Ford Ka 1.3 Champion - Renault Twingo 1.2 Comfort - Occasion Test

Niet zo zakelijk

Ford Ka Renault Twingo
AutoWeek 17 2019
AutoWeek 17 2019

Je leest het in AutoWeek 17 2019

Wie aan youngtimers denkt, ziet vaak bovengemiddeld dure auto’s van Duitse of Zweedse makelij voor zijn geestesoog verschijnen. Maar er is veel meer dan dat. We gingen hernieuwd kennismaken met twee innovatieve kleine auto’s uit de eerste jaren van dit millennium. Stuiterend van enthousiasme kwamen we terug. Deze youngtimers hebben het talent om ooit nog eens geaccepteerde klassiekers te worden.

Wat is er gebeurd met de stadsauto? Die lijkt tegenwoordig een stuk zakelijker dan vroeger. Auto’s als de Kia Picanto, Volkswagen Up en Peugeot 108 doen eerder hun best om bij een zo groot mogelijk publiek in de smaak te vallen, dan om frivool te zijn. Dat is natuurlijk goed voor de verkoopcijfers en waarschijnlijk ook voor de restwaarde. Een jaar of 20 geleden zag dit segment er heel anders uit. Een A-segmenter mocht een auto zijn waarmee je je kon onderscheiden van de massa. Vooral de Ford Ka en de Renault Twingo waren daar voorbeelden van. Er was geen auto die ook maar enigszins op dit duo leek ze verschilden op hun beurt ook onderling erg sterk.

De eerste Ford Ka en Renault Twingo zullen de klassiekerstatus voorlopig nog niet bereiken; de auto’s die wij vandaag rijden, zijn gewoon nette occasions, die je voor zeer weinig geld in huis haalt en waarmee je nog jaren onbekommerd datgene kunt doen waarvoor ze zijn bedoeld: rijden. Vandaag de dag staan er talloze exemplaren te koop. Welke is nu de aantrekkelijkste youngtimer? Dat gaan we in deze dubbeltest uitzoeken.

LUIER

Laten we eens beginnen met de Ford Ka. Daarvoor nemen we je mee naar 1997, het jaar dat de kleinste Ford op de markt komt. Hij deelt zijn onderstel met de Fiesta uit die tijd. Hij werd zelfs op dezelfde productielijn in Valencia gebouwd. Zo werd het voor Ford mogelijk om voor een minimale investering een nieuw, klein model uit te brengen. Het A-segment is gewoonlijk niet bepaald het deel van de markt waar het meeste geld wordt verdiend, maar door de Ka nadrukkelijk op de bestaande Fiesta-techniek te schoeien, kon hij toch met voldoende winstmarge worden verkocht.

De Ka markeerde tevens het begin van de nieuwe ontwerplijn bij Ford, die ‘New Edge’ heet. De eerste Focus was daarvan ook een uitgesproken voorbeeld. Of je de Ka nu mooi vindt of lelijk, hij maakte bij zijn entree op de markt in elk geval de tongen los. Door zijn enorme zwarte bumpers leek het voor sommigen alsof hij een luier om had. Wie de Ka dagelijks gebruikte, kwam er al snel achter dat de grote bumpers reuze handig waren bij het gebruik van de auto in de stad. In dat licht bezien is het onlogisch dat de zij kanten van de Ka geen enkele bescherming hadden. Vind nu maar eens een Ka zonder parkeerdeukjes op de flanken.

Eigenlijk is het jammer dat je de Ka zoveel ziet, want daardoor realiseer je je onvoldoende wat een bijzondere auto het is. In 2006, het bouwjaar van de testauto, was het al mogelijk om de Ka met meegespoten bumpers te bestellen. Wij gaan echter voor het origineel en komen zodoende in een niet zo rijk uitgeruste Champion-uitvoering terecht. Die heeft al de latere Duratecmotor, die in de plaats kwam van het Endura-blok. Laatstgenoemde was wel erg archaïsch en dateerde zelfs uit de jaren 60.

ACTIEF

Als je instapt, merk je al direct iets bijzonders: hoewel het stuur in deze uitvoering helemaal niet verstelbaar is, staat het toch direct in de goede positie. Je neemt automatisch een actieve rijhouding aan. Onze Ka is met zijn destijds moderne 1.3-motor met 60 pk goed voorzien. Al bij de eerste bochten weet je waarom iedereen destijds zo laaiend enthousiast was over deze auto: hij rijdt werkelijk geweldig. De besturing, de afstemming van het onderstel: het klopt helemaal. Onderweg verlangen we met het heerlijke Kaatje onder onze kont naar de krappe, bochtige, Engelse country lanes.

