Test: Mazda 3 (2006)
Fijnslijperij
Drie jaar geleden zei Mazda de 323-serie vaarwel en ging verder met de op de Ford Focus gebaseerde 3, een auto die we een beetje rumoerig vonden, maar waar verder niets mis mee was. Inmiddels heeft Mazda de 3 op details verbeterd, waarbij het terugdringen van de geluidsproductie een belangrijk aandachtspunt is geweest.
Drie jaar is de Mazda 3 nu op de markt; het lijkt alsof hij er nog maar net is. Toch vindt Mazda het alweer de hoogste tijd voor een update van z'n bestverkopende model op de Europese markt. Het merk voert daarom een aantal aanpassingen door. Schokkend zijn de wijzigingen niet, het is meer een verfijning van de auto die we al kennen. Met een kennersoog kun je zien dat er hier en daar wat hertekend is. Verder zijn de Japanners bezig geweest met de motoren en het onderstel en is er hier en daar wat detailwerk verricht. Geen wereld van verschil met de eerste generatie, maar Mazda houdt de messen scherp om mee te kunnen strijden in het fel bevochten segment waar de grote volumes verkocht worden.
Geluidsisolatie
Om met het uiterlijk te beginnen: het logo op de grille is iets groter geworden en de onderste delen van de bumpers zijn hertekend, zowel voor als achter. Daarnaast krijgt de drie voortaan zwarte sierringen rond de achterlichten. Al met al weinig schokkends. Waarom zou Mazda er ook meer aan doen, de auto is toch nog helemaal bij de tijd? Wie toch meer wil, kan net als bij grote broer Mazda 6 op de versie met tweeliter benzinemotor een GT-M-pakket bestellen. Dit pakket bestaat onder andere uit nog weer andere bumpers, een achterspoilertje, zijskirts en achterlichten met leds.
Bij veranderingen aan het uiterlijk horen in de ogen van Mazda ook aanpassingen aan het interieur. Deze zijn echter nog minimaler dan die aan de buitenkant. Het gaat alleen om andere kleurcombinaties (ook de wijzerplaten in het dashboard) en bekledingsmaterialen; het mag dus nauwelijks een naam hebben.
Iets groter zijn de aanpassingen aan functionaliteit en comfort. De opzet van het interieur is ongewijzigd, nog steeds is het met weinig inspanning mogelijk om een goede zitpositie te vinden (ook als je wat groter bent), het stuur lekker naar je toe te halen en je spullen in het ruime dashboardkastje te stoppen. Wel werd de kofferruimte van de sedan aangepast om makkelijker grote stukken bagage in te laden. Een leuk stukje functionaliteit is bij de GT-M-versies de Smart Card, waarbij de sleutel is komen te vervallen. De portieren kunnen met de kaart ver- en ontgrendeld worden. Daarnaast kunnen ook de ramen met de kaart worden geopend en gesloten zonder dat je daarvoor hoeft in te stappen. De motor starten doe je met een draaiknop die op de plaats zit waar zich normaal het contactslot bevindt.
Verder heeft Mazda veel aandacht besteed aan het terugdringen van geluidsproductie en het aanbrengen van extra geluidswering. Zo kreeg de onderkant van de motorkap een geluidsisolatielaag, is de dynamo voorzien van andere schoepen die minder trillingen voortbrengen en is een motorsteun verplaatst; dit allemaal om het motorgeluid in te dammen. Volgens Mazda is het geluidsniveau afgenomen met anderhalve decibel; alleen bij welke snelheid dat is, wordt niet opgegeven.
Stijvere stuctuur
Op het onderstel van de eerste generatie Mazda 3 viel niet veel aan te merken, het zat goed in elkaar. Niet verwonderlijk, het was gebaseerd op dat van de Ford Focus en dat wordt alom gezien als een maatstaf in de compacte middenklasse. Toch meent Mazda dat het inmiddels weer beter kan; de Japanners zijn aan het verfijnen geslagen. Bij de veerpoottorens van de voorwielophanging en bij de middentunnel is de carrosserie stijver gemaakt. Verder zijn de schokdempers aangepast, evenals de stuurstangen. Dit laatste moet zorgen voor een neutraler stuurgedrag wanneer er over hobbels of door kuilen gereden wordt.
Schokkende veranderingen zijn dit ook niet. In de dagelijkse praktijk blijft de Mazda 3 gewoon een auto die erg prettig op de weg ligt. Hij volgt lekker stabiel z'n spoor, vreemde nukken zijn hem vreemd. Het is absoluut geen stugge of straf geveerde auto geworden, hij blijft comfortabel. Oneffenheden worden keurig geabsorbeerd, zonder dat de auto zweverig overkomt.
Trefzeker
Naast het onderstel zijn ook de motoren onder handen genomen; hier geldt eveneens dat het om fijnslijperij gaat. Voor alle motoren, zowel benzine als diesel claimt Mazda een lager brandstofverbruik als gevolg van andere afstellingen. Maar hier en daar is er meer gebeurd dan alleen maar een beetje fijntunen; bij de 84 pk sterke 1,4-liter benzinemotor is de kleptiming aangepast. Dit werkt zonder problemen, maar wat wel opvalt, is dat deze kleinste motor tijdens het accelereren bij een bepaald toerental even lijkt in te houden, waarschijnlijk ten gevolge van het omschakelen van het variabele inlaatkanaal. Een klein detail dat niet echt stoort.
Ook het inlaattraject van de tweelitermotor is onder handen genomen, waardoor de ademhaling net wat makkelijker verloopt. Voor het vermogen maakt dit niets uit, wel voor het koppel, dit valt met 187 Nm niet hoger uit, maar wordt nu bereikt bij 4.000 toeren per minuut terwijl dat eerder bij 4.500 loskwam. Mede dankzij een elektronisch gaspedaal reageert de motor netjes op de commando's van de bestuurder. Toegegeven, bovenstaande is een beetje theoretisch. In de praktijk betekent een en ander dat de motor net iets makkelijker z'n trekkracht vrijgeeft en dus over meer elasticiteit beschikt. Je bent wat minder snel genoodzaakt om terug te schakelen en kunt dus langer in dezelfde versnelling blijven 'hangen'. Overigens gebeurt dat schakelen na de facelift bij alle tweeliter benzinemotoren niet langer met een vijfbak, maar staan er standaard zes versnellingen ter beschikking. De stapjes tussen de versnellingen zijn iets korter, terwijl de zesde gang iets langer is. In de praktijk betekent dit dat er op kruissnelheid minder toeren gemaakt worden met als gevolg een lagere geluidsproductie, een gunstiger brandstofverbruik en een verminderde uitstoot. Overigens wordt voor dit laatste niet alleen de zesde versnelling gebruikt. Door de iets kleinere stappen tussen de overige versnellingen is het ook bij andere versnellingen makkelijker om de motor in een toerenbereik te houden, dat gunstig is voor verbruik en uitstoot. De wijziging van de vijf- naar de trefzeker schakelende zesbak is dus eigenlijk een bijdrage voor uitstoot en verbruik. Dat het daarnaast ook een sportievere indruk maakt, is mooi meegenomen. Voor het rijden zelf is de uitbreiding van het aantal versnellingen niet nodig, de motor heeft genoeg in huis om af en toe een verzet over te slaan.
Al met al is de facelift weinig spectaculair te noemen, het betreft meer een verfijning van een auto die in z'n korte carrière in staat is geweest om vergelijkingstesten te winnen. Toch kleeft er een klein nadeel aan de vernieuwde 3: hij staat pas vanaf 1 september bij de dealer, vandaar dat er nog geen prijzen bekend zijn.