Rolls-Royce Phantom Drophead Coupé
Eén dag in de hemel
- AutoBild
- Eerste rijtest
Nog nooit hebben we ons zo nietig gevoeld. Het ontbreekt ons in meerdere opzichten aan statuur voor deze auto. Alles in ons leven is veel te klein voor een Rolls-Royce. Het banksaldo, bijvoorbeeld. Onze woning. Onze positie op de carrièreladder. Maar al die zaken zijn immers ook onvermijdelijk met elkaar verbonden. We zetten ze even overboord en laten ons onderdompelen in luxe; de uitnodiging om een dag met de nieuwe cabrio van Rolls-Royce luchtgeveerd door het Toscaanse heuvelland te zweven, slaan we natuurlijk niet af! De Britten noemen hun open Phantom deftig 'Drophead Coupé'. Het is de nieuwste telg uit de Rolls-fabriek in Goodwood, twee uur rijden ten zuiden van Londen. En het is meteen ook de exclusiefste, grootste en zwaarste cabriolet ter wereld. Alles aan deze auto is indrukwekkend. Hij kost een slordige E 600.000, is 5,61 meter lang en 2,62 ton zwaar. Het is een rijdend superlatief, gebouwd met de allerbeste materialen die de wereld te bieden heeft. Teak, aluminium, edelstaal en het allerduurste leer en hout maken dit tot de fraaiste salon op wielen. De Britten willen er jaarlijks 200 gaan maken, tot eind 2008 is de productie al uitverkocht.
Koninkrijk
Dure winkelstraten met handtassen van E 20.000, elitaire boulevards waar het draait om zien en gezien worden, herenclubs waar je slechts binnenkomt met een jaarsalaris van minstens tien miljoen, het is niet onze wereld. Maar het zal wel die van de Drophead Coupé worden. De belangrijkste exportmarkt wordt namelijk de Verenigde Staten. Zijn komende koninkrijk. Hij zal daar niet uitsluitend 'oud geld' gaan vervoeren. Tegenwoordig is namelijk niets zo goed voor het imago van een rapper als door de paparazzi in een Rolls gefotografeerd te worden. Want wie zich in de grote, met de hand gestikte leren stoelen kan laten glijden, heeft het gemaakt in het leven. Of je dat voor- of achterin doet, maakt daarbij niet uit. In tegenstelling tot wat er altijd wordt beweerd, wordt liefst 70 procent van de Rolls-Royces namelijk door de eigenaar zelf gereden – niet door een chauffeur dus – en dat percentage zal bij de Drophead alleen maar hoger zijn. Over rijden gesproken, je hebt in de Phantom werkelijk een gigantisch rad in handen dat nautische gevoelens oproept. Als je over de enorme, glimmende motorkap staart met in de verte de Flying Lady en in je achteruitkijkspiegel het teakhout op het 'achterdek' ziet, heb je het gevoel in een speedboot te zitten. En de Phantom is bijna net zo snel.
Kinderlijk gemak
De Drophead Coupé start je met een druk op de startknop. Met een licht gezoem komt de twaalfcilinder tot leven, tijdens het rijden duwt hij je bijna geruisloos voorwaarts. Discretie staat bij deze V12 duidelijk hoog in het vaandel. En toch zet hij heus flinke stappen vooruit. Dankzij 460 pk accelereert de cabriolet met kinderlijk gemak in minder dan 6 seconden naar de 100 km/h. En dat bij deze vorm, met de aerodynamische eigenschappen van een baksteen. Plus een gewicht van 2,6 ton. Leeg, welteverstaan!
Vroeger noemde Rolls-Royce geen motorspecificaties, tenminste niet in getallen. Met de bekende stiff upperlip luidde het antwoord steevast: "Voldoende". Maar tijden veranderen. Niet alleen doordat Rolls-Roycs sinds 2003 bij het BMW-concern hoort, maar ook omdat de Europese Unie de fabrikanten dwingt om openheid van zaken te geven. En dan vooral over de uitstoot van CO2. Die staat nauw in verband met het benzineverbruik, wat bij deze Rolls geheel in lijn met onze verwachtingen niet mals is. De boordcomputer meldt dat we tijdens onze testrit gemiddeld 4,6 kilometer ver zijn gekomen met een liter ongelood. Ja, luxe heeft zijn prijs. Wie het milieu wil redden, moet maar een Toyota Prius kopen.
Burcht
De dag in de hemel op aarde begon vanochtend met een druk op de knop in de middenarmsteun. Dan komt de stoffen kap van de Drophead namelijk in beweging en doet zijn naam eer aan; met een nauwelijks hoorbaar gezoem vouwt hij zich onder de teakhouten afdekplaat. Daarvoor moet – geloof het of niet – zo'n E 10.000 meerprijs betaald worden, standaard krijg je 'slechts' leer. Dertig seconden later straalt de blauwe lucht ons tegemoet. Boven ons hoofd zweven alleen nog wat verdwaalde wolken. Je hebt heerlijk veel cabriogevoel in de open Rolls. Bij 70 km/h waait de warme Toscaanse lucht flink door onze haren.
Ondanks de aluminium carrosserie, het magnesium schutbord en de overige innovatieve toepassing van lichtgewicht materialen lijkt de Rolls-Royce zo solide en onverzettelijk als een middeleeuwse burcht. Hij trotseert geluiden, putdeksels en andere wegellende met gemak, alleen tegen de wind kan de bijna 3 ton zware auto zich dus niet weren. Gelukkig maar, want daarvoor koop je immers een cabriolet!
Traditionalisten
Ook in dat opzicht blijven de Britten traditionalisten. Geen schuin geplaatste voorruit en geen langgerekte A-stijlen die moderne cabrio's steeds meer de wind uit de zeilen nemen. Een windschot? Alleen al uit principe niet. En de Phantom heeft ook niet zo'n modieus stalen klapdak. De Britten zijn per slot van rekening niet van suiker.
Tot deze ongeschreven wetten hoort ook de combinatie van oude en nieuwe elementen. Oppervlakkig bekeken lijkt de Phantom bijna antiek, met zijn lichte kleur leer, zachte kasjmier, schakelaars van massief metaal en het rode tapijt waarmee de kofferruimte bekleed is. Maar onderhuids is dit een luxueus multimedia-apparaat. Hij heeft een navigatiesysteem, een tv en een professionele geluidsinstallatie met niet minder dan 15 luidsprekers. Zo eentje die Phil Collins voor zijn concerten gebruikt. Hij heeft een Dolby Surround zoals je die normaliter in een bioscoop vindt en bassen die je in de maag stompen.
Op de parkeerplaats van Roccalbegna parkeert de dorpsagent zijn oude Fiat Panda 4x4 voor een foto naast ons, voor de kerk Pietro e Paolo. Ondanks een stopverbod. Hoe zou hij zich voelen bij het aanschouwen van de Rode Reus? Nederig vermoedelijk, net als wij. Dat doet een Phantom Drophead Coupé met je.