Test: MINI Cooper S Works
Het beste uit twee werelden
Zeg je MINI, dan zeg je Cooper. En er is nu een overtreffende trap. John Cooper Works ontwikkelde voor de huidige Cooper-versies een tuning kit. Vooral de tot 200 pk/240 Nm opgefokte Cooper S is een bommetje. Wij brachten 'm tot explosie!
Als er één Engelsman is die geen rancuneuze gevoelens koestert tegen de aanwezigheid van de Duitse auto-industrie op Brits grondgebied, dan is het John Michael Cooper wel. Inderdaad, de zoon van. Cooper: "Waarom zou ik? Ik vind dat iedereen hier maar eens moet ophouden met dat gezanik. De MINI wordt toch nog steeds in Engeland gebouwd? Ik ben alleen maar ongelooflijk blij dat het erfgoed van mijn vader voortleeft in de allernieuwste Cooper. Ik merk ook dat de scepsis bij de liefhebbers plaatsmaakt voor enthousiasme. Dat kan ook niet anders, de huidige MINI is een fantastische auto. Dat vindt zelfs Paddy Hopkirk, die in 1964 de rally van Monte Carlo won in een Mini Cooper. Hij is helemaal weg van de nieuwe." Cooper straalt een stuk geestdrift uit die typerend is voor de ware Engelse autofanaat. En laten we wel wezen: hij spint garen bij de herrijzenis van deze icoon.
Kopzorgen
Leren werken met de Duitsers was voor John Michael Cooper een heel ander verhaal. In München wordt alleen genoegen genomen met topkwaliteit. Heel wat anders dan hij gewend was bij het ontwikkelen van snelle Mini's voor British Leyland. Het feit dat er meer pk's uit kwamen was daar al genoeg. Nu stonden hij en zijn team voor de taak een snelle MINI te maken die aan alle wereldwijd geldende eisen voldoet. Niet voor niets neemt BMW alle garanties over van de getunede Coopers. Een prestatie waar Cooper en de zijnen trots op mogen zijn, hoewel het heel wat hoofdbrekens heeft gekost. Dat geeft Cooper grif toe. De kit voor de gewone Cooper (standaard 115 pk) bestaat uit een cilinderkop, een uitlaat en een ander luchtfilter. Met deze ingrepen levert de - in Brazilië geproduceerde - 1.6 126 pk. Mwah, aardig, maar hij haalt het niet bij de gekietelde S. Die krijgt een ander type compressor, eveneens een aangepaste cilinderkop en een nieuw uitlaatsysteem. Daarmee stijgt het vermogen van 163 naar 200 pk, genoeg om op bochtige binnenweggetjes het leven zuur te maken van stuurmannen in serieus gemotoriseerde automobielen.
Oergeluiden
De gelegenheid om dat aan den lijve te ondervinden, krijgen we ruimschoots. Voor het hoofdkantoor van John Cooper Works in East Preston staat een rijtje super-Coopers zich op te warmen in een lekker voorjaarszonnetje. Wat is het een lust voor het oog, zo'n Cooper S! En je wéét dat 'ie net zo geweldig rijdt als dat zijn uiterlijk doet vermoeden. Na het starten valt op dat het uitlaatgeluid allesbehalve spannend is. Veel beschaafder eigenlijk dan we vermoedden. Dat is ín de auto. Even later, als we aan de S van een collega kleven, laten we de ramen zakken om te genieten van de fantastische schreeuw die de twee pijpen voortbrengen. Dat lijkt akelig veel op dat heerlijke gerochel van een gekietelde oer-Mini. Super! En ook het gierende geluid dat de compressor produceert (wél hoorbaar aan boord) roept herinneringen op aan de zingende transmissie van de illustere voorganger van de MINI. Maar de echte kicks krijg je pas als je het gaspedaal vloert, waarbij het zaak is de motor op het juiste toerental te houden. Hoewel de mechanische compressor voor een vloeiende vermogensopbouw zorgt, komt het maximale koppel van 240 Nm er pas bij 4.000 toeren uit. Neemt niet weg dat er daaronder ook trekkracht voorhanden is, zij het dat de versnellingsbak wel iets sportiever hadden gekund. Ter illustratie: in twee gaat de Cooper S tot over de 100 km/h.
Wekt begeerte op
Ondanks de niet helemaal optimale bak zijn de prestaties indrukwekkend. De snelheidsmeter schiet met een bloedgang omhoog. Voor je het weet staat de naald alweer ergens in de buurt van 170 km/h. Het remsysteem weet de snelheid met gemak te elimineren. Zo sprint je van bocht naar bocht. Bij het ontwikkelen van deze conversie is de nadruk gelegd op goede tussenacceleraties, die in de praktijk vaker voorkomen dan sprintjes vanuit stilstand naar 100 km/h. Dat maakt het afleggen van spannende trajecten ontzettend leuk en ongelooflijk verslavend. Wat maakt deze auto een bezitsdrang in je los! Het stuurgedrag is ronduit feestelijk. Geen banden of carrosserie die zich eerst moeten zetten. Niks van dat alles. Sturen is de hoek om. Punt uit. Onophoudelijk blijft de snelle MINI je plezieren. De Cooper S Works staat bij deze hoog op ons verlanglijstje. En ook op dat van Juan Pablo Montoya, die 'm direct bestelde toen hij er lucht van kreeg. Met dit verschil: hij schudt die 33 mille zo uit zijn binnenzak. De mazzelaar. Vanaf dit voorjaar is de Cooper S Works te bestellen bij de MINI-dealer. En wie al een Cooper S heeft kan 'm alsnog laten ombouwen. Doen!