Lexus RX 450h vs. Mercedes-Benz GLE 350de - Vergelijkende test
Aanval op de pionier
123 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
In 2005 was de RX de allereerste hybride van Lexus. Destijds was zo’n aandrijflijn in dit segment uniek, maar de laatste jaren doet ook de concurrentie vrolijk mee op hybridegebied. Mercedes probeert het nu weer met de nieuwe GLE 350de, een plug-inhybride met een dieselmotor. Is dat een goed alternatief voor Lexus’ beproefde, maar aangescherpte recept?
Op het eerste gezicht lijkt er niet zoveel te zijn veranderd aan de nLexus RX. Het bekende familiegezicht van het Japanse merk bleef intact bij de recente facelift, maar stiekem is bijna het hele front nieuw. Koplampen, grille en voorbumper kennen alle drie een andere vorm en een andere indeling. De voorzijde oogt daarmee wat platter en breder dan voorheen en past nu beter bij modernere Lexus-modellen als de ES en LS. Dat Lexus de RX bij de tijd houdt, is niet zo gek; vooral in de VS is de auto erg in trek. In Nederland zijn de verkoopcijfers heel wat minder indrukwekkend, maar hier wist de RX door de jaren heen toch nog uit te groeien tot de op twee na (CT en IS) populairste Lexus tot nu toe. Dat was zonder hybridetechniek hoogstwaarschijnlijk niet gelukt. De deels elektrische aandrijflijn drukt verbruik en CO2-uitstoot en daarmee ook de aanschafprijs. Met een vanafprijs van zo’n 78 mille is de auto voor dit segment relatief voordelig, al zijn er de laatste tijd steeds meer concurrenten die hem op dat vlak naar de kroon proberen te steken. Het wapen waarmee dat gebeurt, is vrijwel zonder uitzondering de plug-in hybride. In de vorm van een laag bpm-tarief is er nog altijd sprake van een flink belastingvoordeel op deze auto’s.
De nieuwe Mercedes-Benz GLE 350de is in dit verband een uitstekend voorbeeld. Dankzij een theoretische uitstoot van slechts 29 g/km neemt de staat genoegen met € 783 aanschafbelasting, terwijl voor regulier aangedreven GLE’s bedragen tussen de 24 en 58 mille zijn verschuldigd. Daarmee is de 320 pk en 700 Nm sterke plug-in net iets voordeliger dan de instapdiesel 300d, die 245 pk en 500 Nm uit zijn viercilinder perst. Die dieselmotor heeft de 350de ook, een zeldzaamheid in hybrideland. Mercedes combineert hem in dit geval met een 136 pk elektromotor en een accupakket van maar liefst 31,2 kWh. Dat is ongekend groot voor een plug-in en het zorgt ervoor dat deze loodzware, hoge SUV ook in de praktijk bijna 100 kilometer elektrisch kan rijden. Daarvoor moet het natuurlijk niet harder gaan dan 100 km/h, maar alsnog betekent dit dat je heel wat ritten elektrisch kunt afleggen. Tegen een kleine meerprijs kan de GLE zelfs aan de snellader, al is de meerwaarde daarvan bij plug-in hybrides beperkt.
HONDERDEN KILOMETERS
Met de Lexus is laden uiteraard geen probleem, want het merk houdt vast aan het stekkerloze hybrideconcept. Aan de aandrijflijn van de RX is bij de facelift niet gesleuteld, wat betekent dat er een 3,5-liter V6 aan de basis staat. Daarmee is de Lexus steeds meer een uitzondering, want ook in dit segment is de viercilinder inmiddels erg gangbaar. Dankzij de slimme samenwerking met een klein accupakket, twee elektromotoren en een traploze automaat moet de versie met 20-inch wielen volgens Lexus zomaar 1 op 17 kunnen rijden. In de praktijk blijkt ruim 1 op 12 realistischer, maar dat is nog altijd erg netjes voor een auto van dit formaat. Wat helpt, is dat de auto nadrukkelijk uitnodigt tot een rustige rijstijl. Wat heet: er zijn weinig auto’s die zo oproepen tot ontspanning als deze Lexus. De besturing gaat vederlicht, de stoelen zijn heerlijk zacht, de auto is erg stil en het onderstel geweldig comfortabel.
