Eerste Rijtest: Range Rover Evoque
Van modderpad tot catwalk
Elke Land Rover, en dat geldt zeker voor elke Range Rover, is een rijdend stijlstatement. Hoe de modelrange dan nog uit te breiden? Natuurlijk, met een rijdende mode-accessoire. Wat de Mini is onder de kleine hatchbacks, is de Range Rover Evoque in het suv- en crossoversegment. Ook qua rij-eigenschappen.
Je ziet wel eens van die designschetsen van nieuwe modellen. Spannende potloodstreken van een enthousiaste ontwerper op papier, houd je ze naast de uiteindelijke auto dan oogt het allemaal toch een stuk minder flitsend. Hoe anders is dat bij de Range Rover Evoque. Zelfs nu het moment van aantreden in de showrooms nadert, ziet hij er nog net zo indrukwekkend uit als in 2008, toen hij als LRX Concept de show stal. Zeker in de driedeursuitvoering oogt –ie als, ja, als wat eigenlijk? Iets suv-achtigs? Daar heeft de Evoque veel van weg maar tegelijkertijd zit er een fikse dosis coupé in. Kekke kleuren, natuurlijk koplampen met aparte led-verlichtingslijnen, desgewenst een dak in een andere lak, grote wielen maar ontegenzeglijk een Range Rover. Met dat voorkomen veroverde hij al direct een grote schare fans. Een wannahave, wat hij na het optreden op de Miljonair Fair eind vorig jaar in Amsterdam misschien nog wel meer werd. Er zijn al 350 kopers in Nederland! Een auto in deze prijsklasse (boven de 43.000 euro) die zo'n kooplust opwekt, da's iets waar elk merk van droomt. Te meer daar niemand nog weet wat het nou precies is, en qua rij-eigenschappen moet hij zich ook nog bewijzen.
Over de hei ploegen
Ja hoor, we zijn weer eens op pad met een nieuwe Land Rover. En dus hebben we ons nog nauwelijks achter het stuur genesteld (super zitpositie, laag, stuur ver naar bestuurder toe) of we hobbelen alweer door het terrein. Schitterend hoor, dat Noord-Wales, en ja, die Evoque kan echt wat offroad. Want ook al is een Range Rover een rijdend mode-accessoire, hij zal nooit zijn afkomst verloochenen. Al moeten we erbij zeggen dat hij ook met alleen voorwielaandrijving leverbaar is. Met 4WD heb je ook automatisch het TerrainResponse-systeem waarbij de aansturing van de vierwielaandrijving wordt afgestemd op de ondergrond. Dat doe je met knoppen op de indrukwekkende middenconsole. We zien de Gooische dames en Amsterdam-Zuid-typetjes nog niet zo snel hun Evoque dwars door een heideveld ploegen om op idyllisch plekje een kleedje uit te spreiden en vervolgens een paar flessen rosé soldaat te maken, maar het kan.
Met het rijden op de openbare weg maakt de Evoque pas echt indruk. De testauto, een SD4 190 pk diesel met het MagneRide Adaptive Dynamics-onderstel valt bochten aan alsof hij een hatchback is. MagneRide betekent dat via drukverschillen de demping zichzelf aanpast, en Adaptive Dynamics bied je de mogelijk de demping en sturing een tandje scherper te zetten. Een leuke gimmick is dat de belichting van het instrumentarium rood wordt, zodra je de Evoque op standje 'Dynamic' zet.
Zelfs in de normale stand zijn vering en demping al behoorlijk straf. Rijdend in de stad worden richels, putdeksels en kuilen nadrukkelijk doorgegeven, daarbij hoor je goed hoe het onderstel de oneffenheden verwerkt. Op een bochtig parcours levert de afstelling van het chassis echter een dusdanig strakke wegligging op dat je nauwelijks kunt geloven op pad te zijn met een SUV. Overhellen doet hij nauwelijks, de besturing is niet heel direct maar maakt het wel mogelijk de auto perfect te plaatsen. Gas liften wanneer het op het scherp van de snee gaat, geen probleem en grijpt het ESP in dan doet het dat op een hele vriendelijke wijze zodat je het als bestuurder nauwelijks merkt.
