Test: Jaguar F-type P300 First Edition (2020)

Het creëren van sfeer in een auto kun je wel aan de Britten overlaten. Neem het rode leer in deze First Edition, de lekker aangeklede versie van de vernieuwde F-type: een kleur die in een Duitse auto zomaar fout kan vallen, levert in de Jaguar een enthousiaste ambiance op. Maar niet alleen het toegepaste materiaal valt op zijn plek, ook de wijze waarop de middenconsole vanuit het dashboard hoog en breed het interieur invloeit, geeft je dat heerlijke sportwagengevoel, waarbij de kleine ruiten en de donkere bekleding op de A-stijlen en het dak je lekker ‘opsluiten’ en inkapselen. Het zijn zaken die je één laten worden met de auto. Graag zouden we zien dat je het stuur nog dichter naar je toe zou kunnen trekken, maar da’s ook de enige dissonant in het interieur van de sportwagen die met deze aandrijflijn vooral concurreert met de Porsche 718. Vanbinnen pakt de Jaguar punten op die tegenstrever, want juist het wat simpele dashboard is één van de zwakke punten van de kleinste coupé en roadster van de Duitse concurrent die je al snel noemt wanneer je een Jaguar in zijn umfeld plaatst. Het andere minder sterke punt van de Porsche vormt diens instapmotor, waarbij zeker de 2,0-liter turboboxer van de Cayman en Boxster zonder S wat tegenvalt. Hier liggen misschien wel kansen voor de F-type P300, die er ook als Roadster is ook al blijft een vermogen van 300 pk niet veel voor een auto van dit kaliber, die ook nog eens meer weegt dan de genoemde concurrent.

RACEVLAGGETJE

We zijn feestelijk verwelkomd door het opvallende interieur en gaan aan de slag met een solotest en geen vergelijking. Dus hop, de knop in de middenconsole naast de keuzehendel van de automaat gaat op het racevlaggetje en we focussen ons helemaal op de Jag. De brom in de uitlaat wordt dan donkerder, en je hebt echt geen gehoorafwijking wanneer je denkt dat er een zwaarder stuk machinerie in actie komt dan een motor met vier cilinders. Ja, hij zou best voor een zespitter kunnen doorgaan en ja, die tussensprints verlopen best rap. Bedenk echter dat we steeds meer verwend raken door elektrische aandrijflijnen, die met hun instant geleverde koppel en vermogen voor achtbaan-achtige ervaringen zorgen. Van 80 naar 120 versnellen in vier tellen rond, da’s gewoon lekker. Bij het versnellen vanuit stilstand heeft de 400 Nm aan koppel het best moeilijk met de enorme grip van de Pirelli P Zero-banden, die om de aangedreven achterwielen maar liefst 295 mm breed zijn. Dat we om de 100 km/h aan te tikken geen 5,7 maar 6,2 seconden nodig hebben, is dan ook het gevolg van te veel grip! Voor sprintjes bij het verkeerslicht moet je je tegenstander goed op waarde schatten. Tegen Nederlands meestverkochte auto van 2019 leg je het in elk geval af!

Maar daar sta je als Jaguar F-type-rijder natuurlijk boven...De viercilinder ligt precies boven de vooras, en het valt op hoe scherp de auto reageert op sturen. Je kunt hem goed plaatsen, er zit een klein beetje beweging in, maar de druk op de neus is voldoende om de auto optimaal de ideale lijn te laten volgen voor het zo hard mogelijk nemen van de bocht. Vervolgens hoef je niet beducht te zijn voor een kwispelende achterkant wanneer je de bocht uit accelereert, want de aandrijfkrachten komen bij lange na niet in de buurt van de grenzen van onderstel en banden. Op een nat wegdek, bij scherpe bochten of op een grote rotonde krijg je de kont heus fanatieker naar de buitenkant van de bocht dan de neus, maar dan moet je de boel gaan forceren.

