Test: Jaguar XKR (2007)

Hoe je het ook wendt of keert, de Jaguar XKR is een pure schoonheid in aluminium.
Zijn krachtige lijnenspel en mondaine voorkomen plaatsen deze roofkat nu al op de lijst 'toekomstige klassiekers'. Wel hadden de ontwerpers iets meer werk mogen maken van de voor- en achterlichtunits.
Wie in het donker een XKR van achteren nadert, zal hem er op grond van zijn achterlichten niet direct uitpikken. Jammer, want kijken we naar foto's van de opvolger van de Jaguar S-Type, dan zien we dat die auto wél wordt voorzien
van juweeltjes van achterlichten die verleidelijk schitteren in het donker. Maar goed, de XKR is een koppendraaier, zoveel is duidelijk. Een blik in het interieur leert onmiddellijk dat de Jag van Britse afkomst is. Je kunt kiezen voor fraai houtfineer of aluminium zoals in onze testauto. Toch hebben niet alle onderdelen die hoogwaardige, exclusieve uitstraling. Het groepje knoppen links van 't stuur, de hendels voor richtingaanwijzers en ruitenwissers en wat knoppen op de middenconsole lijken zo uit een modale middenklasser te zijn overgenomen. Het komt wat goedkoop over in het verder zo rijk aandoende interieur. Ook de verchroomde randjes rond de klokken hebben niet het gewenste effect. De meeste functies zijn te bedienen via een aanraakscherm. Onder dat scherm zit nog een aparte knop waarmee je altijd in één keer terug kunt naar het hoofdmenu. Een zeer gebruikersvriendelijke oplossing. Een echte aanrader is de actieve cruisecontrol, waarmee onze XKR is uitgerust. Wat is dat heerlijk ontspannen rijden!

Geweldenaar
Het kloppend hart van de XKR is de 4,2-litermotor die we al kennen uit de XK. In die auto is de achtcilinder goed voor 300 pk, nu heeft de machine er maar liefst 416. Een vermogensboost die is toe te schrijven aan de montage van een mechanische
drukvuller. Voordeel van zo'n door de krukas aangedreven compressor is het feit dat er altijd extra lucht beschikbaar is. Het maximale koppel van 560 Nm is bij 4.000 toeren beschikbaar, maar ook daaronder is er altijd een royale hoeveelheid kracht voorhanden. Een automatische zesbak brengt al het geweld over naar de achterwielen. In iets meer dan vijf tellen passeert de naald van de snelheidsmeter het cijfer 100 en ook daarna blijft de Brit onverschrokken doordenderen. Tot aan zijn begrensde top aan toe, waarbij de snelheidsmeter op 270 km/h staat. Subtiel detail is het prachtige gehuil van de compressor, dat net duidelijk genoeg hoorbaar is tijdens het accelereren. De zesbak is zeer alert en schakelt vrijwel onmerkbaar. Met de peddels achter het stuur is de bak ook handmatig te bedienen.

Lichtvoetig karakter
Minstens zo belangrijk bij een auto van dit kaliber zijn het stuurgedrag en de rijeigenschappen. De besturing van de XKR voelt tijdens het wegrijden en bij lage snelheden opvallend licht aan, zonder daarbij gevoelloos te zijn. Het geeft de auto een lichtvoetig karakter. De wielen volgen ook de geringste commando's van het stuur nauwkeurig op. Met zijn extreem brede banden 'leest' de Jaguar de weg. De riante berg newtonmeters die de achterbanden te verwerken krijgen, kan nog wel eens voor een beperkte hoeveelheid wieldrift zorgen. De elektronica staat dat in geringe mate toe. Met de XKR laat Jaguar zien in dit opzicht goed bij de les te zijn. Het is een fantastisch sturende auto met een goed uitgebalanceerd onderstel.