Kloppend Hart: Jaguar Mark II V12 (1968)
Jaguar met volle maag
40 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
- Henrie Hemmink
- Kloppend hart
Hij heeft het niet zo op moderne auto’s en ook het werkend maken van een TomTom is niet aan Tonnie Claes besteed. Je mag hem daarentegen ’s nachts altijd wekken als het gaat om het technische en mechanische gedeelte van tijdloze klassiekers, mits hij niet zelf al wakker is geworden en zich aan het werk heeft gezet wanneer hem wat te binnen is geschoten. Zijn magnum opus is een Jaguar MkII, die ooit zijn leven begon als Daimler, met een 6,2-liter V12 uit een Amerikaanse E-type!
‘Ik was vroeger al bezig met verbouwingen. Een Opel Kapitän waarvan de zescilinder defect was, kreeg van mij een vierpitter die ik voorhanden had. Ook heb ik eens een Austin Balanza-blok in een NSU Prinz geplaatst. En in onze auto voor dagelijks gebruik – een Triumph Dolomite uit 1979 – heb ik een vijfbak gemonteerd. Altijd ging ik daarbij perfectionistisch te werk: aan de buitenkant mocht van zo’n transplantatie niets te zien zijn.”
Dat was uiteraard wél het geval bij de vierpersoons Lloyd die Tonnie Claes uit Zevenaar ombouwde tot tweepersoonscoupé. En ook bij het schitterende onderwerp van deze aflevering van Kloppend Hart, want een schildje op het kofferdeksel van de lichtgele Jaguar MkII toont bescheiden maar trots ‘V12’! Het is (vooralsnog) het laatste project van de 78-jarige. Het verhaal begint zo’n vijftien jaar geleden. Tonnie, die in zijn leven vooral veel Engels spul voorbij ziet komen, is nog altijd gecharmeerd van de Jaguar MkII.
“Ruim, tijdloos en jong en oud vinden hem mooi”, vat hij zijn liefde voor de auto samen. Hij houdt zich in die tijd bezig met een sloop-MkII en is benieuwd of daar een twaalfcilinder in past. “Met een takel probeerde ik het blok erin te krijgen, maar dat lukte niet. Toen heb ik met een haakse slijper stukken uit de carrosserie gehaald om het toch passend te krijgen. Met succes, dus ik ben verdergegaan: ik heb de tunnel uitgeslepen en tevens de motorruimte achterin, voor de motorophanging. Zo wist ik hoe het moest worden, kreeg ik de smaak te pakken en heb ik de huidige carrosserie aangeschaft.” Dat ‘carrosserie’ moet je letterlijk nemen, want veel meer dan een leeg omhulsel plus twee assen was de auto, die in Duitsland was terechtgekomen, niet. Het bleek een goede basis, waaraan Tonnies scherpe oog al snel iets ontdekte: gaatjes in de bodem die níet bij een MkII horen. “Nee, het was het luxere broertje, een Daimler 250V8 uit 1968. Die gaatjes waren om de rails van de stoelverstelling aan te bevestigen.”
INCOMPLEET BLOK
Het laswerk werd uitbesteed, zodat Tonnie zich op de techniek kon richten. Dat viel aanvankelijk niet mee: de krachtbron die in de AR-64-73 dienstdoet, is het derde aangeschafte blok. Dat voldeed eindelijk aan Tonnies wensen, ook al was het niet compleet. “Het is een V12 uit een Amerikaanse E-type die daar ooit waarschijnlijk is opgeboord naar 6,2 liter en vermoedelijk door drie dubbele Webers ademde. Omdat het blok incompleet was, heb ik onderdelen van een ander blok overgezet, maar heb wél eerst alles passend gemaakt, zowel de afmetingen als het gewicht.”
De beperkte motorruimte in combinatie met het omvangrijke blok zorgde voor flink improviseren. “Voor alles bleek wel een oplossing te zijn. Zo zitten bij de originele V12 de carburateurs naast het blok, maar dat zou plaatsing boven de uitlaten betekenen. Dat wilde ik niet en bovendien moest ik er zelf gemakkelijk bij kunnen. Daarom heb ik de vier SU’s meer ‘naar binnen’ gebouwd, maar wel op zo’n manier dat de bougies gemakkelijk zouden kunnen worden verwisseld, dus zonder eerst de carburateurs te hoeven verwijderen.” De twaalf uitlaatpoorten zijn aangesloten op vier zelf ontworpen uitlaatspruitstukken, die elk via een enkele demper uitmonden in twee uitlaten links en twee rechts.