Dat we een product van Land Rover nog eens zo hard door bochten zouden jagen. Een Ariel Atom, een rijdend buizenframe dat autorijden in zijn puurste vorm mogelijk maakt, rijdt achter ons. De bestuurder kan zijn ogen waarschijnlijk niet geloven al is het voor hem met zijn racemonster met Civic Type R-motor natuurlijk een eitje om de Evoque bij te houden. Na zo'n veertig kilometer samen te zijn opgereden over de rallywegen in Noord-Wales, scheiden onze wegen. We krijgen een duim van de Atom-piloot. Of het nu is vanwege het uiterlijk of het tempo waarmee de Evoque het asfaltlint verslond, een compliment aan de mannen van Land Rover.
Scirocco en TT
Als we de onderstelspecialist van Land Rover vragen welke auto's hij als referentie-auto heeft gebruikt bij de afstemming van de Evoque luidt het antwoord: de Scirocco. "We vinden dat die een fijn, sportief weggedrag heeft", is de verklaring. Wel opmerkelijk, door zijn lage zwaartepunt, en grotere spoorbreedte ten opzichte van de Golf is de coupé van Volkswagen een goed liggende auto. Neem je als fabrikant uitgerekend zo'n model als uitgangspunt voor de afstemming van de hoogpotige Evoque dan getuigt dat van lef maar vooral van vertrouwen in eigen kunnen. Dus inderdaad, geen SUV, al geeft de onderstelspecialist wel toe dat hij zich ook in de als strak bekendstaande BMW X1 verdiept heeft. En dan is er nog een derde Duitser, die bij de presentatie van de Evoque ter sprake komt. Over het antwoord op de vraag welke auto ze bij Land Rover zelf als concurrent zien van de baby-Range zijn we toch wel even verbaasd. Clientèle moet namelijk komen van onder meer de Audi TT-doelgroep. Mensen die na zo'n coupeetje wel een keer iets anders willen.
Ruimer dan verwacht
Anders maar toch heel erg Range Rover. Dat is het uiterlijk maar ook het interieur. We zien de verwantschap met de Sport en de grote Range Rover. Mooie materialen, zo is afhankelijk van de uitvoering het dashboard bekleed met een zachte laag die het midden lijkt te houden tussen leer en suède en voorzien is van schitterende stiksels. Door de middenconsole die schuin afloopt in een hoge brug tussen de voorstoelen en de al genoemde sportieve zitpositie krijg je zelfs het gevoel in een sportwagen te zitten. De manier waarop de portieren bekleed zijn, en het materiaalgebruik, wie nog niet weet wat de term premium nu precies inhoudt moet maar eens plaatsnemen in de Evoque. Het druipt er gewoon vanaf. Instappen met besmeurde laarzen laat je in deze Land Rover wel uit het hoofd. Omdat we alleen rechtsgestuurde exemplaren konden rijden is het wat moeilijker om een oordeel te vellen over de ergonomie. Als je als bewoner van het continent dat niet gewend bent, ben je altijd iets langer aan het zoeken naar de juiste knoppen. Je zit immers aan de andere kant.
Ga je af op de daklijn van de Evoque dan verwacht je een krap interieur. Zeker als je bedenkt dat een Range Rover Sport vanbinnen niet bepaald ruim is terwijl het toch een forse SUV is. Maar bij zijn kleine broer is het juist andersom. Hij is veel ruimer dan je zou verwachten wanneer je afgaat op het exterieur. Ook achterin. Zelfs in de driedeurs zit je nog riant en heb je voldoende hoofdruimte. Meer dan in de coupéversies van de BMW 3-serie en de Mercedes C-klasse.
Twee diesels, een benzine
Waarom dan nog een Range Rover Sport en geen Evoque? Omdat de Evoque (voorlopig?) alleen met viercilinders leverbaar is. Het programma begint zelfs met een bescheiden 150 pk 2.2 diesel. De 190 pk sterke SD4 past heel goed bij de dynamische SUV. Een heel gecultiveerde, maar zeer krachtige machine die in de auto die wij rijden gekoppeld is aan een zestraps automaat. Da's trouwens een hele fijne transmissie, van het conventionele soort. Hij schakelt op de juiste momenten, ook in de gewone stand, en doet dat snel en nauwelijks voelbaar. Een bak die je geen moment naar een automaat met dubbele koppeling doet verlangen. Bestel je een Evoque met handbak, dan zit er een start-/stopsysteem op, er zijn andere fabrikanten die dat ook aan een automaat koppelen maar bij Land Rover zijn ze nog niet zo ver. Van de 350 kopers die al vroeg bestelden koos het merendeel voor de 190 pk diesel. Er is tot dusverre maar een benzine, de Si4. Die beschikt over de 240 pk sterke 2.0 turbomotor die we van onder meer de Ford Mondeo en S-Max kennen. Daar heet –ie dan EcoBoost. Of er in de toekomst meer keus komt op benzinegebied wilden de mensen van Land Rover nog niet zeggen, maar aangezien Ford dezelfde motor ook met 203 pk aanbiedt, is het niet ondenkbaar dat we die nog een keer in het stoere neusje van de Evoque aantreffen.
