Dodge Caliber
Ruig Kaliber
- Fanny Glazenburg
- Eerste rijtest
We zagen de Dodge Caliber enkele weken terug nog op de New York Autoshow, waar hij tussen al het ruimtelijke en motorische Amerikaanse geweld een tikje in het niet viel. Logisch, want de Caliber is ook niet echt gemaakt voor de Amerikaanse consument, het is de eerste poging van het merk Dodge om voet aan de Europese grond te krijgen. Met de Caliber wil deze tak van de DaimlerChrysler-groep een toontje meeblazen in een markt die nog niet eerder was aangeboord. Goed, de Dodge Ram Van was hier dan wel verkrijgbaar, maar dat was in feite niets meer dan een omgebouwde Chrysler Voyager. Om het merk meteen goed te positioneren, gaat de lancering van de Caliber gepaard met een grootscheepse campagne waarin de boodschap duidelijk is: de Dodge-rijder is ruig, mannelijk, brutaal en vertoont ietwat onaangepast gedrag. De slogan 'It's anything but cute' geeft al aan dat deze 5-deurs compacte middenklasser volgens Dodge niet voor de Adjes van deze wereld bestemd is.
Eigen huis
Met z'n vierkante neus, waarop het typerende Dodge-embleem prijkt, uitgeklopte wielkasten en aflopende daklijn, die geaccentueerd wordt door een zwarte bies, heeft dit mpv-alternatief een stoer en toch sportief design. De achterkant, met markante achterlichtunits, een schuine achterruit en de verdiepte achterklep versterkt die indruk, waardoor hij eerder als sportieve hatchback oogt dan een ruimtelijke mpv. Toch blijkt de Caliber wat dat betreft een wolf in (mannelijke) schaapskleren. Het interieur vertoont namelijk specifieke mpv-trekjes. De zit is comfortabel en vrij hoog, zodat je de weg goed kunt overzien. Het enige hinderlijke voor het uitzicht lijkt een nogal brede a-stijl, die zijairbags herbergt, en de nogal lage dakrand, maar eenmaal op de weg blijkt ook dat wel mee te vallen. Met een lengte van 4,41 meter is de Caliber een neuslengte groter dan een Golf Plus, die samen met de Seat Altea, Ford C-Max maar ook de B-klasse uit 'eigen huis' z'n concurrenten vormen. Deze ruimte is nergens opvallend aanwezig, maar over de hele auto verdeeld. De beenruimte op voor- en achterstoelen is ruimschoots voldoende, maar niet riant. Net als de bagageruimte van 525 liter overigens, die wel iets te lijden heeft van de verdiepte achterklep en schuine achterruit. Maar heb je iets van lengte te vervoeren, dan is dat geen probleem, aangezien de achterbank volledig neerklapbaar is, evenals de voorstoelen.
Noviteiten
Het interieur doet robuust en fris aan, met een Europees aandoend dashboard. De Caliber komt in drie uitvoeringen: instapmodel S, SE en het meest luxueuze SXT. De middenconsole, met optie voor aansluiting van telefoon en/of iPod (standaard in SE en SXT) kan voor kleinere bestuurders naar voren geschoven te worden, zodat deze niet steeds z'n arm uit de kom hoeft te draaien. Leuk dat er met de kleine medemens rekening wordt gehouden, maar dan hadden de ontwikkelaars dat ook in de rest van de auto kunnen laten meewegen. Op de bestuurdersstoel raakt de kleinere persoon namelijk tijdens het rijden met z'n knieën de onderkant van het dashboard en da's niet handig. Handig zijn wél de bekerhouders in de middenconsole die met een ring verlicht worden. En nóg handiger is de indeling van het handschoenenkastje, dat - in de met airco geleverde modellen – een koelvak bevat voor een aantal flesjes of blikjes. Kijk, daar worden we nu wél weer blij van. Een leuke gadget is het afneembare gedeelte van de binnenverlichting achter, dat een zelfoplaadbare zaklamp blijkt te zijn. Geniaal! Ook vernieuwend is het optionele speakersysteem in de kofferbakklep dat met de klep open ook naar buiten gedraaid kan worden. Daarmee heeft de Caliber een paar noviteiten die we nog niet eerder zijn tegengekomen.
Hollands glorie
Wat motorisering betreft is er keuze uit een 1,8- en een 2-liter viercilinder benzinemotor met respectievelijk 150 en 156 pk. Hij werd in samenwerking met Hyundai en Mitsubishi ontwikkeld, Ook is er een 2.0 turbodiesel met 140 pk, die uit de rekken van Volkswagen is gehaald. De 1.8 wordt standaard geleverd met een 5-versnellingsbak en de transmissie van de tweeliter benzineversie bestaat uit een stukje Hollands glorie: een CVT (continu variabele transmissie), die over zes geprogrammeerde verzetten beschikt. Daarmee krijg je enigszins het gevoel toch met een handbak te rijden, hoewel dit slechts 'virtueel' is. Wij reden met de dieselversie over de bochtige wegen van Ibiza. Meteen valt op dat het vooroordeel van Amerikaanse deining in de Caliber niet opgaat. Hoewel de auto ook weer niet direct als een typische bochtentijger de boeken zal ingaan. Integendeel zelfs, bij het nemen van bochten is goed te merken dat er onderstuur optreedt; zonder dat je nu écht het gaspedaal intrapt, vertoont de neus de neiging rechtdoor te gaan en even stil te staan voordat er met een stuurbeweging correctie optreedt. Op kleine slingerweggetjes moet je dan ook goed uitkijken dat er in de bochten geen tegenliggers aankomen of nog iets scherper insturen. Na de bocht duurt het bovendien ook even voordat de relatief zware Dodge (zo'n 1.300 kg) een reactie geeft op gas geven – ondanks het behoorlijke koppel van 310 Nm. De Caliber is natuurlijk ook geen supersportieve wagen, maar een mpv-achtige die comfortabel is ingesteld voor de relaxte bestuurder. Of de Caliber hier op het vasteland een doorbraak zal meemaken, kunnen we niet voorspellen. Maar gezien de aantrekkelijke prijsstelling (vanaf € 18.999) ten opzichte van zijn concurrenten zou de Caliber nog wel eens voor een kleine verrassing kunnen zorgen.