Holden Commodore SSV Redline Ute - Blits Bezit
Australische cult
52 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
- Dennis van Loenhout
- Blits bezit
Europese auto’s, Japanse auto’s, Amerikaanse auto en zelfs Russische auto’s: ze hebben allemaal hun eigen karakter en allemaal hun eigen stukje cult. Maar Australische auto’s? Je zou haast vergeten dat die ook bestaan. Tot je kennismaakt met de Holden Commodore SSV Redline Ute.
Australië is meer dan outback, meer dan kangoeroes en meer dan barbecue. De Ozzie Way of Life is rauw, vrolijk en aanstekelijk. Niemand draagt dat beter uit dan Daniel Ricciardo. Die kennen we allemaal, niet alleen als teamgenoot van Max Verstappen, maar vooral door z’n eeuwige grijns. Ricciardo is laidback, hem maak je de pis niet lauw. Hij ziet overal de zonnige kant van in, maar kan ook snoeihard rijden. Wat dat betreft is hij net zoals een Holden Commodore SSV Redline Ute.
VLIEGENDE HAAST
Kijk naar het ding. Hij is laag, heeft een gemeen kijkende snuit met een breed, gespierd onderlijf en een enorme laadbak. Praktisch ziet het er niet uit, maar voor ondernemers die vliegende haast hebben, is laadruimte ondergeschikt. De brul die uit de lange neus opstijgt, is prachtig. Donker en intimiderend, dat zeker, maar evengoed lekker en verslavend. De aluminium smallblock-V8 onder de kap meet zes liter en schopt het tot iets meer dan 400 pk. Fractioneel meer vermogen dan origineel en genoeg om als haastige aannemer in één ruk een huis te slopen of een gestrand Flying Doctors-vliegtuig terug de lucht in te slingeren. Dit werkpaard had liever renpaard willen worden, en dat zul je weten.
KERK EN MARKT
Ute dus, dat spreek je uit als “joet”. Een Ute is een pick-up, gebaseerd op een normale personenwagen. Niets bijzonders, je ziet ze ook in Amerika, waar bijvoorbeeld de Chevrolet El Camino een flinke schare fans heeft. De historie van de Ute voert ons terug naar de jaren 30, naar een tijd waarin de wereld werd geteisterd door de grootste economische crisis van de twintigste eeuw. Financiële ruimte voor autobezit was er in die jaren nauwelijks en banken leenden alleen onder strikte voorwaarden, vaak uitsluitend voor de aanschaf van bedrijfsvoertuigen. In die jaren besloot de echtgenote van een Australische boer een brief te sturen naar Ford, omdat ze een vraag had: “Waarom maken jullie geen auto’s waarmee we op zondag naar de kerk kunnen en waarmee we op maandag de varkens naar de markt kunnen brengen?”
Fords antwoord op die vraag was de Ute. Die begon zijn leven als praktische oplossing voor een probleem, maar werd al snel veel meer dan dat. Down Under is de Ute nogal een dingetje. Australië houdt van zijn Utes zoals wij van fietsen, schaatsen en fierljeppen bij elkaar houden.
VRIJGEZELLEN M/V
De cult rondom de Ute gaat inmiddels veel verder dan het praktische doel dat hij diende. Zeker, in de outback tref je nog talloze, vaak totaal afgeleefde Utes die nog dagelijks doen waarvoor ze ooit waren bedoeld.
Maar een Ute is vooral om gezien te worden, het is een statement waarmee je zegt dat er ook wordt geracet met Utes, en jonge Australiërs pimpen hun Utes op om maar zo veel mogelijk indruk te kunnen maken op vrijgezelle ‘Sheilas’. Gigantische bullbars – roo bars op z’n Australisch, van kangaroo – verstralers en spatlappen maken de Utes bijna grotesk, en dat zijn ook de donuts die ze maken bij de zogenaamde B & S balls, waar de B staat voor bachelor en de S voor spinster, vrijgezellen m/v dus. De Ute is kortom nogal een mannenauto. Dat verklaart de versies met dikke V8’en en enorme aantallen pk’s onder de kap waarvoor het volledige continent warmloopt.
ECHTE MANNEN HUILEN
De Toyota Land Cruiser is een geliefde Ute in Australië, maar echt iconisch zijn de Ford Falcon en Holden Commodore. Bij die namen gaat het hart van elke Ozzie harder kloppen, van liefde of van razernij. Holden en Ford zijn namelijk als water en vuur, je bent een Holden-guy of een Ford-person; iets er tussenin is nauwelijks denkbaar. De rivaliteit tussen de twee merken gaat bijna een mensenleven terug.
Holden was de trots van Down Under, terwijl Ford een merk van ‘foreigners’ was. Dat ook Holden in General Motors een Amerikaans moederbedrijf had, werd maar even vergeten. Wanneer Holden met een nieuw model kwam − de Monaro, de Torana, de Commodore − sloeg Ford terug met een verbeterde versie van zijn Australische succesnummer, de Falcon. Toen de twee giganten tegen elkaar gingen racen in het Australian Touring Car Championship – en dan met name in de wereldberoemde Bathurst 1000 – ging het helemaal los. Ford won veel en vaak, vooral met de grijze brompot Dick Johnson achter het stuur, maar Holden had in elk geval op Bathurst de overhand.
