Mercedes-Benz V-klasse - Eerste rijtest

Vergis je niet: de V-klasse mag dan gebaseerd zijn op de Vito bedrijfswagen, maar daarmee houdt iedere overeenkomst meteen op (de Vito is er ook als personenbus met banken: de Tourer). De V-klasse wordt door Mercedes-Benz als MPV in de markt gezet, een voertuigklasse die door de opmars van de SUV de laatste jaren in de vergetelheid is geraakt. De huidige V-Klasse maakte zijn debuut in 2014 en nu, een kleine vijf jaar later, is het tijd voor de obligate facelift en nieuwe techniek. Die vinden we in de vorm van de OM 654-dieselmotor, die in 2016 op de markt kwam. Hij is er als 1.6 en als 2.0; het is laatstgenoemde die de nieuwe V-Klasse aandrijft.

Tot op heden was dat de bekende 2,1-liter diesel, gekoppeld aan een handbak of 7G-Tronic. De nieuwe V-klasse heeft de 9G-Tronic; de handgeschakelde versie komt later. Een iets kleinere motor dus, maar met hetzelfde vermogen als de voorgaande 220d en 250d. Nieuw is de 300d, die niet alleen meer pk’s heeft dan de 3.0 V6 CDI die ooit in de V-Klasse werd geleverd, maar ook aanzienlijk meer koppel. De nieuwe viercilinder is 35 kg lichter dan zijn voorganger en hij drijft nog altijd de achterwielen aan. Volgens Mercedes-Benz is dat gunstiger bij het trekken van aanhangers en maakt het de draaicirkel kleiner. Dat klopt, want bij de V-Klasse 4Matic bedraagt deze 13,1 meter, tegen 11,8 meter bij de achterwielaandrijver.

GEEN MBUX

Aan de buitenkant valt vooral het vernieuwde front op, in het interieur geldt dat voor de op turbines lijkende ventilatieroosters. Het dashboard doet geenszins aan dat van een bedrijfswagen denken, maar is domweg pure klasse. De vormgeving is fraai en de gebruikte materialen zijn het merk waardig, ook al is er voor het onderste deel van de middenconsole een harde en iets minder mooie kunststofsoort gebruikt. Die console is niet zo handig gepositioneerd, met het opbergvak en de bekerhouders op de bodem. Het MBUX-systeem heeft zijn weg naar de nieuwe V-klasse niet gevonden, want dat zou te veel aanpassingen vereisen en in dit segment is er ook niet direct vraag naar. Maar er valt heel goed te leven met de twee ronden klokken en het centrale beeldscherm. Alles wat het moderne, multimediale hartje begeert, is voorhanden.

FIJNE REISAUTO

We maken de eerste kilometers in een V300d 4Matic in de lange uitvoering. Met 239 pk en 500 Nm (een kortstondige overboost van 30 Nm maakt hem nóg iets sneller) heb je niets te klagen. Slechts bij zeer snel accelereren dringt het typische viercilinderdieselgeluid een beetje door naar binnen, verder is het daar opmerkelijk rustig. Bij 140 km/h wijst de naald van de toerenteller een keurige 1.750 tpm aan. De negentraps automaat schakelt onmerkbaar en zorgt ervoor dat het motorkoppel optimaal wordt benut.

Dat zo’n grote, zware bus minder dynamisch rijdt dan een S-klasse of GLE, laat zich raden. Toch heeft Mercedes-Benz er een goed sturende auto van weten te maken en valt het met het overhellen ook erg mee. De standaard zijwindassistent zorgt op de snelweg voor een perfecte rechtuitstabiliteit en het stuurgevoel is mede daardoor prettig rustig. De V-klasse is daarmee een heerlijke reisauto, mede dankzij de vorstelijke zitpositie en de enorme hoeveelheid binnenruimte.

Standaard wordt hij geleverd met vijf separate stoelen; uitbreiden naar acht zitplaatsen is mogelijk. Ben je in de gelukkige omstandigheid dat je je kunt laten rijden door een chauffeur, dan is de bijna € 4.000 kostende ‘luxe stoel’ bijna een must. Echt, daar kan geen S-klasse tegen op. Wij zouden het dan ook wel weten als we de functie van minister of rijke industrieel mochten bekleden: een V-klasse! Behalve met de lange V300d rijden we ook met een korte V220d met dezelfde motor en 163 pk en 380 Nm. Ook geen stakker, dat is duidelijk. Bij het accelereren klimt hij sneller in toeren en klinkt hij iets minder gecultiveerd dan zijn sterkere broer. Gezien de geringe meerprijs zouden wij altijd voor de 300d kiezen.

Over prijzen gesproken: in vergelijking met voornoemde modellen is de V-klasse niet eens idioot duur, maar wel vele malen praktischer. Kies de Avantgarde Edition (meerprijs circa € 7.000) en je beschikt onder meer over leren bekleding, elektrisch bedienbare schuifdeuren, 17-inch wielen, 360-gradencamera en Burmesteraudio. Er zijn drie carrosserielengten (484, 514 en 537 cm) en vrijwel alle bekende veiligheidsen assistentiesystemen zijn beschikbaar, standaard dan wel optioneel.

Het is jammer dat de bpm en mrb deze mega-MPV zo kostbaar maken. Niet toevallig is de V-klasse in Nederland populair als multifunctionele bedrijfsauto; de dealer biedt een pasklare ombouw aan die van de V-klasse een vijfpersoons ‘dubbelcabine’ op grijs kenteken maakt. Met een nog altijd zeer riante laadruimte.