Lancia Delta 1.8 Di TurboJet

Het Delta-mysterie

Lancia Delta 1.8 Di Turbojet
AutoWeek 21 2009
AutoWeek 21 2009

Je leest het in AutoWeek 21 2009

De Delta van nu is niet meer de Delta van vroeger. Toch worden we met de introductie van de 200 pk-sterke topversie 1.8 Di TurboJet weer aan het twijfelen gebracht. Die scheurt namelijk kriskras door Rome in de rolprent Angels & Demons, de verfilming van de bestseller Het Bernini Mysterie.

Tussen 1987 en 1992 veegde de Lancia Delta genadeloos de rallypaden aan met de concurrentie, met achter het stuur helden als Miki Biasion, Markku Alen, Didier Auriol en Juha Kankkunen. De faam die het kleine, hoekige autootje verwierf heeft het merk lang goed gedaan. Toch was het sportieve imago niet helemaal gegrond, want de historie leert dat de kracht van Lancia eerder op de gebieden comfort, innovatie en design ligt. Zoals we al eerder hebben geconstateerd, wat dat betreft sluit de vorig jaar geïntroduceerde, derde generatie Delta weer veel meer aan bij de oorspronkelijke merkwaarden.

Als we op de avond vóór de introductie van de 1.8 Di TurboJet echter Angels & Demons bekijken, worden onwillekeurig toch weer andere verwachtingen geschept. In die film probeert wetenschapper Robert Langdon een aanslag van een duister anti-kerkgenootschap op het Vaticaan te verijdelden. Hiervoor moet hij een puzzel zien op te lossen, waarvan de stukjes her en der in Rome verborgen liggen. Wat volgt is een race tegen de tijd, waarin de Delta belangrijke rol speelt als vervoermiddel van Langdon en hem zo snel mogelijk van de ene plek naar de andere moet brengen.

Gelukkig heeft hij de beschikking over de nieuwe topper van het Delta-gamma, dat tot nu toe bestond uit twee (benzine)varianten van de 1.4 T-Jet (maximaal 150 pk) en drie dieselversies (maximaal 190 pk). De splinternieuwe 1.8 Di TurboJet levert 200 pk, waarmee hij een van de sterkere in zijn soort is. Het vermogen is vergelijkbaar met dat van de roemruchte HF Integrale van weleer, en ruim voldoende voor een fijn potje straatracen, dunkt ons. Stiekem toch weer sportieve aspiraties? Tijd om eens wat dieper in het Delta-mysterie te duiken.

Nadruk op souplesse

In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden meet de nieuwe krachtbron 1.742 cc, afgerond dus 1,7 liter. Het blok is volledig in huis ontwikkeld door Fiat Powertrain Technologies, en is naast een turbocompressor voorzien van directe inspuiting. Lancia belooft niet alleen een hoop vermogen, maar ook – zoals je natuurlijk in deze tijd mag verwachten – een relatief laag verbruik; 7,8 liter per 100 kilometer volgens fabrieksopgave, met een CO2-uitstoot van 185 g/km.

Verder heeft er veel nadruk gelegen op het minimaliseren van trillingen en op de flexibiliteit onderin. Een hypermodern motormanagementsysteem zorgt voor een optimale controle van de diverse parameters. Zo kan bijvoorbeeld de overlaptijd van de in- en uitlaatkleppen zeer precies bepaald worden, waardoor er een zeer directe luchtstroom ontstaat. En daar profiteert de turbolader weer van. Het gevolg is dat het maximale koppel van 320 Nm al bij 1.400 toeren per minuut vrij komt.

Ook al wordt de reactietijd op gaspedaal enigszins vertraagd door de automatische transmissie, die kracht en souplesse bij lage toerentallen is inderdaad het eerste dat opvalt als we achter het stuur zijn gekropen. Ondanks het wagengewicht van 1.430 kilogram komt de Delta overtuigend van z'n plek en ook bij de tussensprints reageert de Italiaan zeer soepel en direct. De motor heeft geen overdonderend hitsig karakter, maar doet in alle rust zijn werk en wordt nauwelijks gehinderd door een turbogat.