Holden-man Peter Brock won er maar liefst negen keer en kreeg terecht de bijnaam ‘King of the Mountain’. Brock werd een volksheld. Zijn dood op 8 september 2006, vier dagen na het overlijden van krokodillenjager Steve Irwin, dompelde Australië diep in de rouw. Ineens konden al die echte mannen huilen.
AUSTRALISCH ONTWERP
Geen wonder dus, dat de snelle modellen van Holden op bewondering kunnen rekenen. Er schuilen heldenverhalen achter zoals die alleen in de ruige outback van Australië kunnen ontstaan. Vroege modellen van de Holden Commodore zouden wij Hollanders herkennen als Opel Senator, Opel Rekord en Opel Omega. De Commodore VE is de eerste verschijningsvorm van de vierde generatie, die in 2007 op de markt kwam. In dat jaar was de Opel Omega al verleden tijd, dus de VE krijgt de eer om als allereerste Commodore helemaal in Australië te zijn ontworpen.
Hij was er als sedan en sportwagen, maar dat het gamma ook een Ute moest krijgen, was natuurlijk een no-brainer. Die 6,0-liter V8 is zijn grote troef, maar de 20-inch wielen en enorme Bremboremmen maken duidelijk dat de SSV Redline Ute een waar racemonster is. Een racemonster met een laadbak groot genoeg om in te slapen, het kan alleen in Australië. Peter Brock had hem geweldig gevonden, en niemand zal ervan opkijken als Daniel Ricciardo er stiekem eentje in z’n garage heeft staan.
GEVAAR OP DE LOER
Rijden in die Ute is een heel bijzondere ervaring. De koppeling en de versnellingsbak vragen om ‘muscle’; ze waarschuwen je dat je met een wild beest hebt te maken. Het enorme koppel maakt dat je de V8 desgewenst lui kunt berijden, maar je wilt altijd die V8 horen brullen, ook al weet je dat het brandstofverbruik er dan niet om liegt. De besturing is prima in orde, en hoewel het ding gigantisch groot is, blijft hij redelijk wendbaar. Door z’n achterwielaandrijving kun je de kont laten uitbreken, maar dat moet je wel durven. Traction control is geen over bodige luxe bij deze auto. Door de grote, lege laadbak boven de achterwielen zouden ze anders snel doorslippen.
De Ute voelt anders dan alles wat we hier in Europa gewend zijn. Het past hem wel. Deze auto bij z’n nekvel pakken is een belevenis van formaat, die zich met niets Europees laat vergelijken. Australië is een land voor echte kerels en in de outback ligt altijd gevaar op de loer. Van slangen en spinnen, tot razend snelle Holden Utes.
BLITSE BEZITTER
Peter Peuters (44) is Belg, maar had net zo goed Australiër kunnen zijn. Hij was zo vastbesloten om een Holden Ute te bezitten dat hij er een – in z’n eigen woorden – “lijdensweg” voor over had om er een naar België te krijgen. Dat proces duurde maar liefst vier jaar, maar wat hem betreft was het al die moeite meer dan waard. Al zijn hele leven is Peter Opel-fan – zijn vrouw Tamara is dat trouwens ook – en gezien de nauwe familieband tussen Holden en Opel wekte een tv-optreden van de Holden Ute zijn interesse.
Op Gumtree, de Australische variant van Marktplaats, zag Peter verschillende mooie Holdens. Enthousiast mailde hij de verkopers, maar een reactie kreeg hij nooit. “Ik kwam er later pas achter dat berichten van buitenlandse mailadressen door Gumtree worden geblokkeerd, om de nationale markt te beschermen”, zucht Peter. Een VPN-verbinding, die de herkomst van zijn mails moest verbloemen, bracht geen uitkomst, dus schakelde Peter een oude schoolvriend in die in Australië woont. Zo wist hij de koop te sluiten, maar toen was hij er nog niet: “Mijn geld kon niet verzekerd worden gestort, dus ik heb een week in spanning gezeten. Vervolgens kon de auto niet meer worden verscheept en moest ik nog een maand wachten. Daarna kwam de auto niet in Antwerpen, maar in Rotterdam aan wal, en toen wist ik nog niet eens of ik hem hier wel kon inschrijven.”
Peters Holden is een Commodore SSV Redline Ute, maar dan wel een HSVi, een individuele uitvoering. “Het is eigenlijk een Maloo in een braaf jasje, volgens de Aussies zijn er maar 60 van gebouwd”, zegt Peter. Dat maakte de inschrijving er niet makkelijker op. Peter heeft geen goed woord over voor de keuring die zijn Holden aan een kenteken moest helpen. “Amateurs”, gromt hij, “een auto die ze niet kennen, veroorzaakt paniek. De Holden werd bijvoorbeeld afgekeurd omdat de veren groen waren en niet zwart. Dat zou niet veilig zijn. Ongelooflijk.”
Nadat zijn geduld honderden keren op de proef was gesteld en hij meerdere malen tot tien had geteld, mocht Peter eindelijk de weg op. Er viel een last van zijn schouders; de Holden bleek alle moeite waard: “Wat een bult vermogen!”, glundert Peter, “met wat kleine aanpassingen zit ik nu rond de 600 pk, en ik kan nog verder gaan, want de motor is absoluut bulletproof. Niet veel mensen weten wat een Holden is, maar wie dat wel weet, kijkt en steekt een duimpje op. Het verbruik is wel schrikbarend, maar gas geven verveelt nooit. Als de V8 brult, ben je alle moeite in één klap vergeten.”
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (52) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.