Peugeot 508 SW - Skoda Superb Combi - Vergelijkende Test

Dat de hier gepresenteerde merken zoveel moeite doen om de gunst van de koper te winnen, is niet zo gek. Want wie stapt er tegenwoordig nog in een grote middenklasser? Het zogenaamde D-segment heeft zonder twijfel het meeste last van de opmars van de SUV, die dankzij auto’s als de Mazda CX-5, Volkswagen Tiguan en Peugeot 3008 een uitstekend alternatief kan zijn voor grote sedans en stationwagons. Ook de hoogpotigen bieden in veel gevallen genoeg binnenruimte voor een gezin met grotere kinderen en combineren dat bovendien met de zo gewenste hoge zit en een uitstraling die kennelijk bij velen in de smaak valt. De Peugeot 508 gaat juist op het punt van die uitstraling de strijd aan. Net als z’n liftback-broertje verleidt de SW kopers met een fraaie, wulps gelijnde koets. Van het opvallende front tot de lage daklijn en van de stijlloze portierruiten tot de brede heupen, de 508 is een aandachttrekker. Dat dit verleidelijke uiterlijk ten koste gaat van de binnenruimte, neemt Peugeot voor lief.

Daarmee varen de Fransen een totaal andere koers dan het Tsjechische Skoda, dat praktisch gebruiksgemak juist de hoofdrol geeft. Samen met de Kodiaq blijft de Superb de absolute ruimtekoning van het gamma, en dat is de auto aan te zien. De dik 4,8 meter lange Superb Combi is voor Europese begrippen ongekend groot en ontstijgt niet alleen in de lengte, maar ook in de breedte en hoogte zijn directe concurrenten. Hoewel het strakke koetswerk het nuchtere karakter van de auto onderstreept, is de Superb tegelijkertijd niet helemaal wars van uiterlijkheden. De facelift bracht een stoerder front, modieuze ledlampen rondom en over de achterklep breed uitgesmeerd het woord ‘Skoda’, waarmee de auto ontegenzeggelijk wat chiquer oogt dan voorheen. Aan de achterzijde doet de auto zelfs sterk denken aan de veel duurdere Audi A6 Avant, wat toch als een compliment mag worden gezien. Ons testexemplaar is uitgerust als Sportline en beschikt naast de daarbij standaard aan wezige zwarte accenten over forse 19-inch wielen, die het stoere plaatje compleet maken. De Peugeot gooit zijn GT-line-pakket in de strijd en pronkt eveneens met zwarte hoogglans raamomlijsting en niet te missen led-ornamenten.

CARBON

Binnenin is het contrast tussen de twee stationwagons nog groter dan aan de buitenkant. De Peugeot pronkt met een uniek vormgegeven en fraai afgewerkt dashboard. Het hooggeplaatste, digitale instrumentarium springt meteen in het oog, maar is zeker niet het enige opvallende kenmerk. Zo zien we ook een reeks ‘pianotoetsen’, grote lappen carbon-achtig materiaal en een zwevende middenconsole. De uit lagen opgebouwde werkplek omarmt de bestuurder mede daardoor op intieme wijze. Het naar de bestuurder toe gedraaide centrale scherm versterkt dat gevoel. Het scherm zorgt er ook voor dat de boel heel opgeruimd oogt, want zelfs de bediening van de climate control is in de digitale omgeving verstopt. Ondanks de sneltoetsen onder het scherm blijft dat wat omslachtig. Dat het scherm wat traag reageert, helpt daarbij niet. De digitale wereld van Peugeot is mooi en coherent vormgegeven, maar dit gaat soms ten koste van gebruiksgemak.

Iets soortgelijks geldt voor de zitpositie. Ja, de zit is mooi laag en de bestuurder bevindt zich voelbaar in het middelpunt van de belangstelling, maar het hoge instrumentarium zorgt er wel voor dat niet iedereen een fijne houding ten opzichte van het erg kleine stuur kan vinden. Achterpassagiers komen er nog slechter vanaf, want voor hen is de beschikbare ruimte voor een auto in dit segment echt onder de maat. Het gaat allemaal net, maar zowel hoofd als benen komen bij een 1,85 meter lange volwassene akelig dichtbij de grenzen van het ruimteaanbod. Door de lage daklijn is de toegang bovendien niet geweldig, zeker niet als er een kinderstoel in het spel is. De bagage heeft minder reden tot klagen, want mede dankzij het hooggeplaatste afdekzeil is er achter de achterbank 530 liter beschikbaar. Wie de bank met een snelle beweging vanuit de bagageruimte platgooit, kan 1.780 liter op een vlakke laadvloer kwijt.

TWEE KEER TIKKEN

Voor een modieuze verschijning biedt de 508 SW heus veel ruimte, maar het bagageruim van de Superb veegt er evengoed de vloer mee aan. Met de achterbank in gebruik en het rolscherm op z’n plek verdwijnt er 660 liter in de reuzen-Skoda en met de bank plat wordt dat zelfs 1.950 liter. Net als bij de Peugeot laat de bank zich vanuit het laadruim omgooien, maar het is wel jammer dat daarna geen vlakke laadvloer ontstaat. In standaard vorm moet de Superb het zonder dubbele bodem doen, met een lage laadvloer als gevolg. De optionele ‘functionele bagageruimtevloer’ zou eigenlijk standaard moeten zijn.

