Test: Jaguar XK Coupe - Convertible (2006)

Stijlvolle dubbelslag

Jaguar XK
Jaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XKJaguar XK
AutoWeek 7 2006
AutoWeek 7 2006

Je leest het in AutoWeek 7 2006

De eigen verwachtingen van Jaguar zijn hooggespannen. De trotsgevoelens kunnen en willen ze niet verbergen. En de concurrentie staat heus op scherp. Want niet eerder warmde de Engelse firma ons zo lang op met een nieuwkomer. Afgelopen zaterdag reden we de nieuwe sportwagen uit Castle Bromwich dan eindelijk. En dat was meer dan fijn.

Het meeste en beste asfalt van het hele Afrikaanse continent vinden we in Zuid-Afrika. En wat een verrassing: de weg ten noordoosten van Kaapstad kronkelt ook nog eens al waren we op een Zuid-Europese bergpas. Stelt u zich daarbij een open Jaguar XK voor, een volle tank brandstof, een strakblauwe hemel en dertig graden plus. Daar beleeft de nieuwe Jaguar XK Convertible zijn eerste optreden met achter het stuur andere partijen dan de fabrikant zelf. Vergeleken met de vorige XK (kwam in 1996) is er al een belangrijke slag gewonnen: de zit/rijpositie is beduidend beter geworden. Laag genoeg kun je je nestelen achter een stuurwiel dat niet te vlak staat. Voor een auto die het beste van een Gran Turismo en een serieuze sportwagen moet verenigen, is dat een soort basisvereiste. Goed voor elkaar. De tijd van onlogische rondgestrooide hendels en knoppen op een wortelnotenhouten dashboard is voorbij. We hebben een strakke carbonfibre leefomgeving met nette afwerking en een goede ergonomie. Schrik niet! Hout op dashboard en middenconsole is standaard! Moet bij Jaguar. Maar voor de aluminium-look moet extra worden betaald en die optie zit op onze testauto.

Geen half werk

Een auto die van voor tot achter een diepzinnige doordachtheid aan de dag legt. Er is geen stukje waarover niet diep is gepeinsd. Van de E-type achtige gril, tot aan de ronde in de achterlichtunits in lijn met de eindstukken, aan beide kanten, van het uitlaatsysteem. Jaguar is zich ervan bewust dat het in deze klasse niet wegkomt met half werk. Een gezonde uitgangspositie als je concurrenten Mercedes SL, BMW 6-serie, Porsche 911 en, in wellicht iets mindere mate, de Lexus SC, de Cadillac XLR en de Maserati GT zijn.

Met de keyless entry zakken we in de auto en bergen de sleutel op. Starten doen we per startknop. Jazeker, behoorlijk overbodig maar wel leuk. Als de V8 met een inhoud van 4,2-liter (een oude, trouwe bekende) wakker is, kun je al snel aanvoelen waar dit roofdier heen wil: hard vooruit. Maar houdt hij dan die bochten wel bij? Jazeker. Hoewel de besturing van de nieuwe XK best wat zwaarder en wat responsiever zou mogen zijn, ontbreekt het de 2 + 2 op dat punt bepaald niet aan precisie. Da's handig in hairpins. Ook de draaicirkel valt mee en dat samen met de ergonomie die we net al roemden, maakt de XK tot een behoorlijk handzame auto, zeker voor zo'n 300 pk-volbloed. Op snelheid in de bergen stelt de auto gelukkig niet teleur. Insturen zoals gezegd, gaat ragfijn, dan gas er lekker ophouden en je graaft met soms een beetje glijden achter bij het uitkomen lekker door de bochten. Met de rechtsgestuurde versies die we in Zuid-Afrika de sporen gaven, vereist dat enige aanpassing qua inschatting links. Zeker als er links een erg oude en erg harde rotswand staat. We houden de boel heel, want de XK-aandrijflijn is goed bij de les maar niet onbehouwen bruut en ligt attractief en uitnodigend op de weg, maar is niet link. Dus je kan er een heerlijk stuk mee sturen mits… mits je de automaat in de sportstand zet. Dan is het Jaguar-gevoel er helemaal. Want de aandrijflijn (standaard met automaat) gaat zo ver dat de baksensoren aanvoelen dat je wil spelen en stemt in Sport daar ook de schakelmomenten op af. Dat betekent concreet dat als je vol richting hairpin sprint, dan vol in de remmen gaat, de bak terugschakelt. Dat klinkt niet alleen magnifiek, het is ook reuze handig dat jij en je auto meteen klaar zijn voor de volgende bocht. Die V8 met zestraps automaat krijg je dus sowieso als je in maart bij een van de 13 Nederlandese Jaguar-dealers de nieuwe XK bestelt. Maar die automaat biedt ook de mogelijkheid om via knoppen achter het stuurwiel zelf op en terug te schakelen: Jaguar Sequential Shift heet dat logischerwijs. De D Sport, dus automaat in stand Sport, is veruit favoriet. Past subliem. Hoe is de auto verder?