19 inch vanaf Prestige
Het aankleedfeest van de Evoque begint al met de namen voor de uitrustingsniveau's. Dat zijn er drie, met de klinkende namen Pure, Prestige en Dynamic. De early adapters die als een van de eersten een Range Rover Evoque voor hun deur willen, hebben de basis vooral gelaten wat –ie is. Gaan we uit van een SD4 Dynamique, de 190 pk diesel met de meest complete uitrusting, dan kost een Evoque 57.900 euro. Handgeschakeld, zit er een automaat aan deze motor gekoppeld dan kost hij 64.900 euro. Zoals je bijna nooit een standaard-Mini aantreft, zul je in de toekomst waarschijnlijk ook zelden een kale Evoque tegenkomen. Volgens de importeur zijn de meeste van de 350 Evqoues die nog voor de persintroductie besteld waren gemiddeld aangekleed tot een waarde van 70 mille.
Het kan ook voor veel minder, bijvoorbeeld met de eD4. Deze 150 pk diesel met voorwielaandrijving en de Pure-uitrusting staat voor 42.900 euro in de prijslijst. Mede door de lage CO2-uitstoot van 129 gram per kilometer (gegevens Coupé) kan de prijs relatief scherp blijven. En wat zit er dan allemaal op? 17 inch lichtmetalen wielen, parkeersensoren achter, maar bijvoorbeeld geen led-verlichting voor. Voor net dat beetje extra uitstraling beschikt de Prestige (10.000 euro duurder dan de Pure) wel over de in het oog springende verlichting, en zit er een honingraat grille op deze uitvoering. Je hebt dan ook meteen 19 inch wielen, leren bekleding, een touchscreen voor het multimediasysteem, elektrisch verstelbare voorstoelen en ga zo maar door.
Wat kan de Dynamic daar nog aan toevoegen? Bumpers met een hoekiger en agressiever design waarmee je voorliggers nog sneller naar rechts kunt dirigeren, een ander design 19 inch wielen, verchroomde dorpellijsten, mooiere vloermatten maar het is vooral het nog stoerdere voorkomen waarmee hij zich van de Prestige onderscheidt. Verders staan er talloze pakketten in de brochure, eruit springt het Dynamic Plus Pack, waarbij je knalrode leren sportstoelen kunt krijgen die in een Jaguar XK niet zouden misstaan.
Voorafgaand aan de rij-impressie hadden we moeite de Evoque te plaatsen. En dat is het na afloop nog steeds. Stel je voor dat BMW de X3 met de 3-serie Coupé zou kruisen, dan zou daaruit een Evoque Coupé-achtige auto kunnen voortkomen. Zeg maar een kleinere broer van de X6. Door zijn afmetingen en allroundkwaliteiten is een Evoque beduidend hoger gepositioneerd dan de Mini Countryman, al zou je die met het John Cooper Works-pakket best tegen een Si4 kunnen houden. Een leuk vergelijk van bijzondere karren.
Overigens komt van de kopers het merendeel de showroom binnen met de driedeurs-Evoque in gedachten, ze verlaten het pand na een handtekening onder het contract van een vijfdeurs te hebben gezet. De verhouding Coupé/vijfdeurs ligt nu op 20/80 maar wie echt de show wil stelen op de automobiele catwalk neemt natuurlijk de driedeurs.
Had je deze auto's al gezien?
Lees ook
Deze premium middelgrote SUV’s koop je voor €20.000
Test: Audi Q3 - Range Rover Evoque Coupé - Mini Countryman
Land Rover Range Rover Evoque 2.2 SD4 4WD Prestige (2011)
Test: BMW X3 xDrive20d – Range Rover Evoque SD4 4WD
Test: Range Rover Evoque (2011)
Lezersreacties (23) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.