Mercedes-Benz 500 E vs. Mercedes-AMG E 63 S - Vergelijkende Test
Familietraditie
- Natan Tazelaar
- Oud & Nieuw
Duitsland is traditioneel een invloedrijke speler binnen het segment van de sportsedans. Zeker Mercedes-Benz laat zich daar al decennialang gelden. De 500 E die begin jaren 90 uitkwam, bleek een mijlpaal, maar al snel nam AMG het stokje over om het niet meer af te geven. In deze editie kijken we wat er in ruim drie decennia veranderd is, of juist niet.
‘Hoe ingetogen kan een sportwagen zijn?’ Die vraag staat op de brochure die Mercedes-Benz Nederland in 1990 uitbracht ter gelegenheid van de 500 E. Zo’n tekst kun je natuurlijk makkelijk wegwuiven als marketingpraat, maar als je er goed over nadenkt, zit er meer in die boodschap besloten dan je op het eerste gezicht verwacht. De term ‘sportwagen’ is dan misschien niet van toepassing op de 500 E, maar het was wel een sportsedan die in zijn tijd met gemak de strijd aankon met de meeste sportwagens.
Het feit dat Porsche betrokken was bij zowel de ontwikkeling als de assemblage van de 500 E maakt het extra bijzonder, want zoiets was niet eerder voorgekomen en zou daarna ook niet meer voorkomen. Die geschiedenis doen we hier overigens niet uit de doeken, want die is al eerder uitgebreid behandeld, maar het is wel belangrijk om aan te stippen dat AMG dus niet betrokken was bij de ontwikkeling van de 500 E. De relatie tussen Mercedes-Benz en de firma van Hans Werner Aufrecht was in de jaren 80 primair gericht op de ontwikkeling van raceauto’s voor het spectaculaire DTM. AMG was wel actief op het gebied van tuning, en nam zelfs de 500 E flink onderhanden, maar deed dat destijds nog op eigen initiatief.
De banden tussen de fabrikant en de tuner werden echter wel steeds hechter, en uiteindelijk werd de opvolger van de 500 E als AMG-variant via het Mercedes-dealernetwerk geleverd. Deze E50 AMG op basis van de W210 met de vier ronde koplampen was overigens niet de eerste AMG die bij de dealers stond, want dat was de C36 AMG, maar dat terzijde. Het traject van de E50 AMG tot de huidige AMG E63 S 4Matic+ is lang en beslaat talloze varianten en motoren, maar de stabiele factoren binnen dit geheel zijn een E-klasse en een blubberende V8 met steeds meer vermogen.
Daarbij is het interessant om te weten dat er twee motoren zijn die meerdere klasseoverwinningen hebben behaald bij de prestigieuze International Engine of the Year Awards. Helaas moesten we met de facelift van de W212 in 2011 afscheid nemen van de atmosferische 6,2-liter V8 die AMG in eigen huis ontwikkelde, maar daar kwam een 5,5-liter variant met twee turbo’s voor terug. Inmiddels is die ook verdwenen en vervangen door de 4.0 met eveneens twee turbo’s. Die is in vrijwel alle Mercedesvarianten van enige betekenis terug te vinden, variërend van de G500 6x6 tot de AMG GT en van de Maybach S580 tot zelfs verschillende modellen van Aston Martin. In de huidige W213 E-klasse, die onlangs zijn modellpflege heeft ondergaan, resulteert dit in een vermogen van 612 pk en een koppel van 850 Nm.
BESCHEIDEN
Wanneer we met de E63 aankomen bij Next Classics in Noord-Holland is het contrast met de compact ogende 500 E opvallend. De uitstraling is van een totaal andere orde, want de ruim dertig jaar oude sportsedan oogt bescheiden en alleen een kenner ziet dat dit iets speciaals is aan de hand van de bredere spatschermranden en de aangepaste bumpers. De E63 daarentegen oogt agressief en bijna provocerend, met zijn grote muil met verticale spijlen en de enorme 20-inch wielen die maar nauwelijks onder de carrosserie passen.
Wanneer we op het punt staan te vertrekken voor de fotografie is er bij het starten van de motoren ook een groot verschil, want de 500 E slaat nauwelijks hoorbaar aan en zoemt zachtjes stationair voor zich uit, terwijl de AMG eerst blaft en vervolgens ongeduldig staat te gorgelen, alsof hij niet kan wachten om te vertrekken. Dat verschil in karakter is ook terug te vinden in het rijgedrag van beide auto’s. De 500 E stuurt in alle opzichten als een Mercedes-Benz uit de jaren 80 en 90. Het is een rustgevende belevenis, waarbij aan alles te voelen is dat deze auto ontworpen is voor de eeuwigheid; de inzittenden worden niet lastig gevallen door externe invloeden. De viertraps automaat schakelt ook vroeg op, waardoor het karakter van de krachtige V8 zich niet opdringt. Er is ruim voldoende koppel om vrijwel geruisloos door het verkeer te glijden, met af en toe een nauwelijks hoorbare donkere roffel uit de motorruimte.
Ook het interieur wijkt nauwelijks af van dat van de varianten met minder krachtige motoren uit die tijd. De 500 E werd standaard voorzien van de nodige opties, maar die waren tegen meerprijs ook leverbaar op een 200 D. Alleen de twee aparte zitplaatsen achterin met een afsluitbaar opbergvak ertussen in plaats van een driepersoonsbank zijn kenmerkend voor de 500 E.