Ook voor de achterbank zijn er tal van aankleedmogelijkheden, van speciale hoofdsteunen tot zonneschermpjes en zelfs een voetensteun. Ook deze items moeten we in de testauto ontberen, maar een gigantische bak ruimte is uiteraard wel standaard. In de Superb hoeven de voorste inzittenden echt niet in te schikken voor achterpassagiers, want die komen nooit wat te kort. Benen en hoofd komen niet in de buurt van stoel en dak, en door de enorme portieren is ook de toegang geen enkel probleem. Door de wat hogere en gevoelsmatig ver naar voren geplaatste bestuurdersstoel en het zicht in de binnenspiegel is ook de bestuurder zich er continu van bewust dat hij of zij met een grote auto onderweg is.

Dat is een groot verschil met de Peugeot, die juist om de bestuurder heen lijkt te krimpen. Daarmee is vanaf het begin duidelijk dat de Superb minder een rijdersauto is, al wil dat niet zeggen dat we er niet prettig in zitten. Het Skoda-dashboard is netjes, maar zal geen designprijzen in de uit andere Volkswagen-producten en biedt ook hier een heleboel instelmogelijkheden. Het centrale scherm werkt snel en is wat indeling betreft aardig te doorgronden, maar het doet qua bedienings gemak wel een stapje terug ten opzichte van het eerdere exemplaar. De handige snelkoppelingen en de volume-draaiknop maken plaats voor een vijftal touch-knoppen. Even snel naar radio, media of navigatie gaan betekent daarom altijd twee keer tikken.

DOORSLAAN

Ook de grote, wat ouderwets ogende automaathendel van de Skoda vormt een groot contrast met het compacte juweel dat we tussen de Peugeot-stoelen vinden. De bekende DSG-automaat is inmiddels standaard op bijna alle versies van de Superb, al moet gezegd dat dat er niet veel zijn. Zowel op benzine- als op dieselgebied is er vooralsnog één keuze bij Skoda, beide met 150 pk. In ons geval gaat het om de benzineversie, die wordt aangedreven door de bekende en veelgebruikte 1.5 TSI-viercilinder. Die motor maakt van de Superb geen snelheidsmonster, maar past met z’n gemoedelijke karakter, stille loop en adequate cijfers toch goed bij de auto.

Ook de automaat doet op een prettige manier zijn werk. Waar een DSG in combinatie met de 1.0 TSI soms de neiging heeft om te snel op te schakelen, weet hij in dit geval zijn schakelmomenten goed te kiezen. Ook bij een plotselinge versnelling is de bak lekker bij de les, zeker als de Sport-stand wordt gebruikt. Die is eigenlijk wat misplaatst in deze Skoda, want met sport heeft zelfs deze Sportline niets van doen. Ook met een zwarte grille en grote wielen blijft een Superb vooral een comfortabele, goedmoedige lobbes. Zelfs bij het sportonderstel dat de Sportline volgens de prijslijst heeft, slaat de demping zelfs een beetje door in dat comfort. Dat mag je gerust erg letterlijk nemen. Na een wat grotere hobbel deint de neus namelijk rustig nog even na, wat juist afbreuk doet aan het comfort. Een kleine smet, want met z’n zachte karakter is de Superb evengoed een heerlijke reisauto.

De prettige besturing zorgt daarbij voor een goede rechtuitstabiliteit. Dat is fijn, omdat de Lane Assist van Skoda er één is van de passieve soort die pas ingrijpt als de lijn te dichtbij komt. De Peugeot kan zichzelf wel actief in het midden van de rijstrook houden, maar maakt weer minder indruk met de natuurlijke neiging daartoe. Mede door het kleine formaat zit er minder rust in het stuur dan in de Skoda. Anders dan het uiterlijk doet vermoeden, is ook de 508 geen sportieveling. Zeker met de adaptieve dempers op comfort is het Franse onderstel boterzacht, terwijl het in de normale stand een voelbaar dynamischer karakter krijgt.

De 508 laat meer met zich gooien en smijten dan de wel erg grote Superb, maar komt evengoed op de snelweg het best tot z’n recht. Aan kracht is er zeker geen gebrek, 181 pk is hier het minimum op benzinegebied. De 508 is dan ook vlotter dan de Skoda, maar de 1.6 Puretech laat zich ook wat meer horen dan diens 1.5. Ook de automaat doet net wat minder verfijnd zijn werk, al lijkt Peugeot de software nu beter te hebben afgesteld dan bij eerdere exemplaren.

TOCH NOG VERGELIJKBAAR

Hoe verschillend deze auto’s ook zijn, wat prijs betreft zijn ze in de hier gepresenteerde uitvoeringen nagenoeg gelijk. Beide testauto’s staan voor zo’n 52 mille te boek. Veel geld, waarvoor je dan wel lekker dik en sportief aangeklede versies krijgt. Ook de uitrusting is goed vergelijkbaar. Beide auto’s zijn onder meer voorzien van een digitaal instrumentarium, climate control met meerdere (Skoda zelfs drie!) zones, adaptieve cruisecontrol, een panoramadak en een rijstrookassistent. Opvallendste misser op de Skoda is de genoemde dubbele laadvloer, maar bij Peugeot missen we elektrisch verstelbare stoelen en adaptieve koplampen. Als het wat minder mag, is de Superb er met deze aandrijflijn vanaf € 41.890. De Peugeot staat voor minimaal € 43.940 te boek.