Land Rover Defender vs. Toyota Land Cruiser - Vergelijkende Test

De laatste mastodonten met dikke D

Land Rover Defender vs. Toyota Land Cruiser
AutoWeek 51/52 2021
AutoWeek 51/52 2021

Je leest het in AutoWeek 51/52 2021

Pure terreinwagens worden een zeldzaamheid en wanneer je er ook nog een lekkere koppelbeul in wilt, is het helemaal zoeken naar een speld in een hooiberg. Vandaag hebben we twee spelden gevonden. Welke prikkelt ons het meest?

Zo midden in de elektrische opmars is het af en toe leuk om eens te doen alsof er de afgelopen jaren niets is veranderd. Beide auto’s in deze test zijn nieuw uit de doos leverbaar, maar desalniettemin lijken ze uit een vorig tijdperk te komen. Het zijn de laatste mastodonten van een uitstervende soort, en dat bedoelen we in dit geval uitsluitend positief. Hoekige, zware terreinbeulen met, jawel, een dikke dieselmotor onder de kap. De Toyota Land Cruiser is er zelfs alleen maar als diesel en de Land Rover Defender heeft zelfs net een nieuwe dieselmotor gekregen. De vorige keer dat we een Land Cruiser op stal hadden, liep de D240 op zijn laatste benen, vandaar dat we deze onontkoombare ­ confrontatie toen even uitstelden. Tot nu, want inmiddels is de D200 leverbaar, al moesten we daarvoor even uitwijken naar onze zuiderburen en dan ook nog voor een exemplaar met een korte wielbasis.

ZESCILINDER

Niet alleen is de D200 een gloednieuwe diesel, het is ook nog eens een zes-in-lijn, in een tijd waarin de helft van dat aantal cilinders gangbaarder is. Onze verwachtingen zijn hooggespannen. Over verwachtingen gesproken: die bungelden tussen hoop en vrees in de jaren dat duidelijk was dat de Defender na meer dan een halve eeuw toch echt niet meer toekomstbestendig was en uiteindelijk een keer moest worden vervangen. Dat de kernwaarden van de Defender zoals we hem sinds eind jaren 40 kenden de opvolger niet konden halen met onze huidige milieuen veiligheidsnormen, begreep iedereen wel. Maar ja, hoe vervang je hem dan? Nou, zo dus. Wij vinden het een ­ geweldige verschijning. Dat is leuk, maar dat ook de diehard Defender-lief­hebbers hem in hun hart hebben gesloten, blijkt uit het feit dat we gedurende onze week in de nieuwe regelmatig worden toegezwaaid vanuit oer-Defenders. Als een kind dat ­ trillend van angst naar een nieuwe school gaat, maar binnen de kortste keren de popie van de klas wordt.

Met tal van designtrucjes heeft Land Rover het oorspronkelijke ontwerp in ere gehouden. Denk daarbij aan de manier waarop het dak op de auto lijkt te zijn gelegd, de zogenoemde Alpine Windows (de kleine ruitjes om de hoeken van het dak, waardoor je naar de bergen kunt kijken), de vlakke achtersteven die vanaf de taille omhoog ineens een stuk smaller is en natuurlijk in het geheel de hoekige lijnen. De spatborden voor zijn enorm uitgeklopt, zodat de auto frontaal bijna intimiderend oogt. Dat dit een 90 is (de korte versie dus, vernoemd naar het aantal inches tussen de assen), is praktisch gezien weliswaar geen pre, maar het maakt de Defender wel nog een stukje indrukwekkender en gedrongen als een bulldog. Kortom, het voorkomen van de oer-Defender is weliswaar verleden tijd, maar met de nieuwe heeft Land Rover alles bereikt wat binnen de beperkingen van onze tijd mogelijk was.

