Replica Back to the Future-tijdmachine
Back to the Garage
Zo’n 35 jaar geleden bouwde hij de DeLorean-tijdmachine voor de film ‘Back to the Future’. Nu is de ware ‘Doc’ Brown weer terug van weggeweest. Zijn naam: Kevin Pike.
Hé, waar is het opzetstuk voor de plutoniumkamer? Op een werkbank aan de achterkant van de hal vind ik het zwart-gele metalen deksel en bevestig het aan de auto. Maar wacht eens even, plutonium in een auto? Een klein beetje onvervalst gezond verstand is genoeg om hier vraagtekens bij te plaatsen. Natuurlijk is de kamer niet echt en er bevindt zich ook geen plutonium in deze auto. De auto die voor mij staat, is een replica van de DeLorean uit de cultfilm ‘Back to the Future’. Vandaag werk ik eraan en ik krijg hulp van een ware beroemdheid.
Kevin Pike, in 1984 verantwoordelijk voor de bouw van de originele film-DeLorean voor het eerste deel van de trilogie, staat me bij. Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen: ik bouw een tijdmachine met ‘Doc’ Brown! Kevin Pike is echter heel anders dan de eigenzinnige uitvinder uit de bioscoop. Het is geen nerveuze zonderling in een witte jas, maar een rustige man die graag zijn kennis en wijsheid deelt. Zoals over de plutoniumkamer, die ik zojuist op de DeLorean heb geplaatst: “Dit is een heel zeldzaam stuk, de heilige graal uit de scène, als het ware.” Zeldzaam? Ik weet niet wat ik hoor. Volgens mij is het ding niet meer dan een matzwart gelakte wieldop met een paar metalen onderdelen erbovenop. En daarmee heb ik eigenlijk best een punt. Het onderste deel doet normaliter dienst als wielafdekking bij de Dodge Polara. Maar de metalen onderdelen die erop zijn gezet, zijn iets bijzonders.
“Indertijd bevond zich naast de werkplaats een winkel voor vliegtuigonderdelen, ‘Air Components West’”, aldus Kevin. “Daar konden we het bovenste deel op de kop tikken. Eigenlijk is het een onderdeel van een helikoptermotor.”
NEONBUIZEN
Oké, nu worden enkele dingen duidelijker voor mij. Een dergelijk turbine-element zul je niet snel vinden op een rommelmarkt tussen oud ijzer en vergeelde ansichtkaarten. Daarnaast is het aantal replicabouwers snel toegenomen. Kevin schat het aantal omgebouwde DeLoreans wereldwijd op ongeveer 135. En niet iedereen heeft een geschikt origineel onderdeel voor zijn plutoniumkamer. Josef Hesse, aan wiens voertuig ik samen met Kevin sta te sleutelen, laat me trots zien dat hij er eentje heeft gevonden. Het ligt in een kamertje naast de werkplaats tussen de actiefiguren van ‘Doc’ Brown en George McFly. Het turbineelement op de DeLorean is slechts een getrouwe kopie.
Met een wat jaloerse blik kijkt Kevin naar de lichtband die we in de volgende stap om het voertuig heen willen zetten. “Zoiets hadden we toen nog niet”, zegt hij, terwijl hij rommelt met de flexibele rubberen ledbuis. Hij komt achter de zilveren bevestigingen aan de voorbumper en de achterkant. In de film gloeien deze altijd blauwachtig op als de DeLorean op het punt staat om naar een andere tijd te springen. De band kan gemakkelijk worden bevestigd aan de metalen onderdelen en past bijna perfect in de rondingen aan de randen van de bumper; tiewraps houden de band op zijn plaats. Kevin herinnert zich nog precies hoe complex dit deel in 1984 was, toen het originele filmvoertuig werd gebouwd. “We hadden toen nog geen leds. We moesten werken met neonbuizen.”
Zijn team had verschillende versies nodig, recht en gebogen, afhankelijk van waar ze werden geïnstalleerd. Het grootste probleem was het materiaal: De neonbuizen waren van glas. “In de werkplaats hadden we voor elk segment reservebuizen aan het voertuig gehangen”, herinnert Kevin zich. Tussen voertuig en accessoires zat soms maar een paar centimeter ruimte. Als je dus per ongeluk de DeLorean aanraakte, kon je gemakkelijk een buis breken. Bij het opbouwen van de filmauto is de ledband in een paar minuten weer bevestigd.
