Test: Suzuki Celerio (2015)
Alto-natief
43 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
In ons land zwaait de Suzuki Alto definitief af. Zijn vervanger heet Celerio en is fors groter. Maar kan-ie het daarmee bolwerken in een segment waar tegenwoordig iedere grote fabrikant z'n beste beentje voorzet?
Als je 'goedkoop' op zou zoeken in het woordenboek, dan zou je naast de definitie waarschijnlijk een plaatje van de Alto vinden. De kleine Suzuki staat immers al decennialang synoniem voor zo goedkoop mogelijk autorijden. Weinig afwerking, design en luxe, maar vooral zo min mogelijk zorgen en kosten. Zo'n naam loslaten is een behoorlijk gewaagde stap, een reputatie als die van de Alto bouw je niet zomaar even op. Toch verdwijnt het model in ons land definitief van het toneel. Z'n vervanger heet Celerio en volgens de Japanners is dit méér dan een directe opvolger. De Celerio is groter, ruimer en beter uitgerust. Nog steeds goedkoop, maar minder … nou ja, goedkoop.
De eerste indruk als je instapt is inderdaad dat het er kwalitatief allemaal beter uitziet dan we van de Alto gewend zijn. Een simpel maar overzichtelijk dashboard met stevige materialen en een over het algemeen heldere bediening. Maar ga je op detailniveau kijken dan vallen toch wat zaken op. Achter de grote klep van de vulopening prikken bijvoorbeeld de schroeven gewoon door het plaatwerk en alles wat je bedient voelt net een slagje minder goed afgewerkt dan wat je in een Hyundai i10 of Volkswagen Up! aantreft.
Troefkaart
Z'n grote troefkaart is echter het ruimteaanbod, daarmee zit de nieuwe Celerio namelijk echt aan de bovenkant van het segment. Vier volwassenen van normaal Nederlands formaat vinden met gemak een plekje en de bagageruimte slikt 254 liter. Het grootste in het segment, zegt Suzuki trots. Goed, het scheelt twee liter met een i10 en drie met een Up!, maar er is geen woord van gelogen. Met vier man en bagage op pad is dus geen enkel probleem. De stoelen blijken heel redelijk te zitten en ondanks het gemis van diepteverstelling van het stuur zit je enigszins op de bok maar verder prima achter het stuur.
Eenmaal onderweg blijkt al vrij snel dat de Suzuki de Celerio heeft gezegend met een buitengewoon soepel onderstel. Niet zo gek, de A-segmenter moet ook, of misschien zelfs vooral, verkocht worden op markten waar het wegdek doorgaans van minder goede kwaliteit is. Hij staat vrij hoog op z'n wielen en in combinatie met de tamelijk weke vering zorgt dat voor een prima absorptievermogen van klinkerwegen en drempels. Dat, in combinatie met de korte draaicirkel en de indirecte maar lichte besturing maakt het bij uitstek een auto die uitstekend functioneert bij vlotte stadssnelheden.
Bonk
Kom je daarboven, dan merk je de keerzijde van de zegening. In een vlot genomen bocht op matig wegdek hebben de dempers moeite om de bewegingen van het wiel en de koets snel en adequaat in harmonie met elkaar te brengen. Af en toe een bonk of een wat springerige beweging is 'm dan ook niet vreemd. Onveilig is de dwerg-Suzuki echter niet, het voelt niet zo verfijnd aan maar de grip is ruim voldoende.
Ook ruim voldoende is de motor. Een nieuwe ontwikkelde 1,0-liter driecilinder met 68 pk en 90 Nm. Dat klinkt bekend en dat komt omdat de Alto exact dezelfde specificaties had. Toch is er wel degelijk het één en ander veranderd. Dankzij variabele kleptiming en twee injectoren per cilinder daalt het verbruik bijvoorbeeld sterk, de ongeveer 850 kg zware Japanner stoot slechts 84 gram CO2 per kilometer uit. En in de praktijk hoef je de Celerio veel minder op de huid te zitten dan z'n voorganger. Er is voldoende koppel bij lage toerentallen voor het vlakke Nederland. Wie echt vlot mee wil doen moet nog altijd toeren maken, maar de loop en vermogensafgifte van de éénliter zijn onderin ook prima als je niet zoveel haast hebt.
Goed nieuws
Uiteraard betekent de lage CO2-uitstoot van de Celerio eveneens goed nieuws voor de prijs, aangezien er minder BPM afgerekend hoeft te worden. Zodoende is de nieuweling er vanaf € 9.999. Op zich mooi, alleen dan wordt er wel beknibbeld op veiligheid, want er zijn dan slechts vier airbags aanwezig. Reden voor EuroNCAP om de Celerio drie sterren te geven, waar de i10 er vier kreeg. En ook enige vorm van luxe kun je voor dat geld vergeten, zelfs een radio krijg je niet. Investeer € 1.000 meer en je komt bij de Comfort. Die heeft wél zes airbags. En een radio mét bluetooth. Ook centrale deurvergrendeling, twee elektrische ramen en zelfs airco zijn standaard. Netjes, want voor een dergelijke uitrusting moet je bij de concurrentie toch iets meer investeren. Ga je echt los, dan is er voor nóg eens € 1.000 extra een Exlcusive met onder meer mistlampen en 14 inch lichtmetaal. Voor de meesten zal de Comfort echter toereikend zijn. Die biedt veel ruimte en een leuke uitrusting voor een schappelijk bedrag. Dat het geheel dan net even wat minder verfijnd aanvoelt dan sommige concurrenten is een feit, maar dat zien we dan maar als een knipoog naar z'n illustere voorganger.
Lezersreacties (43) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.