Test: Jaguar X-type Estate 2.0D (2004)
Uit een ander nest
- Henny Hemmes
- Eerste rijtest
't Moet toch niet gekker worden: een Jaguar heeft sinds kort een diesel en komt ook met een stationwagon. Fans van het statige merk kregen vorig jaar bijna een hartverzakking bij het horen van dit 'afgrijselijke' nieuws. AutoWeek grijpt de kat bij de staart en rijdt de eerste kilometers met een bijzondere combinatie; de X-Type Estate 2.0D.
Echte Jaguar-liefhebbers hebben wel even moeten slikken. 't Begon met de introductie van de X-Type, die onderhuids een tweeling vormt met de Ford Mondeo. Vervolgens kwam er een diesel en als klap op de vuurpijl onthulden de Britten afgelopen najaar in Frankfurt ook nog eens de X-Type Estate. Een Jaguar stationwagen! Maar ja, sinds de inlijving bij Ford is er nogal veel veranderd. Dat moest ook wel, anders had Jaguar de 21e eeuw waarschijnlijk niet eens gehaald.
Zonder een moderne diesel kun je in het zakelijke segment niet meer meekomen. Bovendien kón Jaguar gewoon niet meer heen om een stationwagen in de klasse van de X-Type, waarin Audi, BMW Mercedes-Benz met hun A4 Avant, 3-serie Touring en C-klasse Combi zo succesvol zijn.
Dat Jaguar met de diesel op het juiste spoor zit, blijkt wel uit de verkopen van afgelopen januari. Een groot deel van de 43 procent hogere omzet (ten opzichte van januari 2003) komt op het conto van de dieselvariant van de X-Type.
Met de komst van de Estate biedt Jaguar nu ook een gezinsauto met veel ruimte zonder concessies te doen aan de rij-kwaliteiten.
Jaguar begon drie jaar geleden aan de ontwikkeling van de Estate, die vanaf de B-stijl compleet nieuw is. "Dat is niet de goedkoopste oplossing", aldus Warren Burgess, de ontwerper die verantwoordelijk is voor de Estate, "maar wel de mooiste. Op die manier kon de hele glaspartij aan de zijkanten zó worden uitgevoerd dat die bijdraagt aan een dynamisch voorkomen."
De zijkant is 44 mm verlengd en eindigt bij de achterklep die is voorzien van een apart te openen achterruit. Beide werken met gasveren. De achterpartij is behoorlijk afgerond en het dak is afgewerkt met een spoilertje, waarin het derde remlicht en de ruitensproeier zijn opgenomen. De dakrails zijn uiteraard standaard. Jammer dat de styling van die achterkant niet wat eigenzinniger is. De Estate mist daardoor persoonlijkheid. Iets beter werkt de verchroomde bies die op de duurste uitvoering tussen de achterlichten zit, maar de achterkant blijft desondanks opvallend onopvallend.
Geheim
Ook al is de Mercedes C Combi met zijn bagageruimte van 470 liter het voorbeeld geweest voor de X-Type Estate, de inhoud van de bagageruimte van de Jaguar is blijven steken bij 445 liter. Maar, zegt Jaguar, met alle stoelen neergeklapt, is de Estate met 1.415 liter de leider in zijn klasse.
Onder de luxueus beklede laadvloer bevindt zich trouwens een geheim 'luik' waaronder normaal een reservewiel zou passen. Er is ook een 12-voltaansluiting. Je kunt daar dus je laptop uit het zicht van dieven opbergen en opladen. Dat laatste overigens alleen als de motor draait.
In het interieur is alles hetzelfde als bij de X-Type sedan en de Estate profiteert ook van de wijzigingen die Jaguar op de vierdeurs heeft losgelaten voor modeljaar 2004. Zoals nieuwe bekledingscombinaties met alcantara, panelen in koolstofvezel-look op het dashboard, een nieuw stuurwiel en de beschikbaarheid van een geheugenfunctie voor de op tien manieren elektrisch instelbare bestuurdersstoel en de buitenspiegels (Memory Package € 2.490).
In de Sport-uitvoering van onze testauto staan uitstekend gevormde, met alcantara beklede stoelen, een paneel in koolstofvezel-look boven het dashboardkastje dat werkt als een spiegel, en een stuur met bedieningingsknoppen voor audio, telefoon en cruise control.
Geluidsbeperking
Zoals bekend, komt de 2-liter common-raildieselmotor uit de Mondeo. Hij is uitgerust met een turbo met variabele geometrie, waardoor het koppel over een breder toerengebied wordt bereikt. De 2.0D levert een vermogen van 130 pk en heeft een maximale trekkracht van 330 Nm bij 1.800 tpm. De motor in de Jaguar verschilt op een paar kleine punten van die in de Mondeo. Eén daarvan is dat hij is uitgerust met een zogenaamde combustion noise sensor, een sensor die luistert naar het geluid dat tijdens de verbranding in de cilinder wordt geproduceerd. De hoeveelheid te injecteren brandstof wordt vervolgens eventueel aangepast om het geluid binnen de perken te houden.
De tweeliterdiesel past uitstekend in de Estate. Hij klinkt niet al te luid, al hoor je hem wel werken tijdens het accelereren. Hij is vlot, ook in het bergachtige gebied rond Annecy, waar wij onze eerste rij-impressie opdoen. Zijn trekkracht is vanaf 1.500 tpm beschikbaar en voelt beslist niet onderbemeten aan voor de 1.559 kg zware Estate. Volgens Jaguar is hij zuinig bovendien, met een gemiddeld verbruik van 5,8 l/100 km (1 op 17,2). De Estate moet in 10,2 s naar 100 km/h kunnen accelereren en een top kunnen halen van 198 km/h.
De 2.0D is alleen leverbaar met voorwielaandrijving en een handgeschakelde vijfbak. Hij voldoet daarmee uitstekend en is alleen onderstuurd als je echt hard door de bocht gaat (u weet wel: hij wil over de voorwielen wegglijden). DSC (Dynamic Stability Control) is op alle versies als extra leverbaar. We vragen of de dieselversie in de toekomst misschien ook beschikbaar zal komen met 4WD. "Dat is niet onmogelijk," is het ontwijkende antwoord.
Wie niet voor een diesel (in dit geval nog zonder roetfilter) valt, of wie beslist een automatische transmissie wil hebben, heeft net als bij de sedan keuze uit de 2.0 V6 met voorwielaandrijving en de vierwielaangedreven 2.5 V6 en 3.0 V6.
Tandenpoetsen
We rijden ook nog met de 231 pk sterke 3,0-liter V6, die zich in de besneeuwde bergen rond Annecy met zijn vierwielaandrijving prima thuis voelt. Zijn prestaties zijn zonder meer vlot te noemen, al is de diesel qua trekkracht zijn meerdere. Dat komt dan vooral omdat het koppel van deze drieliter (284 Nm) bij een hoger toerental (3.000 rpm) beschikbaar is en je meer moet schakelen. Het koppelingspedaal van deze versie moet trouwens diep worden ingetrapt, anders wordt 't tandenpoetsen. 't Zal vast wel wennen om niet lui met de linkervoet te zijn, maar het is natuurlijk een kwestie van afstelling.
Net als van de sedan zijn er van de Estate naast de basisversie twee uitvoeringen: de Sport en de Executive. De Estate 2.0D is leverbaar voor € 37.600, de Sport kost € 43.490 en de Executive heeft een prijskaartje van € 44.690.
Voor de basisversies van de andere Estate-uitvoeringen geldt een meerprijs ten opzichte van de sedan van € 2.700. De Sport en de Executive kosten € 2.540 meer.