Lancia Ypsilon
Dappere dodo als vaandeldrager
In de modellenlijn van Lancia speelt de Ypsilon een belangrijke rol. Traditioneel is de kleinste van het Italiaanse merk het bestverkochte model. Een belangrijk deel van het toekomstige succes van Lancia hangt dus van deze auto af. Ook in herontdekte markten als Groot-Brittannië en Ierland, waar het model als Chrysler aan de man gebracht gaat worden. Dat de verwachtingen van de nieuwe Ypsilon hooggespannen zijn, is dus niet verbazingwekkend. Te meer omdat het nog maar afwachten is in hoeverre de tot Lancia's omgetoverde Chryslers 300C en Voyager het illustere Italiaanse merk aan betere resultaten zullen helpen. Het zou zomaar kunnen dat de dappere dodo van het merk in de rol van vaandeldrager gedrongen wordt.
Wat de Ypsilon in ieder geval in de kaart zal spelen, is het gegeven dat hij zo lang de fiscale voordelen op milieuvriendelijke auto's in tact blijven vol in de prijzen valt. De Yp is namelijk vrijgesteld van wegenbelasting, ongeacht voor welke motorisering je kiest. De compacte Italiaan oogt een beetje als een mini-Delta; vooral in de vorm van de achterlichten en die van de ramen van de achterportieren herkennen we de grote broer van de Ypsilon. Die achterportieren zijn zo veel mogelijk weggemoffeld om een coupé-achtige lijn te suggereren, Maar juist de extra deuren vormen de grootste verandering. Lancia's kleinste krijgt er voortaan namelijk vijf. De instap naar de achterbank is nu dus gemakkelijker dan ooit. Dat mag ook wel als je de Ypsilon aanprijst als volwaardige vijfpersoonsauto, zoals Lancia doet. De Italiaanse autobouwer gebruikt voor de Ypsilon een verlengd platform van Fiats kleinste om de vereiste ruimte te bieden. Hoofd- en beenruimte vallen inderdaad niet tegen voor een auto uit het compacte segment, al slokt het schuifdak in ons kennismakingsexemplaar nogal wat hoofdruimte op, maar of je achter in de Ypsilon ook lekker met drie volgroeide personen náást elkaar kunt zitten, is twijfelachtig. De bagageruimte heeft buitengewoon concurrerende afmetingen. Voorin zie je dat Lancia weer inzet op luxe. Leren bekleding, volautomatische airco, cruise control, navigatie, het is slechts een greep uit wat je allemaal kunt krijgen in de nieuwe Ypsilon. Op het gebied van veiligheid zijn ABS, EBD, ESP en een hill holder, die achteruitrollen bij wegrijden op een helling tegengaat standaard. Hij komt in drie varianten op de markt; als Silver, Gold en Platinum.
Hakken over de sloot
Lancia biedt in de Ypsilon een viertal motorvarianten aan, twee versies van een 69 pk sterke 1,2 liter benzinemotor, waarvan er een naast benzine ook op LPG kan rijden, een 0,9-liter tweecilinder benzinemotor van 85 pk en een 1,3-liter diesel van 95 pk. Twee van die krachtbronnen komen in Nederland beschikbaar voor de Ypsilon, die de auto volgens het huidige belastingregime allebei een vrijstelling van wegenbelasting bezorgen. Het zijn de 0,9-liter tweecilinder – de uit de Fiat 500 bekende Twin Air-motor- die 99 gram CO2 per kilometer uitstoot en de bi-fuel-versie van de 1,2-liter viercilinder, die op benzine en LPG rijdt en met een CO2-uitstoot van 110 gram per kilometer met de hakken over de sloot belastingvrij is. Aan het karakter van de Twin Air moet je even wennen. Dat begint al direct na het starten van de motor. De tweecilinder staat rustig te pruttelen. en maakt de indruk ieder moment te willen afslaan. Maar dat doet-ie niet; hij reutelt gewoon lekker door. Afslaan