Mercedes 300D Turbo - Na deze sublieme W124 is het nooit meer beter geworden
Met de vijf sleuven!
Bij mijmeringen over hoe goed de Mercedes W124 was, de 200-/300-serie, gaat het natuurlijk vaak over de 500E, of de onverwoestbare maar trage 200D. Voor deze klassiekerproefrit gaan we op pad met de snelste diesel die er was van deze onverwoestbare modelserie. De 300D Turbo is zo goed, beter is het daarna nooit meer geworden.
Een Mercedes-Benz W124. Dat is diesel. Dat is taxi. Dat is lang meegaan. Misschien wel de beste Mercedes-Benz ooit gebouwd. Het geld klotste tegen en over de plinten in Stuttgart en speelde een ondergeschikte rol tijdens de ontwikkeling van de nieuwe 200-serie. Das beste oder nichts was nog geen marketingkreet, maar een uitgangspunt. Dat zie en voel je aan alles als je in een W124 stapt. Kijk alleen al naar het meubilair. Zelfs bij een exemplaar met een paar ton op de klok vertoont de stof geen slijtage en is de zitting niet het minste ingezakt. Knoppen en schakelaars zijn niet kapot te krijgen, de portieren sluiten als kluisdeuren, al het hang- en sluitwerk is, net als de rest van de auto, van ongeëvenaarde kwaliteit.
We kunnen ons niet voorstellen dat een verkoper destijds hoefde uit te leggen waarom een eenvoudige 200 D veel duurder was dan bijvoorbeeld een Peugeot 505 of een Audi 100. Men legde grif een klein vermogen neer om met die ster in het vizier te kunnen rijden en een jaar levertijd weerhield ook niemand van de aanschaf. Bij zijn voorganger, de W123 liepen de levertijden zelfs nog verder op en dat model is tot op heden de meest geproduceerde Mercedes-Benz. De W124 werd in de herfst van 1984 gepresenteerd en de eerste exemplaren zijn eind dat jaar al aan klanten afgeleverd. In 1985 werd de T (een stationwagon) aan het programma toegevoegd. Waar de taxibranche genoegen nam met de 75 pk sterke 200 D, was er voor de meer vermogende klant de zescilinder 300 D. Vanaf 1987 als 300 D Turbo, de crème de la crème op dieselgebied en uiterlijk herkenbaar aan de vijf sleuven in het rechtervoorscherm.
Geciviliseerd genagel
De vorige 300 D (W123) had een vijfcilindermotor zonder turbo, goed voor 88 pk. De zescilinder van de W124 is er ook zonder turbo en levert dan 113 pk, waar de vijfcilinder 250 D Turbo goed is voor 126 pk. Met een topsnelheid van iets meer dan 200 km/h stond de 300 D Turbo aanvankelijk op eenzame hoogte. Jaren later wist BMW dit met de 525TDS te evenaren. Maar liefst 113.750 gulden moest je in 1992 betalen om de trotse eigenaar van deze Mercedes-Benz te worden.
Raamslingers in deze dikke versie!
In dit geval nam de eerste eigenaar genoegen met raamslingers, maar werd de optie schuifdak wel aangevinkt. Geen lichtmetaal, geen airco, geen leren bekleding. De fabuleuze dieselmotor weet het gemis te compenseren, hoewel een lange reis bij zomerse temperaturen alsnog een aardige beproeving kan worden. Voordat we wegrijden gaat eerst de motorkap open. Want hoe vaak krijg je nu zo’n zes-in-lijn diesel te zien? Die ligt deels ingekapseld, om het interieur nog stiller te maken. Alsof het een straf is om naar het geciviliseerde genagel van een Mercedes diesel te luisteren!
Dus dat gaan we eerst even doen, voordat de kap weer dicht gaat. Contactsleutel om, de brandstofmeter springt meteen in de houding, het oranje voorgloeilampje licht op en nadat het uit is, draaien we de sleutel door en springt de zespitter aan. De naald van de oliedrukmeter loopt keurig op naar het cijfer 3 op de schaal en daarna rest slechts genieten. Het is weliswaar geen koude start in hartje winter, maar je hoort wel dat de techniek nog koud is.
Ultieme reisauto
Binnenin blijft het heerlijk rustig, maar de karakteristieke dieselklop is zeker aanwezig. Een automatische transmissie met vier overbrengingen is standaard in combinatie met deze motor. Na een klein half uur is de techniek op temperatuur en merkbaar stiller. Sterker: op constante snelheid en tijdens het accelereren is nauwelijks nog waarneembaar dat er een dieselmotor aan het werk is. Zelfs haar hedendaagse maatstaf is dit een waar meesterwerk, ook al is hij dat met zijn vermogen en koppel misschien niet.
Het maakt niet uit, het souvereine zescilindergeluid en het smeuïge karakter van de motor zijn onophoudelijk aanwezig. Combineer dat met het eveneens magnifieke onderstel van de W124 en je hebt de ultieme reisauto. Het stuurgevoel is een beetje wollig, ook dat typeert een Mercedes-Benz van deze generatie. Bij 100 km/h heerst er vooral rust aan boord en ergens op de achtergrond hoor je de machtige drieliter zijn werk doen.
De verkeersdrempels buiten de bebouwde kom neemt hij met de nodige elegantie en het mag dan geen sportieve auto zijn, de fraaie multilink achterwielophanging (de bekende Raumlenkerachse, die onder de 190 debuteerde) draagt bij aan een vertrouwd bochtengedrag. De 300 D Turbo belichaamt als geen andere Mercedes-Benz waar het merk op het gebied van bouwkwaliteit en dieseltechniek voor stond in die tijd en beter is het niet meer geworden.
RapportAandrijflijn Het summum op dieselgebied 10 |
Signalement
Merk | Mercedes-Benz |
---|---|
Model | 300 D Turbo |
Carrosserie | 4-deurs, sedan |
Transmissie | 4 versnellingen, automaat |
Aandrijving | achterwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 46.356 |
Specificaties
Brandstof | diesel |
Motor | 6-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 2.996 cc |
Maximaal vermogen | 105 kW / 143 pk bij 4.600 tpm |
Maximaal koppel | 267 Nm bij 2.400 tpm |
Inhoud brandstoftank | 70 l |
Lengte / breedte / hoogte | 4.740 mm / 1.740 mm / 1.431 mm |
Wielbasis | 2.800 mm |
Massa leeg | 1.450 kg |
Laadvermogen | 520 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 1.500 kg / 750 kg |
Banden | 195/65HR15Prijzen |
Topsnelheid | 202 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 10,9 s |
Brandstofverbruik |