Kia Ceed - Eerste rijtest

Door de overdaad aan al of niet opgehoogde stekkerauto’s in ons land zou je bijna vergeten dat in Europa het traditionele C-segment nog altijd tot de belangrijkste van de markt behoort. Dat was het zeker toen de Cee’d (toen nog met apostrof) in 2007 de Cerato verving en misschien was het daarom wel de belangrijkste auto van het Koreaanse merk tot dan toe. Het werd zeker niet meteen een klassewinnaar, maar een solide keuze is het altijd geweest. Hoewel de aandacht het afgelopen decennium wat is verlegd, blijft Kia de Ceed trouw en punt hem nu in de luwte weer een beetje bij. Wel meer dan een beetje trouwens; we hebben wel eens facelifts gezien die minder om het lijf hadden. Naast het nieuwe Kia-logo zien we onder meer een andere grille, gewijzigde led-koplampunits, nieuwe achterlichten en binnenin een herzien digitaal instrumentarium en navigatiesysteem. En dan hebben we het nog niet over de eveneens nieuwe 1,5-liter turbomotor onder de kap, vooral omdat die al voor de facelift werd geïntroduceerd.

VERBETERING

Toch grijpen we de facelift graag aan om nader kennis te maken met de nieuwe motor, die zich vanaf de eerste meters al bewijst als een verbetering ten opzichte van de 1.4 die hij vervangt. Hoewel met die laatste niet veel mis was, voegt de verse krachtbron een welkome laag vanzelfsprekendheid toe bij lage toerentallen. Het extra vermogen van de turbo zet wat geleidelijker in en helemaal bovenin houdt de 1.5 ook meer lucht over dan zijn voorganger, wat de prestaties ten goede komt. Toch is het vooral de toegenomen souplesse bij lage toerentallen die het verschil maakt, zeker omdat het de samenwerking met de DCT-bak met dubbe le koppeling gemakkelijker laat verlopen.

Helaas blijft die wel voor verbetering vatbaar, al komt dat meer op het conto van die transmissie dan van de motor. Weg rijden gaat niet zo soepel als bij andere auto’s in dit segment met een DSG-achtige versnellingsbak en bij bijvoorbeeld straatje keren duurt het soms erg lang voordat de DCT de achteruitversnelling vindt. Het wonderlijke is dat de transmissie eenmaal onderweg voorbeeldig soepel en vrijwel zonder onderbreking van aandrijfkracht schakelt. Alsof de software die de bak aanstuurt lichte stemmingswisselingen heeft.

In het interieur vinden we zoals gezegd nieuwe digitale systemen, maar de grote lijnen zijn hetzelfde gebleven en dat betekent een opvallend grote hoeveelheid fysieke knoppen. Dat maakt het geheel minder modern om te zien dan bijvoorbeeld in een Seat Leon, maar voor het gebruiksgemak heeft het best wel wat voordelen. Geen zin in lane assist? Druk op de knop en het staat uit. Moet de Ceed bij het stoplicht stil blijven staan als je de rem loslaat? Een druk op de knop Auto Hold volstaat. Verder zul je met zijn kloeke versnellingsbakhendel nooit op het instrumentarium hoeven te kijken in welke stand de bak staat. Dat voel je gewoon.

Kortom: wat goed was bleef, en de nieuwe digitale systemen maken het geheel wat moderner om te zien. Ook voor de navigatie en het digitale instrumentarium geldt dat bedieningsgemak vooropstond en je dus niet snel wordt overmand door een enorme hoeveelheid keuzes. Prima. Eigenlijk valt alleen de zitpositie wat tegen. De sportstoelen in de GT PlusLine zitten fijn en ondersteunen goed, maar de combinatie van elektrische stoelverstelling en een panoramadak maakt de hoofdruimte te beperkt. Ook op de achterbank is de Ceed nog altijd geen winnaar, terwijl de kofferbak maar iets groter dan gemiddeld is.

EUROPESE INVLOED

Aan het onderstel veranderde bij de facelift niet heel erg veel. De Europese invloed is duidelijk voelbaar; de huidige Ceed rijdt aanmerkelijk beter dan zijn voorgangers en dankzij de sportieve Michelins van deze uitvoering duurt het heel lang voordat de neus richting de buitenzijde van de bocht begint te schuiven. Alleen het gevoel in de besturing mag nog beter. Die werkt direct en voorspelbaar genoeg, maar je weet pas dat de grip op is wanneer de grip ook echt op is, in plaats van het aan te voelen.

Als geheel voelt de herziene Ceed als een bescheiden verbetering die de compacte middenklasser competitief houdt. Zeker omdat de value for money nog altijd bovengemiddeld is. Een goed uitgeruste versie met de courante veiligheidssystemen, stuuren stoelverwarming, regenen lichtsensoren en 16-inch lichtmetaal kost in combinatie met de nieuwe motor en automaat zo’n ! 32.000 en dat is voor dit segment schappelijk. Zeker omdat je de bekende zeven jaar of 150.000 kilometer garantie krijgt. Zo blijft de Ceed zonder bombarie meedoen om de grote prijzen.