Met elk spruitstuk is een lambdasonde verbonden, waarvan Tonnie op het dashboard door middel van een digitaal display de mengselverhouding van de carburateurs kan uitlezen, mocht de motor warmlopen. Dat dit tijdens de hete draaidag niet gebeurde, is eveneens te danken aan Tonnies goede zorg voor de techniek. De pijpen bovenop de twaalfpitter transporteren namelijk koellucht van de drie elektrische ventilatoren richting de carburateurs, terwijl de pijpen aan de zijkanten de achterste cilinders extra koelen. De koeling werkt automatisch, maar kan door middel van tuimelschakelaars ook manueel worden bediend, inclusief een tijdschakelaar (de ventilatoren blijven draaien nadat de motor is uitgeschakeld). Een Jaguar-specialist heeft de radiateur gemaakt. Andere bijzonderheden onder de kap: stuurhuis en -pomp zijn afkomstig uit een XJ12, want deze pasten namelijk precies.
VERDERE AANPASSINGEN
Hiermee is onder de fraaie motorkap wel zo’n beetje alles geduid, maar we zijn er nog lang niet. Zo moest de automaat worden aangepast. “Standaard heeft de MkII een cardanverhouding van 3,4 op 1, maar bij dit blok was dat 3,54 op 1. Daarom zit er een achteras van de XJ12 onder, waarvan het kroonwiel opnieuw is afgesteld. Een lange proefrit bracht aan het licht dat dit werkte, maar wat ik niet wist, was dat de snelheidsmeter hierdoor minder aangaf dan de werkelijke snelheid. Daar kwam ik achter toen ik een bekeuring ontving voor een sneldheidsovertreding van 57 km/h, waar 50 was toegestaan. Daarom heb ik toch maar een andere bak ingebouwd, een HD400-automaat met een ander wormwiel. Qua snelheid klopt het nu zo’n beetje.”
Binnenin valt het dashboard uit de XJ12 op. Hierdoor kregen de meeste zekeringen aansluitingen door middel van relais, want één en ander moest van MkII naar XJ12 worden aangepast. Het meubilair is door een Jaguarspecialist verzorgd. De voorstoelen zijn iets verder naar achteren gezet voor een gemakkelijker instap, terwijl langere rails zijn gemonteerd, zodat ook iemand die wat kleiner van stuk is prettig kan zitten. Een ander bedrijf heeft zorg gedragen voor vloerbedekking én dakleer, want van oudsher had deze Daimler een groot vouwdak. De rails daarvoor waren verloren gegaan, zodat Tonnie die zelf heeft gefabriceerd.
ONGELOOF
In totaal heeft Tonnie zes jaar over de transplantatie en restauratie gedaan. Weliswaar met tussenpozen, maar toch. Naast veel bouw is er zeker evenveel denkwerk in gaan zitten. Het resultaat mag er absoluut zijn: wat een formidabele auto! Hoe verliep de eerste rit daarin? “Heel apart! Eerst heb ik rustig een rondje gereden, daarna heb ik hem gelijk op de brug gezet om alles te controleren. Vervolgens werden de proefritten steeds langer en op het laatst ging ik de snelweg op. Ik reed niet harder dan 110 en met de oren gespitst, of alles in orde was. Het vermogen weet ik niet. Ik heb een aanbod gekregen om een rollenbanktest te doen, maar dat is niet zo aan mij besteed. Ik schat dat hij zo’n 300 pk levert, om snelheid of hoge prestaties gaat het mij echter niet. Sterker: ik heb in de vijf jaar dat de auto nu klaar is er nooit harder dan 120 km/h mee gereden.
Enkele jaren geleden ben ik er wel mee naar Zandvoort gegaan. Ondanks het slechte weer hield hij zich kranig. Sowieso heb ik er nog nooit pech mee gehad, al ben ik daar altijd wel een beetje bang voor.” Tonnie rijdt jaarlijks zo’n 1.000 kilometer met zijn MkII-V12. Hij is lid van zowel de JDCH (Jaguar Daimler Club Holland) als het AMRWR (Austin Morris Riley Wolseley Register) en neemt met zijn echtgenote graag deel aan toerritten. Zijn die wat verder weg uitgezet, dan pikken ze een overnachting in een bed and breakfast mee. Of ze haken hun Dethleffs uit 1965 aan. “Ja, zolang het kan, geniet ik ervan”, aldus Tonnie. Genieten kun je als lezer ook: ga daarvoor naar onze website en laat de diepdonkere twaalfkoppige bassen goed tot je doordringen!
Tot slot: heeft Tonnie tips voor lezers van AutoWeek die zelf zo’n project willen beginnen? “Voor zoiets is een technische achtergrond noodzakelijk. Daarbij moet je openstaan voor aanwijzingen van anderen, maar houd het project altijd zelf in de handen. Je moet het ook niet met iemand samen doen, want ieder heeft zijn eigen zienswijze en dan lukt het uiteindelijk toch niet.”
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (40) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.