Mercedes-Benz C-klasse Coupé

Er is niet zo veel autokennis voor nodig om in de C-klasse Coupé de tweedeurs variant van de C-klasse te herkennen. De nieuwste modelvariant oogt eerlijk. Geen designfratsen, geen geforceerd anders vormgegeven koplampen en achterlichten, het is gewoon een auto die qua neus en achterpartij bij de sedan en de Estate past. Ranker dan de E-klasse Coupé, die op dezelfde basis staat, en daarmee misschien ook wel minder protserig. En toch moet de auto een doelgroep aanspreken die wil laten zien dat het leven de berijder gunstig gezind is. Denk aan de jonge ondernemer die zich eindelijk een mooie bolide kan permitteren. De man of vrouw die nu nog een 3-serie Coupé rijdt of een Audi A5 en zich nog veel te jong voelt voor een auto ster op de neus. Dat de lancering van dit model onderdeel uitmaakt van een offensief om minder grijze haren de showroom binnen te lokken is aan alles duidelijk. En als ze in Stuttgart die zo felbegeerde laatdertiger, vroege veertiger onder de clientèle mogen rekenen wordt de jacht geopend op het echt jonge spul, de yup die zijn eerste of tweede leasebak mag uitkiezen. Iets waar de elders in deze AutoWeek getoonde nieuwe A-klasse voor moet gaan zorgen. Helemaal uit de lucht vallen komt deze C-klasse Coupé overigens ook weer niet. Want feitelijk is deze auto ook de opvolger van de CLC-klasse. De wat? De C SportCoupé van na de facelift. We leggen het maar even uit, want bepaald succesvol was dat model niet.

Direct 'n AMG

Om nog eens extra te benadrukken hoe sportief die nieuwe C-klasse Coupé wel niet is, staat er al direct een uiterst brute C 63 AMG-versie in de prijslijst! Maar daarover later meer, eerst maar eens op pad met een C 220 CDI Coupé. Een viercilinder diesel met 170 pk en, mits je 'm met handbak en 16 inch wielen bestelt, een lagere bijtelling bij zakelijk gebruik. Want met 116 gram CO2 per kilometer komt hij net in aanmerking voor 20 procent bijtelling. Aan die specificaties voldoet de testauto niet, want hij beschikt over de 7G-tronic-automaat, die onlang bij de facelift van de gewone C-klasse zijn intrede deed bij de viercilinderversies. Het eerste dat opvalt, is dat het er beschaafder aan toe gaat dan we voorheen van de viercilinder CDI's gewend waren. De nettere loop en het gecultiveerdere schakelkarakter van de automaat, voor de komst van de facelift en de Coupé moesten de instapdiesels van de C het nog met vijftrapsautomaat doen, maken het een stuk aangenamer. Past prima bij zo'n Coupé, en de zeventrapsautomaat werkt in samenwerking met start-stoptechniek.

Drie onderstellen

Als Coupékoper kun je kiezen uit drie verschillende onderstellen. Het standaard Agility Control-onderstel waarbij de schokdempers als het ware het wegdek lezen en hun karakteristiek daarop aanpassen. Dan volgt een sportonderstel waarbij veren korter en harder zijn en de dempers steviger wat de auto 15 mm dichter bij het asfalt brengt en dan is er nog het Dynamic Handling Package. Het laatste zit op de 220 CDI waarmee we van Sevilla naar het circuit cruisen waar we de 63 AMG zullen gaan beproeven. Een druk op de sportknop zorgt duidelijk voor een ander karakter. De demping voelt straffer en de bak schakelt eerder terug. Dat er geen tussenstand is, zoals je bij andere merken wel eens ziet: comfort-normaal-sport, vinden we helemaal niet erg. Of het een of het ander, een geen kleine tussenstappen waarbij de verschillen tussen de setups nauwelijks voelbaar zijn. Ja, deze Coupé stuurt heel direct voor een Mercedes, en dat sturen doe je met een stuur dat lekker klein is met een vrij dikke rand. Heel belangrijk dat laatste, het bepaalt in samenhang met de verstelbaarheid van een stuurkolom hoe uitnodigend een auto is. En omdat het met het tweede ook wel snor zit, krijg je in de C Coupé als vanzelf zin in een stevige partij stuurwerk. Niet dat de C-klasse Coupé een bedreiging gaat vormen voor zijn tegenhanger uit Munchen, die voelt toch echt strakker en stijver aan. Maar het verschil met de E-klasse Coupé is enorm. Die heeft weliswaar een traditionele Coupékoets, qua karakter leunt hij sterk op het comfort van de normale E-klasse. Net als zijn hoger gepositioneerde broer is de C-klasse Coupé een 2+2, achterin zitten twee stoelen in plaats van een achterbank, en nee, ruim is het daar niet. Ga je met twee personen op reis dan kun je de leuningen van de achterste zittingen platgooien.

Vooral viercilinders

Drie ronde kokers met daarin de meters en een dashboard dat verder veel lijkt op dat van de C-klasse zorgen voor een prettige werkplek en je kunt nog wel houtinleg aankruisen in de optielijst, veel mooier is 't als het dashboard over zo'n lekkere, dikke laag aluminium beschikt. Bovenin het dashboard zien we het grote scherm van het Comand-multifunctionele systeem waarop je ook 3D kaartweergave kunt krijgen en via Google Maps de route op het scherm kunt narijden. Qua interieur doet de C-klasse Coupé zeker niet onder voor de laatste tijd zo vaak bejubelde Audi-dashboards, bij BMW zullen ze bij de toekomstige 3-serie echt met iets moois voor het binnenste op de proppen moeten komen.

Met 170 pk is de C 220 CDI de lichtste diesel, voor de benzinerijder staat er echter al een C 180 met 156 pk 1.8 turbo in de prijslijst. Diezelfde motor kun je ook als C 250 CGI kopen en dan levert de vierpitter 204 pk. Naar Mercedes-maatstaven is het motorengamma van de C-klasse Coupé overigens nog wat magertjes, er staat nog een C 350 met de machtige nieuwe 3,5-liter V6 in de prijslijst en naast de door ons gereden diesel een C 250 CDI in het gamma en that's it. Nog geen V6-diesel dus zoals in de E-Coupé. Laat die C-klasse Coupé eerst maar eens zijn plekje veroveren in het segment lijkt de boodschap. En wie echt iets bruuts wil, die kan natuurlijk altijd de 63 AMG kiezen. Die heeft de E-Coupé bijvoorbeeld weer niet.

Zo wordt meteen duidelijk hoe de kaarten geschud liggen. De C-klasse Coupé is er voor jonge honden met poen en geldingsdrang.