doet de motor pas als je halt houdt bij een rood verkeerslicht dankzij tussenkomst van het start-/stop-systeem. Dat werkt prima, maar is niet de meest alerte in z'n soort. De startmotor moet wel even de kans krijgen om de motor aan te zwengelen als het licht op groen springt; te snel de koppeling laten opkomen en gas geven resulteert in het smoren van de tweecilinder. Trillingen zijn tot een minimum beperkt door de toepassing van een balansas, én doordat beide cilinders tegelijk op en neer bewegen, en niet tegengesteld aan elkaar. Bij het wegrijden pakt de motor vlot op. In het instrumentarium zit een zogenaamde Gaer Shift Indicator. Het is de bedoeling dat je de adviezen van deze schakelindicator op het dashboard nauwgezet opvolgt en zo snel mogelijk opschakelt naar de hoogste versnelling. Zo druk je het verbruik zo ver mogelijk. De tweepitter klinkt dan alleen als een viercilinder die gaat afslaan, zo ver zakt-ie in de toeren. Maar wederom gebeurt dat niet. Hij blijft ook nu gewoon lopen. Maar de brom die de motor produceert is geen genot om naar te luisteren. En bovendien is de fut er wel uit als je zo rijdt. Versnellen duurt een eeuwigheid als je niet terugschakelt. Voor het hoogste vermaak negeer je de schakelindicator gewoon en houd je de motor hoog in de toeren. Het verbruik stijgt dan natuurlijk wel wat, maar de Ypsilon spreidt plotseling ook zomaar een tamelijk fel karakter tentoon. Zeker in de eerste en tweede versnelling, die tamelijk korte overbrengingen hebben, is de Ypsilon aangenaam rap. Vlot meebewegen met het stadsverkeer is geen enkel probleem. De motor roffelt er dan op los dat het een lieve lust is, en doet in de verte denken aan de al oude 2CV. Maar als je geen grote haast hebt, en je je over de angst voor het afslaan van de motor heen hebt gezet, dan kun je in de stadse omgeving vrijwel alles in de derde versnelling rijden.
Duister
De besturing is elektrisch bekrachtigd. Hij werkt direct genoeg, maar veel gevoel zit er niet in de installatie. Een kritiekpunt dat ook de Delta treft. Van een Lancia verwacht je dat hij meer met je communiceert over wat er onder de voorwielen gebeurt. Maar helaas laat ook de besturingsinstallatie van de Ypsilon je hierover te veel in het duister. Het wekt geen verbazing dat het weggedrag van de Ypsilon in grote lijnen overeenkomt met dat van de Fiat 500. Dat betekent dat korte oneffenheden vooral door de achteras vrij nadrukkelijk aan de inzittenden worden doorgegeven. Maar over het algemeen voelt de Ypsilon volwassener aan dan de 500 mede dankzij z'n grotere wielbasis. In bochten volgt de auto tamelijk neutraal de ingezette koers zo lang je niet te gek doet, met een neiging naar veilig onderstuur. De koets blijft daarbij mooi rechtop. En moet je plots van het gas, dan wordt de achterkant niet opeens staartlastig. Comfort wint het geheel in de traditie van Lancia van sportiviteit. De Ypsilon Twin Air met start-/stop-installatie staat in juni bij de dealer voor vijftien mille rond. De bi-fuel-versie komt twee manden later. De importeur heeft nog geen officiële prijs vrijgegeven voor deze uitvoering maar meldt desgevraagd dat-ie enkele honderden euro's duurder zal worden dan de Twin Air-variant.
Uitgelicht aanbod
Lees ook

Lancia Ypsilon Twin-Air 85 Platinum (2011)

Rij-impressie Lancia Ypsilon

100 jaar stroomlijn: zo lang bestaan er al gladde auto's

Test: Alfa Romeo Tonale - Hard zoeken naar Alfa DNA

Kia Rio (2017-heden) - Occasion aankoopadvies
