Fiat 500e Cabrio vs. Smart EQ ForTwo Cabrio - Vergelijkende Test
Zomerkoninkjes
Terwijl het aanbod elektrische auto’s bijna dagelijks groeit, neemt het aandeel van cabriolets al jarenlang af. Open én elektrisch rijden is zelfs vrijwel onmogelijk, maar juist aan de onderkant van de EV-markt treffen we de twee uitzonderingen op die regel.
We schrijven het vaker, maar het blijft opmerkelijk hoe snel de cabriolet bij veel merken van de prijslijst is verdwenen. Tien jaar geleden boden vrijwel alle gangbare merken nog minstens één open auto aan, niet zelden op basis van een compact en dus relatief betaalbaar model. Tegenwoordig vinden we volwaardige cabriolets eigenlijk alleen nog maar bij zogenoemde premiummerken, met de Volkswagen T-Roc als verfrissende uitzondering.
Hoewel, er is ook nog zoiets als een Smart ForTwo Cabrio. Die auto is net als de dichte ForTwo inmiddels altijd elektrisch. Hoewel hij wat anders werkt dan een traditionele cabrio is de kleine Smart eigenlijk zo open als een auto van dit opmerkelijke formaat maar kan zijn. Het stoffen dakje gaat in twee stappen open, waarmee het met achterruit en al wordt opgestapeld boven de naar beneden openende achterklep. Wie dat niet genoeg vindt, kan met enige moeite ook nog de ‘balken’ boven de zijruiten verwijderen. Ze kunnen ín die achterklep – let wel: niet in de bagageruimte, maar in de klep – worden opgeborgen, al is er dan nóg minder ruimte voor andere spullen. Alleen de vrij forse ‘rolbeugel’, inclusief staande zijpanelen, en het kleine ruitje achterop de deur beperken het ware cabrio-gevoel dan enigszins. Net niet helemaal open dus, de Smart, maar wel meer dan de enige andere auto die in dit segment de naam ‘Cabrio’ draagt.
SCHRIL CONTRAST
Net als bij de Smart is het dak van de nieuwe en altijd elektrische Fiat 500e in twee elektrische stappen te openen, waarbij je naar keuze wel of niet de achterruit meeneemt. De raamstijlen blijven echter altijd staan, net als de achterste zijruiten. Toch zit je ook hier behoorlijk open, wat op een mooie zomerdag flink bijdraagt aan de levensvreugde. Niet alleen van jezelf, trouwens, want beide auto’s gooien hoge ogen met hun sympathieke, zomerse en vrolijke uitstraling. Bij de Fiat 500 is dat zonder meer het sterkst het geval, maar de Smart is in zijn meest actuele vorm en met donkerrode lak eveneens een ronduit geinige verschijning. Interessant: het dak van de Smart kan op elke willekeurige snelheid worden geopend en gesloten, maar juist het opgewaardeerde schuifdak van de Fiat houdt het boven de 100 km/h (liggende deel) of 80 (de achterruit) voor gezien. Evengoed is hij daarmee heel wat flexibeler dan een echte cabrio, waarin je niet zelden helemaal moet stoppen om wat aan de positie van het dak te doen.
Ook op de snelweg is het in beide auto’s verrassend goed uit te houden, mits het dakje helemaal wordt geopend. In de ‘tussenstand’ is het gebulder in de Smart niet (of wel) van de lucht, terwijl de Fiat dan zijn handige, uitklapbare ‘spoilertje’ boven de voorruit nodig heeft om het draaglijk te houden. Toch is het ook hier duidelijk rustiger als het dak geheel open is, al is het zicht naar achteren in de Fiat dan beroerd. De zitpositie in de Italiaan is opmerkelijk hoog, waardoor hij een stuk groter voelt dan hij is. In vergelijking met de Smart ís het gewoon een vrij flinke auto, al was het maar omdat de 500 een achterbank heeft. Veel stelt die niet voor, maar een enorm praktisch voordeel is het evengoed. De retro-styling van de buitenkant wordt binnenin de Fiat voortgezet, maar wel op een heel moderne manier. Het interieur is daarmee zonder meer geslaagd. Het bedieningsgemak is goed voor elkaar, met genoeg fysieke knoppen en een overzichtelijk, vlot en uitgebreid touchscreen.
Op dat gebied laat de Smart zijn leeftijd blijken. Het touchscreen is bijzonder beperkt en ouderwets en staat in schril contrast met wat moederbedrijf Mercedes levert. Zoals vaker bij dit soort systemen is het zaak Android Auto of Apple CarPlay te gebruiken; dan is het te doen. Het interieur van de Smart oogt wat minder modern dan dat van de Fiat, maar toch ook best leuk. Ook hier is veel harde kunststof gebruikt, maar de goede bouwkwaliteit, een leuk stofje op het dashboard en de guitige vormgeving weten de aandacht aardig af te leiden. In beide auto’s is de bagageruimte uiteraard beperkt. De toegang ertoe is minimaal, want hatchbacks zijn dit dankzij de stoffen kapjes niet (meer). De klep van de Fiat opent naar boven, als bij een sedan. Dat is minder handig dan de oplossing van Smart, omdat je nu onder de klep door moet duiken om bij je spullen te komen. Een geheel geopend Fiat-dak maakt indien nodig automatisch plaats voor de klep, maar keert na het sluiten daarvan niet terug in zijn open positie. Bij de Smart is dat kunstje niet nodig en blijft het dak gewoon open als dat al zo was.