INDRUKWEKKEND

Minstens zo indrukwekkend is de Toyota Land Cruiser, een model dat dan ook een grotendeels gelijke ontstaansgeschiedenis heeft als de Defender. Beide begonnen hun leven als poging om een eigen Willys Jeep te zijn, de Land Cruiser voor Japan en de Land Rover voor Engeland. En terwijl de Defender door de jaren heen extreem spartaans kon blijven omdat hij gezelschap kreeg van meer luxe merkgenoten, evolueerde de Land Cruiser tot een meer comfortabele, alledaagse auto, maar met behoud van zijn terreincapaciteiten. Precies daarin heeft de Defender hem nu met de nieuwe generatie weer ingehaald. Uiterlijk gezien is de Land Cruiser niet meer de meest hippe verschijning en dat is ook wel logisch. Dit model kwam in 2009 op de markt en hoewel Toyota de wissel van 2015 een nieuwe generatie noemde, was dat eigenlijk niet veel meer dan een flinke facelift. Eerder dit jaar werd een volledig nieuwe Land Cruiser aan de wereld getoond, al is die vooralsnog niet voor ons land bedoeld. Toch doet dat niets af aan zijn ruige wie-doet-me-wat-uitstraling. Sterker, het geeft de Land Cruiser karakter. Alles is groot aan de auto en als zijn boeg je achteruitkijkspiegel vult, doe je er goed aan om opzij te gaan.

Ook het interieur van de Land Cruiser is duidelijk al een tijdje geleden ontworpen. De meeste klokken en bedieningsorganen zijn nog fysiek. Dat oogt wellicht minder bij de tijd, maar in de bediening is het zeker zo prettig en vertrouwd. De cabine van de Land Cruiser is een oceaan van ruimte en de lichte kleurstellingen maken die gevoelsmatig nog ruimer. Je zit hoog op de riante stoelen en dankzij veel glas om je heen kijk je op het verkeer neer als vanaf de brug van een schip. De lichte houten sierstrips die over het dashboard lopen passen mooi bij dat gevoel.

De terreinfuncties zitten met druken draaiknoppen op de middenconsole gebundeld. Terreinrijden is niet de insteek van deze test, we laten ze ditmaal ongemoeid, maar weet dat je in de Land Cruiser onder meer het middenen achterdifferentieel op slot kunt zetten, de lage gearing kunt ­ inschakelen en keuze hebt uit vijf voor­geprogrammeerde terreinstanden. Een ­ afdalingsassistent en een hellingstarthulp zitten eveneens in het pakket en wie zich onder de allerzwaarste omstandigheden volledig op het sturen wil concentreren, zet hem op Crawl Control, waarin de auto zijn snelheid zelf optimaal houdt om zoveel mogelijk grip te houden.

Ook achterin biedt de Land Cruiser volop ruimte, zelfs al snoept het als optie lever­bare schuif-kanteldak wat hoofdruimte weg. Onze Land Cruiser is bovendien als zevenzits uitgevoerd en daarbij hoort dat je nog twee prima bruikbare noodstoeltjes ­ erbij krijgt voor de meer inschikkelijke ­ medemens. En wanneer je de middelste rij wat naar voren schuift (daar is ruimte genoeg voor), wordt die niet eens zo erg op de proef gesteld.

VLOEDGOLVEN

Het interieur van de Defender is ondanks de explosie aan luxe ten opzichte van de voorganger nog steeds duidelijk gebouwd volgens het ‘het moet vies mogen worden’principe. De kunststoffen zijn robuust, Torx-bouten geven het iets onverwoestbaars en zelfs het klepje van het opbergvak in het midden heeft een rubberen strip om je spullen te beschermen tegen plotselinge vloedgolven. Het aandeel digitaal is hier een stuk groter dan in de Land Cruiser en dat vinden we wel jammer. Zelfs de terreinprogramma’s zitten achter een lcd-scherm. Dat doet aan de prestaties overigens niets af, ervoeren we vorig jaar al tijdens een dagje op een oefenterrein.

De interieurmaten voorin vertellen dat de Defender daar nog ruimer is dan de Land Cruiser, alleen zo voelt het niet. Donkere kleuren en minder glas doen dat met je perceptie. Op de achterbank is het ook feitelijk een stuk krapper in de Land Cruiser, maar niettemin zit je daar prima. Wat vooral opvalt, is dat de bank een stuk hoger staat dan de voorstoelen, waardoor je achterin wat meer beleving hebt. Dat kan in het terrein leuk zijn. Wel is het even klauteren om daar te geraken.