NAAR BINNEN WURMEN
Vervolgens richt ik me op het interieur. Het zit in de film vol met details, zo vol dat acteur Michael J. Fox tijdens de opnames van de rijscènes regelmatig ergens tegenaan stootte. Ik moet zelf ook moeite doen om mezelf naar binnen te wurmen. De kabels lopen overal en de middenconsole is bijna volledig gevuld met de tijdschakelaar – een transparante doos met een grote handgreep. Er is niet veel meer te doen, de flux capacitor hangt al achter me. Op het dashboard staat zelfs de gouden wekker en rechts boven mij tussen de twee vleugeldeuren zitten allerlei knoppen. Het is net als in de film, ik krijg spontaan nostalgische gevoelens. Ik zou nu graag de tijdcontrole aanzetten en met 88 mijl per uur naar een ander decennium afreizen. Maar de garagedeur verhindert me om dat te doen. Samen met het inzicht dat tijdreizen in deze vorm niet mogelijk is. In plaats daarvan moet ik me maar richten op de montage van drie schakelaars achter het stuurwiel. Om ze te laten opgloeien als het stuurwiel wordt omgedraaid, wordt er een accu aan bevestigd, die achter de afdekkap van het stuurwiel verdwijnt. Lichtgevende displays, knoppen en schakelaars waren in die tijd uiterst belangrijke elementen voor de scenarioschrijvers; het voertuig moest er namelijk zo futuristisch mogelijk uitzien.
RUIMTESCHIP
Dat is ook de reden waarom de DeLorean is gekozen om als basis te dienen voor de tijdmachine. Door zijn vorm en vleugeldeuren zag het model eruit als een ruimteschip. Bovendien kon je dit model als gevolg van zijn slechte kwaliteitsreputatie begin jaren tachtig voor weinig geld kopen. “We hebben drie auto’s omgebouwd. We kochten er eentje voor 12.000 dollar, één voor 15.000 dollar en één voor 18.000 dollar”, zegt Kevin. Vandaag de dag zijn bruikbare DeLoreans niet voor minder dan 30.000 dollar te vinden. Met zo’n prijskaartje in het achterhoofd zou het zweet me uitbreken als iets de gevoelige roestvrijstalen huid zou bekrassen. Bovendien is de perfecte DeLorean-conversie nauwelijks mogelijk.
“Elke ombouw is een compromis tussen verkeersgeschiktheid en originaliteit”, zegt Kevin. Een goed voorbeeld is de achterruit. Deze ontbreekt bij de originele filmauto. Voor een perfecte ombouw zou de voorruit moeten wijken. Maar dan zou je er niet meer de weg mee op kunnen. Veel conversies mislukken ook door een gebrek aan beeldmateriaal. Dat klinkt vreemd, want de originele DeLorean was van vrijwel alle kanten op het scherm te zien. Toch zijn er details van de auto die in de film nauwelijks herkenbaar in beeld worden gebracht. In dat geval is er behoefte aan originele bouwplannen – en de expertise van Kevin Pike.
Hij laat me de exacte plaats zien voor een rode buis die onder tal van slangen en kabels moet worden weggewerkt. Het onderdeel is mij nooit opgevallen. Maar Pike neemt alle twijfels weg: de buis hoort daar thuis! Zodoende plaats ik hem voorzichtig tussen twee zilveren bevestigingen en zet hem vast. De buis past. En toch beweegt hij heen en weer. Zoals bijna alles om me heen. De filmaccessoires liggen namelijk los op de achterzijde. Het zal nog even duren voordat alles definitief wordt vastgezet. Zodoende glijden er regelmatig metalen klemmen en roestvrijstalen slangen van de auto. Sommige onderdelen komen uit de VS, deels zelfs uit de winkel waar Kevin Pike en zijn team ze in 1984 kochten. ‘Lucky’s Hardware’ is de naam van de kleine doe-het-zelf winkel. Daar liggen honderden slangen in de schappen, hangen gebruikte manometers aan het plafond en zijn de lades gevuld met duizenden moeren, schroeven en klemmen. “In die tijd zochten we winkels die gebruikte, technische spullen verkochten. Het moest er zo uitzien alsof Doc Brown de auto zelf in zijn garage had gebouwd”, legt Kevin uit. Daarom beschikt de auto ook bijna alleen maar over onderdelen voor huishoudelijk gebruik en doe-het-zelvers. Afgezien van het turbineelement voor de plutoniumkamer. Dat is nu eenmaal niet verkrijgbaar bij de doe-hetzelfzaak om de hoek. Maar je hoeft er ook weer niet voor naar een ander decennium te reizen.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.