IN ÉÉN BEWEGING OM
Het infotainmentsysteem is niet het enige onderdeel van de Smart ForTwo dat pover afsteekt bij datgene wat moederbedrijf Mercedes-Benz voor zijn eigen producten reserveert. Het accupakket(je) van de Smart is met 17,6 kWh namelijk nog geen tien procent van de 107,8-kWh über-batterij in de Mercedes-Benz EQS, waarmee één bedrijf overigens ook meteen beide uitersten van het spectrum in handen heeft. In het gunstigste WLTP-scenario komt de kleine Smart daar 130 kilometer ver mee. In de praktijk is het nog minder, want zuinig is de ForTwo ondanks zijn formaat bepaald niet. Tot overmaat van ramp kan de auto niet aan de snellader. Wel beschikt hij over een 22-kW boordlader, waarmee de hier en daar nog aanwezige AC-laders van bijvoorbeeld Fastned wel overweg kunnen.
In uiterste nood is dat een oplossing, maar voor veel meer dan duidelijk afgekaderde rondjes in de omgeving is de Smart niet geschikt. Wat daarbij ook niet helpt, is dat de actieradius-voorspeller geen lager aantal kilometers toont dan 10. Daaronder zien we slechts streepjes en dus is het erg lastig om zonder stress de laatste kilometers uit de batterij te persen. Jammer, want verder is hij wel comfortabel genoeg. Waar we ons eerdere Smarts herinneren als plankharde hobbelpaardjes gaat deze nieuwe verrassend goed met oneffenheden om. Toch is hij ook lekker stabiel, al moet je geen Mini-achtig speeltje verwachten.
Los van het beperkte rijbereik is het ook op de snelweg goed uit te houden in de Smart en blijft het windgeruis met gesloten kap goed binnen de perken. De zitpositie is ook fijn, met voldoende verstelbaarheid van stuur en stoelen en veel bewegingsvrijheid. Wel valt hier op dat zelfs de mildste vorm van rij-assistentie ontbreekt, tenzij je een simpele cruisecontrol daaronder schaart. De prestaties zijn beter dan we ons van benzine-Smarts herinneren, al is ook de elektrische EQ-versie met zijn 82 pk zeker niet overdreven snel. De besturing is prettig en vooral zeer uitgebreid. De draaicirkel is werkelijk hilarisch klein en maakt het mogelijk om ook in de smalste straatjes in één beweging om te keren. De Smart is daarom vanaf nu onze favoriete auto om mee heen en weer langs de cameraman te rijden. Daar kan de 500e niet tegenop, al prezen we dit model in vergelijking met andere alternatieven eerder wél als geweldige stadsauto. Daar staan we nog steeds achter, want met zijn gemakkelijke instap en korte koets is ook de Italiaan helemaal klaar voor de bebouwde kom. De lichte besturing is dan ook prettig, net als de soepele elektrische aandrijflijn. Die reageert in de normale rijmodus als een verbrandingsmotor op ‘gas los’, maar in ‘Range’ lukt het heel aardig om alles met één pedaal te doen. Bij de Smart is dat geen optie.
Fiat biedt de 500e inmiddels ook als Cabrio met 24 of 42 kWh, gekoppeld aan vermogens van 95 of 118 pk. Wij rijden die laatste, die op papier tot 310 kilometer ver moet kunnen komen. In tegenstelling tot de Smart kan hij aan de snellader, waar je een piek van 85 kW kunt halen. Dat maakt de kleine 500 prima bruikbaar voor langere ritten, zelfs als dat iets vaker dan incidenteel gebeurt.
HIP KOST GELD
Aan het begin van dit verhaal omschreven we de positie van deze zomerkoninkjes als ‘de onderkant van de EV-markt’. Dat is technisch gezien juist, maar dat maakt het uiteraard nog geen koopjes. Hippe open hebbedingetjes kosten geld, wat in dit geval concreet betekent dat € 27.904 de absolute instapprijs is. Daarvoor stap je in de basisversie van de Smart, die in het door ons gereden Comfort+-topmodel met wat opties richting de 33 mille gaat. Bij Fiat heb je voor dat geld nog niet de instapper, althans niet met de grote accu. 42 kWh kost hier minimaal 35K, al is de variant met 24 kWh er wel voor minder dan 32 mille. Die komt met 190 theoretische kilometers veel minder ver, maar wel verder dan de Smart.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
De Smart sprokkelt maar weinig punten bij elkaar. Eerlijk is eerlijk: dat was bij een krappe en toch al wat verouderde tweezitter bijna onvermijdelijk. Met name de te kleine accu en het hoge stroomverbruik doen hem de das om. Als hij bij je leven past, is de Smart nog steeds een leuk ding en bovendien meer ‘cabrio’ dan de Fiat. Die is echter duidelijk praktischer en moderner en daarmee de overtuigende winnaar.