De 1.8 Di sprint weliswaar langzamer naar de 100 km/h dan de illustere Integrale destijds deed, maar de 7,4 seconden die hij ervoor nodig heeft mogen er nog altijd zijn. Tot 3.750 tpm kun je genieten van al het koppel, daarna nemen de pk's het over. Dat de focus duidelijk in de onderste regionen ligt, blijkt als we de Delta flink doortrekken; boven de 5.500 krukasomwentelingen wordt het langzaam maar zeker minder met de voorwaartse versnelling en blijkt het bereik beperkt. Dan gaat het intussen echter al ongemerkt heel erg hard; bij 3.000 toeren in de zesde versnelling zit je al op de 160 km/h.

Regen roet in het eten

In tegenstelling tot de Integrale – sorry Lancia, hij blíjft de kop opsteken - worden het koppel en de pk's louter op voorwielen losgelaten. Behalve het adaptieve onderstel, waarover zo meer, zijn er geen extra maatregelen genomen om de boel te beteugelen. Misschien dat er daarom gekozen is om de motor standaard te koppelen aan een automaat. Daarmee komen de krachten immers gedoseerder op de wielen en heb je minder snel last van tractieverlies of aandrijfreacties in het stuur. Bovendien is die transmissie gunstiger voor het verbruik, maar dat terzijde.

Helaas krijgen we tijdens de introductie geen reëel beeld van de tractie, omdat de regen met bakken uit de hemel komt en het Italiaanse asfalt tot een ware glijbaan transformeert. Dat de stabiliteitscontrole regelmatig in moet grijpen, is dus geen wonder. Wel valt op dat de elektronische ingrepen gelukkig niet al te rigoureus en dus niet hinderlijk zijn. Het lijkt er vooralsnog op dat het op elke Delta standaard aanwezige Torque Transfer Control, dat middels remingrepen de krachten over de vooras verdeelt, voldoende is om de auto in het gareel te houden. De zestraps Sportronic-bak is prima bij de les, zeker in de sportstand. Met (te kleine) peddels achter het stuur kun je 'm ook manueel bedienen, daarvoor moet je de pook echter wel eerst naar links tikken. Een tijdelijke handmatige interventie terwijl de bak gewoon in D staat is helaas niet mogelijk.

Meer engel dan duivel

Samen met de 1.8 Di TurboJet wordt een nieuw, adaptief dempersysteem geïntroduceerd, dat standaard is op deze versie. Behoorlijk uniek voor een auto in deze klasse. Het onderstel neemt het karakter van een conventioneel gedempte Delta echter niet geheel weg, want op korte oneffenheden voelt-ie nog steeds behoorlijk stug aan. Hoe het met de dynamiek in de bochten is, kunnen we door de regen wederom beperkt vaststellen. De eerste indruk is die van een neutraal en tot hoge snelheid zeer stabiel sturende auto, die echter nog steeds niet overloopt van sportiviteit. Daarvoor heeft de Delta onvoldoende scherpte en mis je nog steeds het gevoel in de besturing.

Kortom, ondanks de tweehonderd duivels in het vooronder is de Delta geen opwindende scheurmachine. Het is zelfs geen duivel in een maatpak, want ook als je hem tergt blijft de 1.8 Di zich als een engel gedragen. Wat dat betreft is z'n rol in Angels & Demons maar deels op z'n plek, deze Delta zou zich eerder thuis voelen in een roadmovie, want comfortabel en snel kilometers maken is meer z'n ding, en van die taak kwijt hij zich buitengewoon goed. Wat dat betreft wordt de hogere positionering van het model nog eens onderstreept; de Delta van nu is niet meer de Delta van vroeger. Lancia ziet de 'm zelfs als (zakelijk) alternatief voor bijvoorbeeld een BMW 3-serie of een Alfa 159.

De 1.8 Di TurboJet Oro staat in de prijslijst voor € 33.245. In Platino-trim betaalt u € 3000 extra. De nog luxer en riante uitgevoerde Executive komt rond de zomer beschikbaar en daarvoor moet u nog eens op rond de drieduizend euro extra rekenen.

Lezersreacties (30) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.