Powerdrifts moet je overlaten aan de F-type P450 of P575, maar dan praat je ook meteen over auto’s uit een andere liga; die versies moet je afzetten tegen bijvoorbeeld de Porsche 911 en de Mercedes-AMG GT. Petrolheads bij wie de tank altijd halfvol is, zullen zeggen dat je met de P300 veel uitdagende wegen vol gas kunt nemen; degenen met benzine in de aderen, maar een halflege tank, zullen het zonde vinden dat het potentieel van de auto met deze aandrijflijn maar voor de helft wordt benut. In elk geval neigt de Jaguar F-type als P300 wat meer naar GT wanneer je hem vergelijkt met de Porsche 718 Cayman en ook met kleinere, lichtere auto’s, zoals de Alpine A110 S en de Toyota Supra. Zeker die lichtvoetige Fransoos is een puur sportmachientje, waarbij het louter om rijplezier gaat.

ONDERSTEBOVEN SPRINGENDE JAGUAR

Qua bediening heeft de F-type geen aanpassingen ondergaan. Naar huidige maatstaven is het touchscreen klein, en het systeem werkt niet altijd even snel. De knoppen van de klimaatregeling zitten eronder, en het is altijd fijn dat de bediening daarvan niet is vervangen door een menu op een scherm. Hoeft de ventilatie niet aan de bak, dan blijven de ventilatieroosters in het midden van het dashboard onder hun overkapping. Moet het systeem een tandje bij zetten, dan komt op fraaie wijze een paneel uit de bovenkant van het dashboard, met daaronder de uitstroomopeningen. Van dit soort fraaie staaltjes uitklapmechaniek zijn ze bij Jaguar al jaren fan, zoals in het verleden ook de draaiknop voor de automaat omhoog kwam als je de auto startte.

Deze F-type heeft gewoon een pook; wel licht de startknop rood op wanneer je in de auto stapt. Een fraai trucje doet ook de achterspoiler, die boven de 100 km/h omhoog komt – zo zit je via de binnenspiegel tegen een in dat geval ondersteboven springende jaguar aan te kijken! Nu is de Zuid-Amerikaanse roofkat erg lenig en behendig; we sluiten niet uit dat hij deze oefening ook écht zo kan uitvoeren. De uitklapbare achterspoiler is geïntegreerd in de achterklep, waar nog verrasend veel ruimte voor bagage onder schuilgaat. En als je de klep opent, verbaaas je je over het lage gewicht – je zou niet zeggen dat de Jaguar 1.595 kilo weegt. Ook de gigantische motorkap, die over de zijkant heen valt en zodoende aan zijn enorme proporties komt, is vederlicht. Zware botten dan misschien? In elk geval zien we vaker bij Jaguars dat de weegschaal wat verder doorslaat. Ook typisch Jaguar is dat gevoel van eenwording met de auto, waarbij het onderstel goed doorgeeft wat eronder de wielen doorgaat.

Betrokkenheid waarop je ook echt wel zit te wachten in een auto als deze, en ondanks de 20-inch wielen met het fanatieke Pirelli P Zero-rubber met de harde wangen valt het met de hardheid van het onderstel mee. Een F-type P300 zonder R-Dynamic (waarop deze First Edition weer is gebaseerd) staat op 18-inch wielen, wat veel meer comfort brengt. Deze First Edition is bedacht om de komst van de vernieuwingen extra feestelijk te maken, en dat betekent dat er diverse uiterlijke kenmerken zijn aangebracht die de uitstraling naar een hoger plan brengen. Daardoor ziet ook de P300 er uit alsof hij minstens 200 pk meer heeft. Bestel hem in de meest bescheiden uitvoering, en je hebt nog altijd een schitterende coupé, waarbij de verwachtingen bij de prestaties in rechte lijn misschien wat minder goed worden beantwoord. Het is wel de enige manier om de aanschafprijs van de F-type onder een ton te houden.

Als First Edition kost de P300 € 105.630. Bestel je die uitrusting met de P450-motor, dan komt er een kleine € 50.000 bovenop! Die acht cilinders en 450 pk brengen heel veel plezier extra en laten de F-type beter tot zijn recht komen als sportauto; het gigan tische prijsverschil geeft echter ook aan dat de P300 zeker in Nederland wel degelijk bestaansrecht heeft.