Rij-impressie Volkswagen CC

Als we met de harde feiten beginnen, hebben we dat maar meteen gehad. De CC is uiteraard gewoon een gefacelifte Passat CC. Die naamswijziging is niet zonder reden, daarover straks meer. De meest opvallende wijziging is uiteraard het uiterlijk. De neus kreeg het nieuwe Volkswagen familiegezicht mee, aan de achterkant verdwenen de kenmerkende ronde achterlichten om plaats te maken voor rechthoekige units in stijl van de gefacelifte Passat sedan. Met standaard LED-verlichting, dat dan weer wel. Aan de voorkant krijg je als CC-rijder vanaf nu standaard xenon trouwens, ook niet verkeerd. Gebleven is de kenmerkende en profil lijn: het befaamde vierdeurscoupé idee. Volkswagen was er redelijk vroeg bij. Na de vorige Mercedes CLS, die het bal eigenlijk opende, was Volkswagen Passat CC het tweede model dat deze lijn op de weg zette. En we weten wat er sindsdien gebeurd is: Audi A5, Audi A7, een nieuwe CLS en binnenkort zelfs een BMW Grancoupé. Vreemd vinden we dat niet, ook deze CC ziet er gewoon goed uit. Veel mooier dan de gewone Passat, die – als we het positief brengen – erg tijdloos is. Misschien iets te tijdloos zelfs. Ook met deze nieuwe neus is de CC echter een indrukwekkende verschijning. Sowieso is het veel auto. Met zijn 4,80 meter is de auto niet extreem lang voor het D-segment, maar hij oogt fors. Wij vinden de nieuwe neus zeker niet verkeerd, het heeft wel iets statigs. Aan de reacties op autoweek.nl te zien zijn de meningen daarover evenwel verdeeld. Veel mensen vinden het verlies van het vorige front zonde. Ook een compliment eigenlijk.

Aangenaam stil

Is er nog meer veranderd behalve de buitenkant? Toch wel. Het interieur is ietsje aangepast, al moet je goed kijken om de verschillen te spotten. Iets andere knopjes voor de klimaatcontrole, dat soort dingen. Als je het niet weet, zie je het niet. Wel claimt Volkswagen dat het binnen stiller is dan voorheen. Hoeverre het scheelt met de vorige durven we niet te zeggen, maar feit was dat het in onderweg erg stil was aan boord. Maar dat wil niet zeggen dat we over de binnenkant tevreden zijn. Volkswagen claimt zelf dat de CC nu "aansluiting vindt in het executive segment." Een nogal breed begrip, maar dat maakt de claim niet minder zwaar. Eigenlijk zeg je dat de CC tegen premium merken op kan. En dan moet je op zijn minst een interieur hebben dat zo'n claim ondersteunt. Dat heeft de CC niet. Concerngenoot Audi doet hier dingen van een volledig ander niveau, maar ook Franse merken als Peugeot met de RCZ en Citroën met de DS4, maken interieurs die vele malen mooier zijn dat wat we hier in de CC vinden. De klokken en het stuur komen uit de Golf, de middenconsole gaat nog wel, maar het materiaal rondom het dashboard is keihard plastic. Hoezo executive? Hier had men meer aan moeten doen. Het leer op de stoelen is een ander voorbeeld. Het oogt wel sportief en strak, maar vergelijk het eens met wat Citroën levert op de DS5? Dat is toch echt wel even wat anders. En als je vervolgens van de daken roept dat je executive wordt, dan word je daar op afgerekend.

Onderweg

Rijden vergaat de Passat – sorry, de CC – anders. De auto wordt vooralsnog leverbaar met twee benzine- en twee dieselmotoren, allen viercilinders. Na de zomer volgt de 3.6 FSI V6 met 300 pk, maar die zal in Nederland waarschijnlijk niet tot nauwelijks verkocht worden gezien de onvermijdelijke CO2 boete. Wij proberen de CC uit met de 170 pk versie van de bekende 2.0 TDI, gekoppeld aan de even bekende zestraps DSG. Zonder twijfel een prima combinatie. De Passat is niet overdreven snel als je doorhaalt, maar heeft wel het koppel om de auto soepel te rijden. De DSG houdt de toeren best laag, maar schakelt snel genoeg terug als je tempo wilt maken. De ervaring van Volkswagen is hier duidelijk merkbaar. We konden overigens nog heel kort op pad met de 140-pk variant, en ook daarmee kom je in Nederland eigenlijk niets te kort. Rijd je erg vaak lange stukken op de 130 km/h wegen die we tegenwoordig kennen in Nederland, dan heeft de 170-pk wel meerwaarde, maar het blijft een soort persoonlijke bonus, geen noodzaak. De motor heeft wel een rauw randje qua sound: de Franse diesels (die ook in modellen van onder meer Ford liggen) zijn merkbaar stiller.

Het onderstel verschilt duidelijk van de Passat sedan. Dit was ook bij de vorige versie zo, Volkswagen zet de auto duidelijk sportiever in de markt. Past ook wel een beetje bij het uiterlijk. Wat ons betreft is het in de CC spot-on, echt sportief wordt het nooit, maar dat hoeft bij de auto ook helemaal niet. Maar het is wel stevig zonder het het ooit oncomfortabel wordt, met een zeer heldere communicatie. Onderstuur voel je zo goed aankomen dat je de snelheid al snel flink kunt opvoeren. Je weet steeds wat er aan de hand is. De besturing is zo goed als het bij Volkswagen kan: nog steeds ietsje te indirect en wollig naar onze smaak, toch weer in orde. Het verschil met bijvoorbeeld een Audi A4 is klein. Hier dus wel wat executive-punten.

De vanafprijs van de CC is 38.690 euro, zo'n 5 mille meer dan een gewone Passat. Tot de voor Volkswagen-begrippen rijke standaarduitrusting behoren dan wel onder meer xenon, klimaatcontrole, sportonderstel, 17-inch wielen en regen- en lichtsensor.