, maar in de roadster is 'ie af en toe hinderlijk langzaam. En dat past niet bij zijn flitsende karakter en is een kleine smet op het rijplezier. Opschakelen gaat wel, maar terugschakelen bij snellere bochten duurt net iets te lang. Zonde, want met het 700 cc-motortje zit het wel snor. Met 82 pk achter je rug is het lekker opschieten, het torretje maakt een behoorlijk volwassen geluid en de turbo fluit er heerlijk tussendoor. De prestaties zijn heel behoorlijk: in 11 tellen zit je op de honderd en volgens de fabriek moeten de roadster en roadster-coupé 175 km/h halen en dat is in een auto als deze een hele beleving. Dankzij de lage zit, het geringe gewicht, de gunstige gewichtsverdeling en de korte overhang heeft de roadster heel wat kart-trekjes en dat merk je goed tijdens het sturen. Je kunt 'm ongehoord hard door de bochten gooien en pas als het uit de hand dreigt te lopen, grijpt het ESP in. Dat systeem kun je wel uitzetten, maar dat heeft alleen effect op de wielspin en de selectieve remingreep bij het optrekken. Voor de rest blijft de elektronica een oogje in het zeil houden. Maar met ESP uit kun je in ieder geval wat meer 'spelen' en dat is wel zo leuk met deze auto. Het sturen zou wat ons betreft wat directer mogen, dat gaat nu net iets te gevoelloos.
Succesnummers
We vermoeden dat de smart roadster en roadster-coupé klappers van jewelste gaan worden. Ze hebben alles in zich om succesnummers te worden; een speels en tegelijk stoer uiterlijk, flink wat vermogen, kwalitatief dik in orde en bovenal bergen rijplezier. De prijzen zijn in vergelijking met de concurrentie (waaronder de Ford Streetka, de Citroën Pluriel en de Peugeot 206 CC) keurig te noemen. Als halverwege dit jaar de 45 kW/61 pk-variant komt, zit je voor net iets minder dan twintig mille in een roadster. Die is natuurlijk minder vlot dan de 60 kW, maar voor de rest minstens zo leuk. En helemaal leuk wordt het als later Brabus zich met de auto gaat bemoeien en hij zo'n 100 pk zal gaan leveren. Standaard wordt de 45 kW'er op stalen velgen afgeleverd, maar we vinden vooral de driespaaks 'spinline'-wielen die de roadster 60 kW meekrijgt, bijzonder goed smoelen. Elke roadster en roadster-coupé hebben standaard ESP en ABS met elektronische remkrachtverdeling en remassistent. De basisuitvoering heeft de SOFTIP sequentiële versnellingsbak die alles automatisch doet, terwijl je de 60 kW-varianten ook zelf op en neer kunt schakelen (SOFTOUCH), als optie met hendels aan het stuur. Bovendien heeft de roadster-coupé automatische airco aan boord. Smart verwacht ergens tussen de 750 en 1000 auto's te gaan verkopen en we zouden er zeer van opkijken als ze dat niet gaat lukken. Met de vierzits Forfour in de pijplijn is het merk van de 'kleine autootjes' lekker bezig en begint ondertussen behoorlijk te puberen. Met nog meer Vreselijk Leuke Autootjes als de roadster en roadster-coupé kan het nooit lang meer duren voordat smart en echt volwassen merk wordt.