Cupra Born - Rij-impressie

Als er een concern is dat veel ervaring heeft met het produceren van verschillende auto’s met dezelfde bouwstenen, dan is het Volkswagen wel. Van het moedermerk tot Seat en van Skoda tot Audi: er wordt binnen het conglomeraat enorm veel uitgewisseld. Dan ontstaat wel het risico dat de verschillende producten moeilijk van elkaar zijn te differentiëren, want hoe maak je er toch iets eigens van, als de auto’s onderhuids hetzelfde zijn?

Bij de Cupra Born kiest men voor een duidelijk andere styling dan de basis – de VW ID.3 – aangevuld met opties die op de VW niet leverbaar zijn. Om met de styling te beginnen: het is direct duidelijk dat de Cupra zich meer dan zijn Duitse neefje richt op de dynamische automobilist. Scherpe vouwen en een lijnenspel dat naar middenvoor buigt suggereren een sportievere inborst. Dat wordt kracht bijgezet door de E-Boost-optie, waarmee het vermogen tijdelijk van 204 pk naar 231 pk wordt op­geschroefd en de voorremmen vergroot, en een pakket met sportievere banden. Daarbij zijn de onderstel-engineers bijzonder trots op de specifieke afstemming van het optionele Dynamic Chassis Control-systeem.

Als we onderweg zijn met een uitvoering waarop al die toeters en bellen aanwezig zijn, lukt het de Born in ieder geval om een

eigen beleving te creëren. Wat goed is aan de ID.3, een laag zwaartepunt en korte draaicirkel, blijft behouden en dankzij de iets steviger afstemming van de dempers en de bredere, sportievere banden bijt de Born zich met meer fanatisme vast in bochten. De neus reageert sneller op stuurinput, de koets zet zich sneller en het duurt langer voordat de voorbanden de strijd met het asfalt moeten staken. Tegelijk gaan de ­wijzigingen gelukkig niet zo ver dat het comfort in het gedrang komt. Er moet ­immers wel voldoende bewegingsvrijheid in de veren zitten om de dik 1.700 kilo ­fatsoenlijk weg te kunnen werken en dat is zelfs in de hardste Cupra-stand het geval. Een prima compromis dat daadwerkelijk iets toevoegt aan het MEB-leger.

E-Boost

Alleen de besturing valt een beetje tegen. Progressive steering is standaard op elke Born en hoewel de inrichting direct werkt, zit er te weinig gevoel in om intuïtief te kunnen vertrouwen op het onderstel. Als we dan toch aan het klagen zijn: de offstand van het ESP, eveneens onderdeel van het pakket met de bredere banden, blijkt in de praktijk niet zoveel voor te stellen. Helemaal ingestuurd in een krappe hairpin het gas vloeren leidt alsnog tot een ingreep van de elektronica. Veel voegt het dus niet toe aan de al aan­wezige ESP Sport-stand. Maar als geheel bewijst het onderstel van de test-Born zijn meerwaarde ten opzichte van de ID.3 zeker. Als we de Seat-engineers vragen naar de verschillen tussen een standaard Born en een ID.3 met sport­onderstel en progressive steering krijgen we echter een antwoord dat neerkomt op ‘niet zoveel’. Het onderscheid lijkt dus te zitten in de juiste opties. Een optie die je niet per se hoeft aan te kruisen is de reeds genoemde E-Boost, die het maximale vermogen van de elektromotor op de achteras van 204 naar 231 pk tilt. Ja, het maakt de Born op de sprint wel wat vlotter, maar het is slechts beperkt inzetbaar. De accu­lading moet groot genoeg zijn, de temperatuur hoog genoeg en pas dan is het extra ver­mogen 30 seconden lang beschikbaar. Eenmaal onderweg maakt die extra 27 pk ook niet veel verschil. Door regelmatig vol vermogen te vragen lever je natuurlijk ook actieradius in, en dat doe je toch al door de bredere, kleverigere banden. Als we de Born met 58 kWh accu ’s ochtends met 90 procent acculading in ontvangst nemen, kan de auto volgens de boordcomputer zo’n 280 kilometer rijden. Verder gedraagt de aandrijflijn zich zoals we van andere MEB-producten kennen. De versnelling is mooi lineair en naadloos en varieert afhankelijk van de gekozen rijmodus van lekker ontspannen naar superdirect. Het blijft jammer dat de auto in de B-stand niet wat sterker afremt op de elektromotor en ook niet ­zelfstandig tot stilstand komt. Het laatste restje snelheid moet je er altijd met de rem uithalen. In eerste instantie komt de Cupra er alleen met 58 kWh accu, later komen ook de bekende 45 en 77 kWh uitvoeringen, de eerste standaard niet met een 3-fasenlader zodat snelladen slechts tot 50 kW kan.

Minder onderscheidend

Uiterlijk onderscheidt de Born zich wel van ID.3, maar in het interieur niet zo. Er zijn sportievere stoelen, als optie bekleed met materialen uit gerecycled plastic, en een

12-inch touchscreen is standaard terwijl dat bij de Volkswagen extra geld kost, maar in grote lijnen verschilt de Spanjaard niet van de Duitser. Dat betekent dat het materiaalgebruik wat mager is en dat er wel erg veel functies zijn ondergebracht in het centrale touchscreen, waardoor niet alles altijd even makkelijk bereikbaar is. Ook de bediening voor de achterste zijruiten komt een op een over. Eerst dus op de ‘rear’-knop drukken om vervolgens met dezelfde schakelaars voor de voorruiten, de achterruiten te ­bedienen. Da’s niet optimaal, aangezien de schakelknop ook niet altijd meteen ­reageert. In positieve zin valt dan weer het zitcomfort op. De gekuipte stoelen ondersteunen goed en zijn ruim verstelbaar. Door een hogere middentunnel zit je gevoels­matig bovendien wat meer in de auto, wat past bij het sportieve sfeertje dat Cupra voor ogen heeft. Op de achterbank is voor een gemiddelde Nederlander meer dan voldoende beenruimte en ook aan hoofdruimte ontbreekt het niet. Achterin past dan nog 385 liter bagage, waarmee de Born ­voldoende ruimte heeft om als volwaardige gezinsauto dienst te kunnen doen.

Met de Born bewijst Cupra dat een ander sausje wel degelijk verschil kan maken en dat verleent de Spanjaard bestaansrecht naast de ID.3. Wel jammer dat de saus erg sterk leunt op enkele opties, die pas volgend jaar leverbaar zijn. Wie de auto nu bestelt, krijgt altijd de variant met 58 kWh en 204 pk. Daarnaast kun je kiezen uit vier uitvoeringen en een kleur, meer keus is er voorlopig niet. E-boost, Dynamic Chassis Control en het sportpakket met bredere banden zijn pas per 2022 beschikbaar en zonder die zaken verwatert het Cupra-sausje behoorlijk. Toch gaat het model waarschijnlijk gretig aftrek vinden, in ieder geval zolang de 12 procent bijtelling nog geldt. Bij gelijke uitrusting is de Born bovendien iets gunstiger geprijsd dan de ID.3 en dat maakt zelfs een waterig sausje als vanzelf veel smaakvoller.