Daardoor is de ontbrekende luchtvering geen gemis. Erg knap, zeker omdat de auto stabiel aanvoelt en er van hinderlijk deinen geen sprake is. De aandrijflijn past prima in dit plaatje. De samenwerking tussen elektroen verbrandingsmotor verloopt vlekkeloos, de reactie op het gaspedaal is schokvrij en voorspelbaar en wat er van de motor hoorbaar is, is onder normale omstandigheden niets meer dan een overdadige, krachtige brom. Als het gas op de bodem gaat, gaat dat overdadige gevoel wel overboord. Dan wordt de motor juist wél in de toeren gejaagd en lijkt de auto het minder naar zijn zin te hebben. De traploze bak laat zich indien gewenst ‘schakelen’ met flippers achter het stuur, maar dat voelt wat onnatuurlijk aan. Ook de sportstand kun je beter met rust laten. Nu is zo’n keuze voor comfort voor een auto als deze wat ons betreft uitstekend, maar Mercedes bewijst dat het toch mogelijk is om iets meer spreiding in het rijgedrag aan te bieden.
Ook de GLE is erg comfortabel, mede dankzij de optionele Airmatic-luchtvering op het testexemplaar. Die biedt net als de Lexus een overdaad aan comfort. Hoog gezeten op de fantastische, maar eveneens optionele Multicontour-stoelen vliegen de kilometers met honderden tegelijk onder je door. Tegelijkertijd communiceert de Mercedes wat meer met zijn bestuurder, blijft de auto in de bocht wat vlakker liggen en is hij wat preciezer te plaatsen dan de Lexus. Toch is overduidelijk dat ook de GLE een ware mastodont is. De Mercedes voelt meer dan de Lexus aan als een enorme, onverzettelijke tank, wat gezien het gewicht niet eens zo gek is. Mede door de complexe aandrijflijn is de GLE nog eens een halve ton zwaarder dan de Lexus, waarmee het totaal uitkomt op een imposante 2.555 kg. Dankzij de lage CO2-uitstoot is de motorrijtuigenbelasting vooralsnog nog wel te behappen (zie kader verbruik), maar voelbaar is die massa zeker wel. Toch is de GLE sneller dan de Lexus, waarbij het enorme koppel voor een fijne duw in de rug zorgt. Dankzij de 9G-Tronicversnellingsbak voelt even stevig doorhalen sowieso natuurlijker aan dan bij de RX, maar de Lexus heeft wel een voorsprong als het om verfijning gaat. Een stevig pakket geluidsisolatie kan niet verhullen dat een zescilinder benzinemotor mooier loopt dan een viercilinder diesel. Ook de overgang tussen beide aandrijfvormen gaat bij Lexus soepeler. De RX hebben we hier niet op foutjes kunnen betrappen, terwijl de GLE zich af en toe even lijkt te verrekenen en dan met een schokje van zijn plek komt.
NIET HIP
Het belangrijkste nieuws van de Lexus RX is misschien wel het infotainmentsysteem. Eerder kreeg de in 2015 gelanceerde, vierde generatie van de auto nog de door velen gehate ‘muisknop’ mee, maar die is nu vervangen voor het touchpad dat ook in nieuwere modellen te vinden is. Bovendien is het centrale scherm nu ook als touchscreen te gebruiken, waarvoor het ook enkele centimeters dichter bij de bestuurder is geplaatst. Tot slot werden Android Auto en Apple CarPlay toegevoegd, zodat Google Maps en Spotify nu ook op het scherm te toveren zijn. Alle veranderingen zorgen ervoor dat er ineens goed met het systeem te leven is, al willen we het eigenlijk niet meer eer geven dan dat. In dit segment mag je best een zekere voorsprong op technologisch vlak verwachten, maar dat is in deze Lexus eigenlijk niet te vinden. Het scherm is lekker groot en de menustructuur redelijk eenvoudig te doorgronden, maar wat resolutie, aantal functies en bediening betreft zijn er veel goedkopere auto’s die meer punten scoren. Ook bij het instrumentarium is duidelijk dat de RX niet meer de nieuwste is. In plaats van een modern scherm treffen we hier nog twee meters en een klein schermpje aan, al moet gezegd dat de ‘energiemeter’ in de sportstand op kunstige wijze in een toerenteller verandert.