LADDERCHASSIS

Van alle verschillen met de vorige Defender is het grootste tegelijk het minst zichtbaar. De nieuwe heeft namelijk een zelfdragende carrosserie, iets waarover conservatieve offroaders minder enthousiast zullen zijn. Een ouderwets ladderchassis zorgt namelijk voor een uiterst rigide en onverwoestbare constructie, met als belangrijkste nadeel minder verfijnde rijeigenschappen. Land Rover heeft het gebrek aan ladder opgelost met een monocoque, die, zo beweren de Britten zelf, driemaal zo stijf is als de oude ladder. Dat kunnen wij niet meten, maar de resultaten op asfalt zijn indrukwekkend. Dat primitieve, zoekerige ­ gehobbel is volledig verdwenen en de ­ Defender voelt meer als een Range Rover.

Nu speelt ons exemplaar een beetje vals met optionele luchtvering, maar feit is dat de auto degelijk, maar tegelijk comfortabel op de weg ligt. De besturing is lekker ­ precies en zelfs in snel ingezette bochten blijft de Defender erg koersvast. Verrassend is ook de nieuwe dieselmotor. Zeker in  tijden waarin viercilinders al luxe beginnen te worden, is zo’n zes-in-lijn een heerlijke verademing. Hij is stil, soepel en krachtig en werkt naadloos samen met de achttraps automaat. Het is vooral op dit vlak dat de Defender de Land Cruiser gemakkelijk op achterstand zet. De Toyota is heel leuk om te rijden, omdat hij nog groter aanvoelt dan hij oogt en is, maar het onderstel is duidelijk weker en door het ladderchassis minder uitgebalanceerd. De koets deint en helt nogal en ook de motor klinkt bij vollast wat rauw.

Op hogere snelheden gebeurt er bij gas erop niet zo heel veel, maar onder de honderd is de motor alert genoeg. De besturing heeft veel slagen nodig, maar dat draagt ook wel weer bij aan het grootse gevoel van de auto. Voor de rauwdouwer is Land Cruiser rijden leuk, maar de fijnproever zal af en toe een wenkbrauw fronsen. Let wel, ook met de Land Cruiser hebben we eerder terreinervaring opgedaan en daar is het een geweldige, compromisloze machine; dat mag ook gezegd.

Een korte Defender met de D200-motor is er vanaf € 104.747. Wij reden de SE, die bij € 116.245 begint. Ons exemplaar echter had nog een aardige reeks extra’s aan boord, zoals luchtvering, een trekhaak, een elektronisch differentieel en nog wat kleinig­heden. Daarmee kwam de totaalprijs van de auto op deze pagina’s op € 131.492. Om de prijsvergelijking eerlijker te maken, moeten we daarbij vermelden dat de Defender 110, de vijfdeurs met langere ­ wielbasis, eigenlijk de juiste auto zou zijn geweest naast de Land Cruiser hier. Als SE kost die € 123.599. Doen we daar de extra’s bij, dan komen we uit op € 138.846. Daar moet dan nog € 2.363 bij voor de derde zitrij en dan heb je met € 141.209 een zuiverder vergelijking.

Dat maakt de Toyota Land Cruiser met € 131.492 zoals hij hier staat met alles erop en eraan de scherpst geprijsde van de twee. Extra’s op onze Land Cruiser zijn het­ glazen schuif-kanteldak, de trekhaak, het offroadpakket en de metallic lak. Zonder dak kost deze Professional-uitvoering als zevenzitter € 120.995. Zonder derde zitrij is dat € 119.995. Er is al een vijfdeurs Land Cruiser met deze aandrijflijn vanaf € 105.495. En zoals we de Defender door­rekenden naar vijfdeurs, zo kunnen we van de Land Cruiser denkbeeldig een driedeurs met kortere wielbasis maken. Die is er vanaf € 100.495, en als Professional kost hij € 110.995.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Dat deze twee geen loepzuivere vergelijking zijn, erkennen we en hebben we in de laatste alinea van deze test geprobeerd weg te poetsen. Prijstechnisch krijg je bij Toyota meer SUV voor hetzelfde geld en hij is ook nog wat zuiniger, dus dat onderdeel wint de Land Cruiser. Maar de Defender heeft een modernere aandrijflijn en veel meer verfijnd weggedrag. In deze test richten we ons op het asfalt en daar is de Land Rover duidelijk de betere van deze twee. De Land Cruiser is echter praktischer door zijn ruimteaanbod. Dan zetten we er een Defender 110 tegenover, maar die is meteen fors duurder.

Praat verder op het forum