Los van de uiterlijke verschillen zijn in het interieur van de E63 ook enkele kenmerken te vinden waaraan je ziet dat dit beslist geen standaard E-klasse is. Op het dikke sportstuur met alcantara zijn bijvoorbeeld draaischakelaars aangebracht om de verschillende rijstanden te kiezen en om de uitlaat en de schokdempers te verstellen. Het digitale instrumentenpaneel toont ‘ouderwetse’ ronde klokken met gele opschriften en de stoelen bieden een stuk meer steun, zodat je niet als een zak aardappelen heen en weer wordt geslingerd tijdens het bochtenwerk. Het is overigens opvallend hoe stroef en kunstmatig het leer in de AMG aanvoelt, zeker wanneer je net uit de 500 E stapt, waarin het leer nog voelt als een natuurproduct.
NOG EXTREMER
Achter het stuur van de AMG merk je al snel dat dit een ongekend snelle auto is, want zelfs in de comfortstand schiet je door de gigantische hoeveelheid koppel regelmatig sneller weg dan je zou verwachten. Het is ook zaak de snelheidsmeter goed in de gaten te houden om niet in alle onschuld een snelheidsovertreding te begaan. In de standen Sport en Sport+ wordt de AMG veel energieker en in de stand Race – die overigens alleen op een circuit mag worden gebruikt, zo meldt het beeldscherm – vertoont de E63 een nog extremer karakter. Dat kenmerkt zich door brute acceleraties, (onnodig) veel uitlaatgeluid en een onderstel dat met behulp van de luchtvering de carrosserie zo vlak mogelijk probeert te houden, maar zonder knalhard te worden.
Dan komen ook de schakelaars in het stuur goed van pas, want daarmee zijn naast het uitlaatgeluid en het onderstel ook de gasrespons, de besturing en de achttraps automaat in te stellen. Het kost even tijd om alle mogelijkheden te doorgronden en daarom is het prettig dat er ook een zelf te programmeren stand ‘Individual’ is, waarmee de bestuurder de verschillende facetten naar voorkeur vastlegt en in één keer kan oproepen. Zo had ik bijvoorbeeld de gasrespons en het stuurgevoel wel op Sport gezet, maar het uitlaat geluid en het onderstel niet, omdat die laatste twee op de openbare weg geen noemenswaardige voordelen bieden.
Vanachter het stuur van de 500 E oogt de E63 in de spiegels uitdagend en dreigend, wat zeker als één van de belangrijkste verschillen geldt als we de ontwikkeling van de sportsedan bij Mercedes-Benz bekijken. De kloof in vermogen tussen beide bedraagt 286 pk en dat is een allesbepalend aspect, maar de weegschaal laat een vergelijkbaar verschil zien. De AMG weegt maar liefst 270 kilo meer dan zijn voorouder. In dynamisch opzicht merk je dat niet direct, want de 500 E voelt loom en deinend, ondanks een aangepast onderstel dat deels afkomstig is van de 500 SL (R129).
De beste manier om optimaal van de 500 E te genieten, is door niet op volle snelheid door bochten te jagen, maar juist op rechte stukken of in flauwe bochten optimaal gebruik te maken van de krachtige achtcilinder. Die laat zich pas echt gelden als daar nadrukkelijk om wordt gevraagd in de vorm van een kickdown, maar dan komt de klassieke Benz ook serieus in beweging. Zo laat je vrijwel alle andere verkeersdeelnemers verbaasd achter.
ENORM VEEL GRIP
De AMG kan dit natuurlijk gemakkelijk bijbenen en zou zelfs op de linkerbaan langszij kunnen schieten. De acceleratie is namelijk indrukwekkend en blijft dat ook tot ver na 100 km/h. Bij sportief rijden op klaverbladen en andere bochtige gedeelten van de openbare weg voelt de AMG heel vertrouwenwekkend aan en biedt hij enorm veel grip door de standaard vierwielaandrijving. Wanneer je nóg meer van het onderstel vraagt, begint het gewicht een duidelijke rol te spelen. Met bijna twee ton kun je natuurlijk niet onbegrensd gooien en smijten, dus is waakzaamheid vereist wanneer je echt op de grens gaat rijden.
Het feit dat je dat in de E63 minder snel beseft, is een belangrijk verschil met de 500 E, want die heeft geen elektronica om de gemiddelde bestuurder ‘kunstmatig’ harder te laten rijden dan hij eigenlijk zou moeten of zelfs kunnen. Ondanks die technische vooruitgang is de E63 nog altijd een comfortabele sedan. Inmiddels zijn we daar wel aan gewend, want niet alleen Mercedes heeft een lange traditie op dit gebied, ook andere merken hebben die opgebouwd. Maar bijzonder blijft het wel. Dat maakt de 500 E trouwens nog indrukwekkender, want een sedan met sportieve aspiraties was niet iets waar Mercedes-Benz begin jaren 90 om bekend stond.
Slechts twee keer eerder werd een vierdeurs op de markt gebracht met daarin een grote en extra krachtige motor. Eerst in 1968, toen de 300 SEL de enorme 6.3-V8 uit de 600 limousine onder de motorkap kreeg – en waar AMG een succesvolle raceversie van maakte – en in 1974 werd de vernieuwde S-klasse voorzien van een nog grotere V8 met een inhoud van 6,9 liter. Beide modellen waren echter primair bedoeld als luxe sedans, niet als sportsedans. Dat omslagpunt kwam dus begin jaren 90 met de 500 E. Die is daarmee de stamvader van alle sportsedans die Mercedes-Benz vanaf dat moment op de markt heeft gebracht.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.