Koudetest: vier campers in de diepvries

De koudste test van het jaar

AutoWeek Campers 2019-01
AutoWeek Campers 2019-1
AutoWeek Campers 2019-1

Je leest het in AutoWeek Campers 2019-1

Wintercamperen is in zwang. Steeds meer campers zijn het hele jaar door op de weg en op de camping te vinden. Dan is het relevant hoe goed de verwarming werkt. Tijd voor een extreme vriestest.

Brrrr... Het is min 15 graden Celsius als Fidelis Knaus en Kevin Pabst de machines aanzetten. En dat doen ze vaak, want de twee ‘klimaatkamers’ zijn een geliefde aanwinst van het Beierse Truma (zie ‘Partner in de kou’) en worden door de grotere camperbouwers moeiteloos gevonden. Min 15 is de begintemperatuur voor de opwarmtest volgens de norm DIN EN 1646-1 (zie twee pagina’s verder). “Deze test levert betrouwbare en goed vergelijkbare data op”, aldus koude-prof Knaus. Hoe knus het aan boord daadwerkelijk aanvoelt, geeft de DIN-test echter niet prijs. Wie in de winter met zijn camper rijdt, heeft andere vragen dan die over opwarmprestaties. Als het kouder wordt, wil je weten of de warmte zich bijvoorbeeld ook goed over de ruimte verdeelt. Anders zit je alsnog te kleumen als je met je Jägermeister in je favoriete hoekje bent gaan zitten. Hoe groter de temperatuurverschillen in de camper, des te onaangenamer wordt het namelijk in de praktijk. Wij letten in onze test ook op dit soort criteria. De DIN-norm is weliswaar de basis, maar zeker niet het enige criterium.

DE VOORBEREIDING

De grote ventilatoren zoemen bescheiden, maar koelen de twee kamers genadeloos. Dat geldt ook voor de twee campers, die met alle deuren en ramen geopend heel rap in een onaangenaam verblijfsoord veranderen. Aan de kapstok hangen de donkerblauwe thermojassen al klaar, onmisbaar voor wie bij dit soort temperaturen zijn werk doet. Voor het aanbrengen van de meet apparatuur zijn die jassen evenals de dikke handschoenen nog niet nodig. Knaus en Pabst doen dat namelijk bij de heersende buitentemperatuur.

Omdat elk voertuig verschillen kent, nemen we geen genoegen met standaardinstellingen. Onze ‘koudeprofessionals’ installeren dus niet alleen meetapparatuur in de hoeken en in het midden van de camper, maar ook op koudegevoelige plaatsen, zoals op de matrassen en in het bad. Bij de alkoofcamper wordt natuurlijk ook het bed boven de bestuurderscabine niet vergeten.

De heren kunnen twee voertuigen parallel aan elkaar testen dankzij de twee separate ruimten. De koelinstallaties in beide ruimten zijn eerst 15 uur aan het werk voordat de koude-experts hun dikke jassen en handschoenen aantrekken. Al eerste sluiten ze dan alle deuren en ramen. Vervolgens gaat de camperverwarming aan. Doeltemperatuur: 30 graden. Boven nul welteverstaan.

Alles gaat op vol vermogen. Daarbij doet het er niet toe dat er in de buscamper alleen een gasgestookte luchtverwarming met een vermogen van 4 of 6 kW zit, terwijl de grote integraalcamper beschikt over een warmwaterverwarming met een vermogen van 8 kW. Het gaat om de warmte en het totaalresultaat. Tijdens de opwarmfase blijven de deuren van de ruimtes gesloten. De meetresultaten komen live binnen op de computerschermen in een naastgelegen ruimte.

LOGICA VOOR VERRASSING

Het eerste resultaat verrast heel even, maar dan zie je de logica: de buscamper gaat in het eerste deel van de strijd met de overwinning aan de haal. Het is er het snelst 20 graden – dat lukt binnen 4 uur. Ook al niet opzienbarend is dat de volintegraalcamper het langst nodig heeft voor zijn stookklus, de verwarming krijgt hier immers de meeste kubieke meters kou voor z’n kiezen. Toch weet de integraal ook heel goed te presteren. Op veel punten verrast hij positief met zijn meetwaarden.

Bij dit campertype vind je ook niet de zwakheden waarmee je bij de andere varianten te maken krijgt. Het is niet mogelijk om aan de Ducato-basis van de buscamper, alkoof en halfintegraal later alsnog geïntegreerde isolatie aan te brengen, zodat onvermijdelijk bovenproportioneel veel warmte verloren gaat.

De ramen zijn nog zo’n plek waar de warmte naar buiten stroomt. Wie geen isolatiematten aan zijn camper wil hangen, kan er in elk geval voor kiezen om een isolerend gordijn achter de stoelen in de bestuurderscabine op te hangen. Dat helpt enorm: “Belangrijk is dat het gordijn helemaal tot op de bodem reikt, want dan kan er tenminste geen koude lucht uit de voetenruimte van de bestuurderscabine het wooncompartiment binnenstromen”, vertelt Knaus. Ook het instellen van de uitstroomopeningen voor warme lucht is van belang en heeft effect op het warmteresultaat. “De prestaties van de warmte-installatie zijn eigenlijk nooit het echte probleem. De uitdaging zit telkens in het verdelen van de warmte.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Koude kan vluchtig zijn en zich op allerlei plekken schuilhouden. Het goede nieuws is daarom dat geen van de camperconstructies echt grote steken laat vallen door constructieve zwakheden. Wie prettig wil wintersporten met een camper, hoeft zich vooralsnog niet te veel zorgen te maken over de verwarmingsinstallaties. Wel is het slim om bij serieuze kou wat aanvullende maatregelen te nemen. Denk daarbij aan isolatiematten voor de ramen of in elk geval een isolerend gordijn tussen debestuurderscabine en het woongedeelte. Ook de luchtuitstroom moet je in de gaten houden. Hou ook rekening met het brandstofverbruik. Afhankelijk van je verwarmingssysteem trek je een gasfles van elf kilo binnen 24 tot 36 uur helemaal leeg als je de verwarming constant vol laat draaien. Wie daar niet tijdig op anticipeert, kan het alsnog aardig fris krijgen.