Absoluut reislustig

Jaguar hamert op de twee identiteiten die de nieuwe XK in zich moet verenigen. Het moet serieuze sportwagen én Gran Turismo in een zijn. Dat laatste gaat de nieuwe XK zonder meer halen. Met meer hoofd-, schouder- en beenruimte én die aanzienlijk verbeterde zitpositie, is het weer typisch zo'n auto om je powerpoint-presentatie te laten liggen in Amsterdam terwijl je al in Nice bent en je hem zonder morren ophaalt. Maar de volgens Jaguar fors toegenomen stijfheid van de carrosserie, de lichte aluminium-body, de stuurprecisie en de wegligging doen de Jag ook als stuurauto hoge ogen gooien. Is onze indruk na twee dagen lekker rijden op de openbare weg, ver weg.

Wat valt ons verder op. De coupe is stijver dan de convertible. Voordat u uitroept "goh, wat onthullend", melden we dat expliciet omdat de Engelsen erg blij zijn met de bereikte sterkte van de structuur van de open XK. Die is ook goed, maar de coupe is simpelweg strakker terwijl ze eigenlijk alleen op slecht wegdek iets toegeven qua koetswerkbeweging, de open uiteraard meer dan de dichte.

Op hogere snelheid iets meer gewichtsgevoel voorin, op de wielen waar we mee moeten sturen, dat was ook lekker geweest. Zo licht als een vorige XK op hoge snelheid is deze niet, maar nog wel lichter dan een 911 of een M6, dat kunnen we zo al zeggen.

Achttien seconden. Zolang duurt het voordat de Jag van dicht naar open is getransformeerd. Het gebruikelijke werk: via een fraai systeem van zichzelf opvouwende dakdelen, open klappen van carrosseriedelen is de Brit in no-time een strakke open auto. Tsja, dat geeft dan toch wel een klap extra dimensie aan het fenomeen XK. Snel is de auto sowieso, handelbaar ook en als hij dan ook nog het ultieme rijdersgevoel mee kan geven, dan ben je wel zo'n beetje klaar. Tot 140 km/h is het heerlijk toeven in de buitenlucht per XK. Geen rare windstromen, geen overdreven herrie. Daar komt de XK Convertible een heel eind mee.

Zoals gezegd is Jaguar apetrots op de nieuwe XK. Een gezonde zaak. Maar om dan urenlang te gaan uitdragen waarom de nieuwe XK zo mooi is, dat gaat weer een beetje ver. Onze interpretatie is dat de neus absoluut refereert aan de erfenis die E-Type heet, maar dat hoe dan ook dat hele front onder de streep toch als ietwat anoniem door het leven kan gaan. Dit in tegenstelling tot de achterkant die we sprekender en geslaagder vinden.

Een Jaguar is niet zomaar een auto. Een Jaguar is gewoon hartstikke premium zoals dat heet en als het merk zich dan ook nog ten doel heeft gestelde 'beautiful fast cars' te maken dan is er domweg potentieel om mee te tellen in de topklasse. Een klasse auto's waar nog behoorlijk wat groei in zit.

Over het onderstel is ook nog wel iets te vertellen. Het stelt je duidelijk in staat om zonder gevaar de grens op te zoeken. Sterker: hij nodigt daartoe uit. De Jag ligt strak op de weg, vooral in bochten, in rechte lijn heeft de auto de behoefte om lichtjes op koers gehouden te worden. Eenmaal een lijn ingezet in een bocht dan bijt de XK zich vast en vertoont nauwelijks neiging om te ondersturen, danwel op overstuur te tracteren. Ga je nog wat harder dan klopt de achterkant aan de deur, maar het gebied waarin dat zich inzet en wanneer het eng wordt, is geruststellend breed. Geen heel listige auto om te besturen, die nieuweling.

Adaptieve demping, het zogenaamde CATS (dempingstugheid past zich aan aan omstandigheden) en Dynamic Stability Control (noem het gerust ESP) staan u ter dienste om de boel op de rails te houden, waarbij gelukkig een driftende XK niet op voorhand al wordt afgeknepen.

Race-umerend

We zijn er wel over uit dat deze XK een stevige stap vooruit is vergeleken met de vorige. Op heel veel fronten merk je simpelweg het verschil van tien jaar, want daar hebben we het over. Over het uiterlijk, waar Jaguar de mond van vol heeft, zijn wij nog niet helemaal klaar al was het een genoegen om de XK nu eindelijk een keer in actie op de weg te zien. Het interieur van de auto is onderscheidend, maar het primitieve Engelse is nu toch wel naar de achtergrond verdrongen. Strak rukt op, eenheidsworst. Het gevaar van eenheidsworst ligt op de loer, we kunnen ons voorstellen dat Jaguar-adepts nog wel iets meer sfeer wensen. Over de aandrijflijn en de rijdynamiek hebben we geen klachten. Met de klachten valt het sowieso erg mee. Het is een auto die goed doordacht is geworden tot wat hij nu is. Een coupe waar bitter, bitter weinig mis mee is. Maar ook een die nog geen vonk heeft doen overslaan. Dat krijgt de convertible eerder voor elkaar vanwege die extra dimensie. En als een auto dus een extra dimensie als oben ohne nodig heeft, zou je je af kunnen vragen of 'ie sterk genoeg is als geheel. Wij denken dat de nieuwe XK toch vooral het dichtse tegen GT aan zit en dus wat minder compleet is als Jaguar zou willen. We moeten gewoon snel een circuitsessie met de nieuwkomer gaan doen.