Op andere vlakken doet de RX evenmin een poging om al te modieus te zijn. In plaats van pianolak en hippe touch-toetsen treffen we een middenconsole aan vol overzichtelijk gesorteerde, fysieke knoppen. Minder hip dus, maar met een kraakheldere bediening. Bovendien spat de kwaliteit ervan af en hoef je nimmer lang door menu’s te struinen om een bepaalde functie te vinden. Het RXbinnenste is daarmee even rustgevend als zijn rijgedrag. Zelfs de stoelverwarming en -ventilatie werken indien gewenst automatisch en nadenken over instellingen en functies is simpelweg niet aan de orde. De RX is nooit een stoorfactor, maar loopt ook niet voorop als het om leuke snufjes gaat.
ZELFSTANDIG DOOR DE FILE
Mercedes bevindt zich aan de andere kant van het spectrum. Het MBUX-systeem is mogelijk het beste wat er op dit moment beschikbaar is. Het biedt werkelijk alles: een razendsnel touchscreen, kraakheldere schermen, eindeloze configuratiemogelijkheden en tal van bedieningsopties. Het knappe is dat dit niet resulteert in een onoverzichtelijke brij. Een korte studie is noodzakelijk, maar daarna blijkt het systeem erg doordacht en logisch ingedeeld.
Evengoed is het niet gevrijwaard van de ergernissen die hand in hand lijken te gaan met oprukkende technologie. Menig gesprek met een passagier wordt onderbroken door een vriendelijk ‘Wat wilt u doen?’ en soms is het toch even zoeken naar een bepaalde instelling. Wie daar allergisch voor is, vindt in de Lexus een heerlijk overzichtelijk alternatief, maar Mercedes is op dit vlak duidelijk veel verder. Ook de rest van het GLE-interieur is prachtig. Vormgeving, materiaalgebruik en bouwkwaliteit zijn boven elke twijfel verheven. De designknoppen voor onder meer de klimaatregeling komen marginaal gevoeliger over dan de ogenschijnlijk voor de eeuwigheid gebouwde Lexus-exemplaren, maar zijn wel erg prettig in de omgang. Ook als het gaat om rijassistentiesystemen is Mercedes duidelijk verder. De Lexus is met een fijn werkende rijstrookhulp en adaptieve cruisecontrol heus netjes bij de tijd, maar de Mercedes kan desgewenst ook zelf van rijstrook wisselen en door de file rollen (Rijassistentiepakket Plus, € 2.214).
De prijslijst van de Lexus beslaat 11 pagina’s, die van de Mercedes heeft er maar liefst 69. Natuurlijk is dat allereerst te danken aan het grotere motorengamma, maar ook aan de ellenlange optielijst. In de basis is de 350de met € 85.410 de voordeligste GLE. Daarna begint het aankleden, wat in het geval van ons met AMG-opsmuk uitgeruste testexemplaar resulteert in een prijs van € 113.136. De Lexus is met minimaal € 77.595 voordeliger dan de GLE, maar kost als topversie President Line € 96.595. Tel daar een kleur en een panoramadak bij op en de duurste RX die er is blijft net onder de ton. De Lexus blijft dus het voordeligst, maar het verschil is te overzien. Wie zich iets meer inhoudt bij het aankleden van een GLE krijgt bij vergelijkbaar uitgeruste auto’s ook goed vergelijkbare prijskaartjes.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
De Lexus RX doet er alles aan om het leven van zijn bestuurder zo comfortabel en gemakkelijk mogelijk te maken. Er zijn weinig auto’s waarin we achter het stuur zo tot rust komen, terwijl de gebruikskosten dankzij de vernuftige aandrijflijn relatief behapbaar blijven. Dat laatste geldt echter ook voor de GLE, die eveneens zeer comfortabel is en veel punten scoort als het gaat om multimedia en andere innovatieve snufjes. De GLE maakt tevens indruk met zijn indrukwekkende elektrische bereik, schitterende interieur en ruimte, terwijl het prijsverschil bij gelijke uitrusting tot een minimum beperkt blijft.
Had je deze auto's al gezien?

Mercedes-Benz GLE 350 e 4MATIC Premium Plus | AMG | Pano | 360 | 20 inch
- 2022
- 48.690 km

Mercedes-Benz GLE 350 de 4MATIC | Burmester | Panoramadak | Trekhaak | Night pakket | Memory |
- 2020
- 99.996 km

Mercedes-Benz GLE 350 e 4MATIC AMG Line TREKHAAK|PANO|HUD|BURMESTER|21 INCH|NIGHT PACK|360 CAM
- 2022
- 37.628 km
Lezersreacties (123) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.