Lotus Europa S

Knieval met knipoog

Lotus Europa S
Lotus Europa SLotus Europa SLotus Europa SLotus Europa SLotus Europa S
AutoWeek 38 2006
AutoWeek 38 2006

Je leest het in AutoWeek 38 2006

Voor wie een Elise of een Exige te ruig is, heeft Lotus de Europa S ontwikkeld. Meer comfort, zo beloven de ambachtslieden uit Norfolk. Is dat gelukt? Stiekem hopen we van niet, de lekkere, kale smijtijzers in gedachten. We reizen af naar de slagvelden van Verdun om het uit te zoeken.

Het lijkt een trend te worden; fabrikanten die altijd hebben gezworen bij purisme doen een knieval richting wat meer comfort en gebruiksgemak. Zo werkt Donkervoort aan een minder spartaans model en nu komt Lotus met de Europa S. Om het eerste misverstand maar meteen de wereld uit te helpen: dit is niet de reïncarnatie van de Europa uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Lotus was gewoon op zoek naar een naam voor een nieuw model en na enkele brainstormsessies bleef de naam Europa S over. Simpelweg omdat het lekker bekt, in de meeste taalgebieden. En die S heeft ook geen bepaalde betekenis; het staat gewoon goed.

Klimmen

De filosofie achter de Europa S is meer comfort en gebruiksgemak, zonder (veel) concessies te doen aan het rijplezier dat je van een Lotus verwacht. Zo is de standaarduitrusting een stuk completer dan bij de Exige en de Elise, met onder meer airco, centrale vergrendeling, elektrisch bediende ramen en zelfs een eenvoudig navigatiesysteem. Ook is de instap vergemakkelijkt. Is de instaphoogte bij de Elise 55,5 cm, in een Europa S krijg je 61,0 cm. Het zal best iets beter zijn, maar echt merken doen we dat niet. Dat wordt mede veroorzaakt door de hoge drempel, die onvermijdelijk is door het bekende Lotus-chassis van geëxtrudeerd aluminium. Ondergetekende meet 1,86 m en fotograaf Jacco van de Kuilen biedt daar nog 10 cm bovenop, het is een hele toer aan boord te komen. Waar je wordt verwelkomd in stoere, maar keiharde en iets te krappe sportkuipjes. Voor een man met iets bovengemiddelde lengte is er maar één stoelpositie en dat is de achterste. In de portierbekleding mis je een goed steunpunt voor je linkerelleboog. De onderste raamlijn is net iets te hoog, waardoor de rand van het chassis de beste plek is tijdens de meer ontspannen ritjes. Tot dusverre voel je je aan boord van een Exige.

Een gevoel dat pas verdwijnt wanneer je begint te rijden, want voor de Europa S heeft Lotus Toyota links laten liggen als motorenleverancier. In plaats daarvan is er bij General Motors ingekocht, zodat de Europa S dezelfde motor aan boord heeft als de Opel Astra 2.0 Turbo. De keus is op deze krachtbron gevallen vanwege het koppelverloop, vertellen de ingenieurs ons. Al heel vroeg komt er een forse beuk kracht in je rug, waardoor je in deze auto heel lui kunt schakelen. Het grappige is dat er rond de 4.500 tpm nog een extra stoot bij komt; voor het geval je lekker wilt spelen, staat dat garant voor extra plezier. De motor is achter de stoelen geplaatst, klinkt wat minder venijnig dan die van de Exige en de Elise, maar is gelukkig nog steeds verre van geciviliseerd. Het is dat ons is verteld dat we met een Opel-motor gaan rijden, anders was het nooit in ons opgekomen. De motor snuift en brult, de turbo fluit overal bovenuit en wanneer je ineens van het gas af gaat, klinkt het alsof je een stofzuiger uitschakelt. Wanneer je bij warm weer langzaam rijdt, gonzen de twee ventilatoren in de neus er driftig op los om het inferno achter je in bedwang te houden. Dat, en de diverse andere bijgeluiden die we ontdekken, wordt door Lotus toegeschreven aan het feit dat we in een voorserieauto rijden.

Spierkracht

Het beschavingsduiveltje is vrijwel volledig voorbijgegaan aan de ophanging. De Europa S is gewoon snoeihard, zoals een Lotus hoort te zijn. Elk steentje, elke oneffenheid in het wegdek wordt krachtig, je zou bijna denken versterkt, aan de inzittenden doorgegeven. Stuurbekrachtiging vond Lotus dankzij het lage gewicht niet nodig, legt ons general manager Heathcliffe Robertshaw uit: "Veel sportauto's isoleren de bestuurder te veel van het gevoel met de besturing." Stapvoets rangeren vergt niettemin een hoop spierkracht, maar echt rijdend heb je inderdaad heel veel gevoel in je stuur. Het vereist wel grote oplettendheid, want de oneffenheden in het matige wegdek gedurende onze testkilometers proberen steeds de auto naar hun hand te zetten. De zesbak laat zich gemakkelijk bedienen, maar de slagen zijn wat aan de lange kant.

Uiterlijk is de Europa S een prachtige verschijning. Minder extreem dan een Exige, zonder 'soft' te worden en zonder het typische Lotus-gezicht te verliezen. Tussen de motor en de achterkant is zowaar een acceptabele kofferruimte ontstaan, hoewel hij ontoereikend blijkt voor twee bescheiden rugzakken en een fototas. Het eenvoudige dashboard is uitgerust met twee airbags, een Momo-stuurtje en mooie aluminium draaiknoppen voor de airco. De optielijst van de Europa S is bijzonder overzichtelijk. Bijbetalen kun je voor metallic of lifestyle lak; that's it. Al het andere is inbegrepen bij de € 66.603 die deze Lotus kost.

Lotus positioneert de Europa S tussen onder meer de Audi TT, de Porsche Cayman en de Alfa Romeo Brera. Maar wie uit een van die auto's in de Lotus zou stappen, zou zich beroerd schrikken. De Europa S is gewoon veel harder, veel ruiger dan de gevestigde orde. Lotus' knieval richting comfort is hoogstens een knipoog. Godzijdank.