Nissan Juke, handbak of automaat? - Vergelijkende Test

Het motorenaanbod voor de Nissan Juke is zo overzichtelijk als een skischans: je kunt maar één kant op. De Juke is alleen leverbaar met de driecilinder 1,0-liter benzinemotor, die door Nissan DIG-T 117 wordt genoemd. De enige keuzemogelijkheid voor de aandrijflijn is de transmissie. Onze rode duurtest-Juke heeft een handgeschakelde zesbak, maar het is ook mogelijk de auto te bestellen met een automaat met dubbele koppeling, kortweg DCT. Is het de meerprijs van € 2.100 waard? We gaan op onderzoek uit in een verder volkomen identieke auto. Nou ja, behalve de kleur dan.

Ten opzichte van zo’n traditionele automaat is het belangrijkste voordeel van de DCT dat hij zuiniger is. DCT staat voor double clutch transmission, oftewel een versnellingsbak met twee koppelingen. De ene koppeling is voor de even en de andere voor de oneven versnellingen. De tandwielen voor de even versnellingen zitten op een eigen as, net als de tandwielen voor de oneven verzetten. Wanneer een even versnelling is ingeschakeld, kan alvast op de andere as een oneven versnelling worden klaargezet. Als er vervolgens daadwerkelijk moet worden geschakeld, is het slechts een kwestie van de koppeling van de even versnellingen openen terwijl op hetzelfde moment de koppeling van de oneven versnellingen wordt gesloten. Dit gebeurt razendsnel en in de Juke ook heel soepel. Je merkt er eigenlijk niet veel van.

LAGE TOERENTALLEN

Vlot wegrijden gaat alleen niet soepel. Hij vindt dat niet fijn, zo lijkt het. Je trapt het gaspedaal in, eerst gebeurt er even niets en is het net alsof er diep wordt nagedacht, en dan schiet de auto ineens naar voren. Het is een eigenschap die we eerder noteerden bij Renault en Mercedes. Dat is geen toeval omdat die merken dezelfde versnellingsbak gebruiken. Je moet er een beetje gevoel (en geduld) voor ontwikkelen om soepel weg te rijden en je moet vooral niet te veel toeren willen maken.

Hij schakelt vlot op en is geprogrammeerd om het toerental zo laag mogelijk te houden. Je moet niet raar opkijken als je met 30 km/h door een woonwijk rijdt in de vierde versnelling. Wie aan het eind van die 30-kilometerzone wil versnellen, merkt dat bij het intrappen van het gaspedaal de auto even lijkt te twijfelen voordat hij terugschakelt. Als je vindt dat hij wel wat langer in de versnelling mag blijven, kun je een sportiever schakelprogramma selecteren met de D-Mode-knop. Achter het stuur vind je trouwens flippers om eventueel even zelf te schakelen, wat bijzonder handig is als je in heuvelachtig gebied wilt afremmen op de motor. Want dat doet hij niet vanzelf.

ANDER KARAKTER

Dan de hamvraag: is zo’n DCT de meerprijs waard? Dat is een vraag die trouwens niet eens met rationele argumenten is te beantwoorden: wie een automaat wil, heeft geen zin om zelf te schakelen. Maar het is wel zo dat een Juke met handbak heel anders aanvoelt dan een exemplaar met DCT. Deze motor in combinatie met handgeschakelde zesbak vindt het juist fijn om wat meer toeren te maken, terwijl diezelfde krachtbron met DCT het juist liever wat rustiger aandoet en uit zijn doen lijkt te raken van een haastige bestuurder. De nuchtere cijfers zullen het verschil ook niet maken, want in de metingen ontloopt het tweetal elkaar niet zo vreselijk veel: de Juke met handbak is een fractie sneller en een fractie zuiniger dan die met DCT.