Renault Mégane - Seat Leon
Op scherp gezet
Seat heeft de Leon een subtiele facelift gegeven en de functionaliteit een klein beetje verhoogd. Is dat genoeg om een concurrent als Renault Mégane de baas te kunnen?
Keurig in de pas met de technisch verwante Volkswagen Golf en Skoda Octavia heeft ook de Seat Leon een tussentijdse opfrisbeurt gekregen. Of eigenlijk moeten we spreken van een opfrisbeurtje: de wijzigingen zijn zo op het oog namelijk vrij beperkt. Klaarblijkelijk waren ze bij Seat in het Spaanse Martorell na ruim vier jaar nog altijd behoorlijk tevreden over de auto. Aan de buitenkant gaat het om een subtiel vernieuwde grille en nieuwe verlichting. Onderhuids is meer werk verricht en vinden we aangepaste elektronica (met name assistentie- en ondersteunende systemen) en opgewaardeerde materialen in het interieur. De 115 pk sterke driecilinder 1.0 TSI staat nu behalve met een handgeschakelde zesbak voortaan ook in de prijslijst met een zeventraps DCT-automaat met dubbele koppeling (binnen het Volkswagen-concern DSG genoemd).
De Leon 1.0 TSI die aan deze test deelneemt, beschikt ook over deze transmissie. Om een idee te krijgen waartoe de aanpassingen hebben geleid, zetten we de opgefriste Leon in Style Business Intense-uitvoering naast de vorig jaar gepresenteerde jongste generatie van de Renault Mégane. In dit geval de Mégane Energy TCe 130 GT-Line, die net als de Seat is voorzien van een DCT (Renault noemt hem EDC).
Verder lezen?
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