Als we ons bedenken dat er ook een Ka te koop was met dezelfde motor die 10 pk meer levert, dringt het idee zich op dat die motor de enig juiste is voor de Ka. Hij dankt zijn extra vermogen aan de aanwezigheid van een airco; omdat zo’n apparaat altijd wat vermogen vreet, kreeg de motor van de airco-versies dat handjevol meer pk’s. Leuk natuurlijk, en de koele lucht is natuurlijk altijd meegenomen. De meegespoten bumpers, die er altijd bijhoren, nemen we dan voor lief. We willen in dit kader de Ford SportKa niet onvermeld laten: het sportieve broertje van de normale Ka, met een 1.6-motor van 95 pk. Voordat je je daardoor laat verblinden: let er goed op dat de koppakking niet lekt. Je zult niet de eerste zijn die daarmee de bietenbrug opgaat.

Als je zo lekker aan het sturen bent met 60 pk onder de kap, zou je bijna blind raken voor de minpunten van de Ka. Want die heeft hij ook, een paar heel duidelijke zelfs. De bouwkwaliteit van de auto is niet helemaal op het niveau dat je van Ford mag verwachten. En het interieur is weliswaar leuk vormgegeven, maar ook een beetje kaal. De grootste vijand van de Ka is echter roest. Die piept op de gekste plekken tevoorschijn. Er is bijvoorbeeld nauwelijks een Ka te vinden zonder roest rond de tankdop. Dat komt doordat er achter het spatbord vuil en vocht op de vulpijp blijft staan. Eigenlijk zou je bij elke wasbeurt even met je hand onder het spatbord het vuil daar moeten weghalen. Maar wie doet dát nou?

LICHT EN RUIMTE

We stappen over in de Renault Twingo. Zoals gezegd is die op een totaal andere leest geschoeid dan de Ford Ka. Hij kwam in een tijd dat Renault erg druk was met het concept ruimteauto. Het merk gooide al hoge ogen met de enorme Espace; een paar jaar na de Twingo was het de beurt aan de Mégane Scénic, die het concept van de ruimteauto pas echt populair maakte. Het maken van een auto met een licht en ruim interieur hadden ze bij Renault wel onder de knie. Dat wordt zonneklaar zodra je in de Twingo stapt. In deze uitvoering, met zijn grote open dak, geldt dat helemaal.

Het rijden in de Twingo is echter niet zo feestelijk als in de Ka. Net als bij eerste Scénic staat het stuur in de auto te vlak om een fijne, actieve zit te kunnen aannemen. Het geeft je een beetje een bestelauto-idee. Verder is de Twingo eerder gemaakt om comfortabel en goedmoedig te rijden, dan strak en scherp zoals de Ka.

De twee auto’s appelleren sowieso elk aan een heel andere smaak. De Ka is feitelijk een tweepersoons auto; je doet niemand een plezier met een plek op de achterbank. Bij de Twingo wel, want zijn bank is juist één van zijn grote attracties. Het geheel is in twee delen verschuifbaar, zodat de achterpassagiers voor zichzelf een enorme beenruimte kunnen creëren. Vier volwassenen herberg je gemakkelijk in deze kleine auto. Dat hadden we begin jaren 90 nog niet vaak gezien. De Twingo heeft meer bijzonderheden. Zo is er een centraal geplaatste, digitale snelheidsmeter, die eerder opmerkelijk dan handig is. De waarschuwingslampjes zitten wel direct voor je neus.

Een bijzondere overeenkomst met de Ka is dat de Twingo bij zijn komst een trendsettende auto was met stokoude techniek. De 1,2-liter Cléon-motor, die tot 1996 aan boord was, stamt uit de jaren 60. Daarna kwam er een moderne motor, met 60 pk, vijf meer dan voorheen. Die motor ligt ook in onze testauto. De ideale Twingo is echter de 1.2-16V, die vanaf 2001 te koop was. Met 75 pk heeft deze versie net dat beetje meer kracht om van de auto een nog betere allrounder te maken.

MISSER

Uit ervaringen door de jaren heen blijkt dat de Twingo een betere bouwkwaliteit heeft dan de Ka. Als je hem koopt als occasion, zul je daar minder omkijken naar hebben. Wel kent de Twingo wat andere klachten. Zo is het meubilair feitelijk niet geschikt voor mensen met een groot postuur. En bij een auto die zo expliciet is gebouwd volgens een ruimte concept, is het een misser dat hij geen achterportieren heeft. Verder hebben de exemplaren die tot 2000 zijn gebouwd een rem systeem dat week aanvoelt en eigenlijk een beetje onder de maat is. Tot slot is de stuurbekrachtiging op Twingo’s berucht, omdat die het effect van de toch al weinig feedback gevende besturing alleen nog maar versterkt.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Kiezen tussen de Twingo en de Ka is net zoiets als aan een moeder vragen welke van haar twee kinderen haar voorkeur heeft: een duivels dilemma. Op punten wint de Twingo, omdat die door zijn ruime inslag beter dagelijks bruikbaar is. Maar wat betreft de rijbeleving kan hij niet tippen aan de Ford Ka. Voor anderhalf tot twee mille vind je al een leuke Ka of Twingo. Daarvoor hoef je het dus niet te laten. Weet je wat: we nemen ze alle twee!

Praat verder op het forum