Renault Mégane

Minimale verschillen

Renault Mégane
Renault MéganeRenault MéganeRenault MéganeRenault MéganeRenault Mégane
AutoWeek 6 2006
AutoWeek 6 2006

Je leest het in AutoWeek 6 2006

Een leek zal moeite hebben de vernieuwde Mégane te herkennen, zo voorzichtig heeft Renault z'n succesnummer gerestyled. Er is eerder sprake van innerlijke en uiterlijke retouches. De carrosserie oogt nu een stukje scherper. Het belangrijkste nieuws schuilt onder de motorkap. Het vernieuwde motorgamma omvat namelijk een krachtige 2,0-liter common-rail dieselmotor.

De huidige Mégane gaat al langer mee dan je denkt. Vooral de koets van de driedeursvariant ziet er nog altijd zo modern uit, dat de indruk ontstaat dat het model slechts pak 'm beet anderhalf tot twee jaar op de markt is. Het karakteristieke model gaat echter al sinds 2002 mee en Renault vond het tijd voor een voorzichtige facelift. Die is zo subtiel dat het gefacelifte model eigenlijk naast de nieuwe moet worden geparkeerd om de verschillen te spotten. Koplampen, grille en voorbumper hebben alle een andere vorm gekregen. De neus oogt vooral scherper door de sterker geaccentueerde V-vorm van de grille. De vergrote luchtinlaat in de bumper geeft de voorkant een wat agressievere indruk. Verder zijn de ronde mistpitten meer naar de buitenkanten van de bumper geplaatst, net zoals bij de Mégane Renault Sport het geval is.

Uiteraard is de achterkant evenmin onberoerd gelaten. Zowel de driedeurs- als de vijfdeursvariant en de Mégane Renault Sport heeft nu doorzichtige achterlichten, met horizontaal geplaatste achteruitrijlampen. Voorheen waren die verticaal gepositioneerd. Ook de achterlichten van de sedan en de stationwagon, de Grand Tour, hebben een stilistische verandering ondergaan. De achterbumper van de drie- en vijfdeurs heeft een stootrand, terwijl die van de Mégane Renault Sport ongewijzigd is.

Aan het interieur heeft het Franse merk met dezelfde prudentie gesleuteld als aan het koetswerk. De veranderingen zijn niet schokkend en slechts een kenner zal ze onmiddellijk opmerken. Voor een betere afleesbaarheid beschijnt Renault het instrumentarium met een nieuwe witte verlichting. De rode wijzers zijn bovendien dunner. Onzichtbare veranderingen betreffen de licht- en regensensoren. De werking daarvan is volgens Renault verbeterd. Zo hoeft de regensensor niet langer opnieuw te worden ingeschakeld wanneer je de auto opnieuw start. Iedere Mégane heeft standaard een interieurfilter met actief koolstoffilter en er is een nieuw navigatiesysteem leverbaar met een display dat wegzakt in het dashboard. Optioneel zijn parkeersensoren in de achterbumper, behalve voor de Mégane Renault Sport.

Renault heeft de komst van de vernieuwde Mégane te baat genomen om enkele nieuwe interieurkleuren te introduceren. Naast donkerrood en beige leer, dat we al kennen van de huidige Mégane, is er nu een chique cognackleur te bestellen voor de Mégane coupé-cabriolet. Deze tint vervangt overigens het met groen leer beklede zitmeubilair voor de cabrio.

Roetfilter

Het motorenpalet voor de vernieuwde Mégane beslaat vijf benzinemotoren en vier diesels. Een deel is bekend, enkele krachtbronnen zijn vernieuwd en één is zelfs helemaal nieuw voor de Mégane. De basis-benzinemotor is de 100 pk sterke 1.4 16v; de 80 pk-variant is komen te vervallen. De 1.6 16V heeft met 110 pk vijf paardenkrachten minder dan voorheen. De 2.0 16V, de 2.0 16V Turbo en de Renault Sport 16V hebben met respectievelijk 135 pk, 165 pk en 225 pk evenveel vermogen als in de Mégane die nu wordt afgelost. Bij de 'Phase II' heeft Renault vooral veel aandacht besteed aan de dieselmotoren. Dit uiteraard met de zakelijke markt in het achterhoofd. De 1.5dCi is wederom van de partij en levert 85 of 105 pk. De sterkste versie is gekoppeld aan een zesversnellingsbak. Net als de benzinemotoren voldoen deze diesels aan de Euro 4-emissienorm. Dat doen ook de twee grootste zelfontbranders, de 1.9 dCi en de 2.0 dCi. Eerstgenoemde is in de nieuwe Mégane gekoppeld aan een zesversnellingsbak (een sequentiële viertrapsautomaat is ook leverbaar voor deze krachtbron) en voorzien van een roetfilter.

Plumpudding

Pièce de résistance is de 2.0 dCi. Dit aggregaat is volledig nieuw voor de Mégane. Hij levert 150 pk. Dat er nog meer uit te peuren valt, bewijst Renault in de Laguna, waarin dezelfde motor maar liefst 175 pk mobiliseert. De Fransen hebben de motor in samenwerking met Nissan ontwikkeld. Dankzij de toepassing van de laatste technieken op dieselgebied, zoals piëzo-elektrische verstuivers die voor een nauwkeurige brandstoftoediening zorgdragen, kan de 2,0-liter zonder roetfilter al voldoen aan de Euro 4-emissienorm. We zullen 'm terugzien in verschillende modellen van Nissan en Renault; laatstgenoemde heeft al aangekondigd ook de nieuwe Espace ermee te zullen uitrusten.

De kennismaking met de Mégane 2.0dCi is een plezierige. Bij 2.000 tpm levert de diesel z'n maximale trekkracht van 340 Nm. Het koppelverloop is mooi vlak, zodat er over een breed toerenbereik veel kracht voorhanden is. Dat zijgt na het bereiken van een piek niet als een plumpudding ineen, waardoor je als een haas moet opschakelen om de gang erin te houden, maar blijft lang aanhouden. Doortrekken tot 5.000 tpm heeft bij de 2.0 dCi zeker zin. Daarbij valt op dat de motor aangenaam stil blijft en soepel z'n rondjes draait. Goed, als hij koud is hoor je 'm op afstand wat nagelen, en dat doe je ook als je naast de auto staat, maar aan boord heerst een aangename rust. De toepassing van twee in tegengestelde richting draaiende balansassen op deze motor werpt z'n vruchten af.

Voor de Mégane Phase II heeft Renault de besturing aangepakt en voorzien van een zogenaamde 'tube in tube-verbinding', die onder andere trillingen absorbeert. De besturing werkt nog altijd vrij gevoelloos, vooral rond de middenstand, maar dat is inherent aan een elektrisch bekrachtigde installatie.

Voor de Mégane II houdt de importeur vooralsnog hetzelfde prijspeil aan als voor de eerste versie van de huidige generatie. Een driedeurs 1.4 16V Authentique staat in de verse prijslijst voor 19.595 euro, de 1.5 dCi (85 pk) komt op 23.645 euro. De nieuwe 2.0 dCi heeft voor de driedeurs een vanafprijs van 31.045 euro, voor dezelfde motor in de populaire Grand Tour-versie verlangt Renault 32.245 euro.

Praat verder op het forum